30 952 Ter kennisname voorgelegde Verdragen

Nr. 60 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 5 december 2011

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 2 september 2011 inzake de briefwisseling houdende een verdrag met het IAEA inzake de «Technical Meeting on Materials and Chemistry for Supercritical Water Cooled Reactors» en Notawisseling houdende een verdrag met de Republiek Mali betreffende de status van militair en civiel personeel van de Nederlandse en Malinese Ministeries van Defensie, aanwezig op elkaars grondgebied voor activiteiten in het kader van militaire samenwerking (Kamerstuk 30 952, nr. 58).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 29 november 2011. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Albayrak

De griffier van de commissie,

Van Toor

1

Hoeveel Malinese militairen worden opgeleid in Nederland als uitvloeisel van dit verdrag?

In Nederland werd dit jaar één Malinese militair opgeleid.

2

Aan welke opleidingen nemen zij deel en in welke vaardigheden worden zij opgeleid?

In 2010 heeft geen en in 2011 heeft één Malinese militair deelgenomen aan de Netherlands Defence Orientation Course (NDOC) op het Instituut Defensie Leergangen. Deze opleiding heeft tot doel het overbrengen van kennis over en inzicht in de taakstelling en het optreden van de Nederlandse Krijgsmacht.

3

Kent dit verlengde verdrag wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke verdrag? Indien ja, kunt u aangeven wat de verschillen zijn? Zijn bij de eventuele wijzigingen de ervaringen van de oefening Flintlock en/of andere oefeningen verwerkt? (zie ook Aanhangsel 2711, vergaderjaar 2010–2011)

Het verdrag van 23 mei 2011 dient slechts ter verlenging van het verdrag van 16 juni 2010; het verdrag is niet gewijzigd.

4

Heeft Nederland troepenstatusverdragen in alle Afrikaanse landen waar oefeningen plaatsvinden met Nederlandse deelname? Welke landen zijn dat?

Nederland sluit in beginsel altijd een statusverdrag met een land waar een militaire oefening wordt gehouden. Behalve met Mali zijn er met de volgende Afrikaanse landen dergelijke verdragen: Burundi, Gabon, Rwanda, Senegal en Zuid-Afrika.

5

Kunt u aangeven met welke Afrikaanse landen u soortgelijke verdragen wilt afsluiten en op welke termijn?

Er zijn onderhandelingen gaande voor statusverdragen met Burkina Faso, Marokko en Uganda. Het is niet bekend op welke termijn deze onderhandelingen worden voltooid.

6

Vormt het oorlogsrecht onderdeel van het trainingsprogramma dat door Nederlandse troepen wordt gegeven? Zo nee, waarom niet? Deelt u de opvatting dat een onderdeel oorlogsrecht een conditio sine qua non is van een dergelijk trainingsprogramma? Indien neen, waarom niet? Zo ja, bent u alsnog bereid het onderdeel oorlogsrecht toe te voegen?

Humanitair oorlogsrecht en ethiek maken deel uit van de Netherlands Defence Orientation Course in Nederland. Tijdens de Flintlock-oefeningen in Mali wordt getraind binnen de kaders van het humanitair oorlogsrecht. Een aparte opleiding in het humanitair oorlogsrecht ter plaatse is niet voorzien.

7

Voert AFRICOM of een daaraan ondergeschikt hoofdkwartier het bevel tijdens de multinationale oefeningen in de Afrikaanse landen waarmee een troepenstatusverdrag is afgesloten? Zo ja, is het mogelijk dat Nederlandse en Malinese militairen op basis van dit verdrag worden ingezet voor Operation Enduring Freedom Trans-Sahara (OEF TS)? Waarom acht u dat gewenst?

Zoals gemeld in de antwoorden op de vragen van de leden Van Bommel, Van Dijk en Irrgang (allen SP) van 27 april 2011 over de inzet van Nederlandse militairen in Sahel-landen (kenmerk 2011Z08869) wordt de oefening Flintlock voorbereid door het Africa Command (AFRICOM) en uitgevoerd door het Special Operations Command Africa (SOCAFRICA).

Het Flintlock-oefenprogramma is onderdeel van het door het Amerikaanse State Department ontwikkelde Trans-Sahara Counter Terrorism Partnership (TSCTP). Het TSCTP beoogt terrorisme in de Trans-Saharalanden tegen te gaan. Het betreft een partnerschap van Algerije, Burkina Faso, Marokko, Mali, Mauritanië, Niger, Nigeria, Senegal, Tunesië, Tsjaad en de Verenigde Staten. Het militaire deel van het TSCTP wordt door de Verenigde Staten aangeduid met de term Operation Enduring Freedom Trans-Sahara (OEF TS). Deze term behelst diverse militaire activiteiten, zoals het inzetten van joint planning assistance teams, mobile training teams en civil-military support elements, en het uitvoeren van international military education training en senior leader engagement. Ook het oefenprogramma Flintlock is onderdeel van OEF TS.

De activiteiten van Nederlandse militairen in het kader van Flintlock betreffen een oefening en geen operationele inzet.

8

Is het Korps Commando Troepen betrokken bij militaire hulpverlening volgend op de oefening Flintlock? (Zie: JCET Burkina Faso en FLINTLOCK 2011 Senegal in: Groene Baret, juli 2011, p. 13) Waaruit bestaat die hulpverlening en wat is daarvan de planning voor de komende tijd?

Er is geen hulpverlening door het Korps Commando Troepen na afloop van Flintlock voorzien.

9

Geldt deze militaire assistentie ook de andere landen waarmee dit soort verdragen zijn afgesloten. Zo ja, waaruit bestaat die militaire assistentie en wat is daarvan de juridische basis?

Zie het antwoord op vraag 8.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Bommel, H. van (SP), Staaij, C.G. van der (SGP), Çörüz, C. (CDA), Timmermans, F.C.G.M. (PvdA), Albayrak, N. (PvdA), voorzitter, Ormel, H.J. (CDA), Ferrier, K.G. (CDA), Eijsink, A.M.C. (PvdA), Irrgang, E. (SP), Roon, R. de (PVV), Voordewind, J.S. (CU), Pechtold, A. (D66), ondervoorzitter, Broeke, J.H. ten (VVD), Thieme, M.L. (PvdD), Peters, M. (GL), Kortenoeven, W.R.F. (PVV), Bosman, A. (VVD), Dikkers, S.W. (PvdA), El Fassed, A. (GL), Hachchi, W. (D66), Dijkhoff, K.H.D.M. (VVD), Driessen, J.H.A. (PVV) en Caluwé, I.S.H. de (VVD).

Plv. leden: Raak, A.A.G.M. van (SP), Dijkgraaf, E. (SGP), Knops, R.W. (CDA), Samsom, D.M. (PvdA), Recourt, J. (PvdA), Bruins Slot, H.G.J. (CDA), Haverkamp, M.C. (CDA), Arib, K. (PvdA), Dijk, J.J. van (SP), Mos, R. de (PVV), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Schouw, A.G. (D66), Hennis-Plasschaert, J.A. (VVD), Ouwehand, E. (PvdD), Sap, J.C.M. (GL), Wilders, G. (PVV), Leegte, R.W. (VVD), Heijnen, P.M.M. (PvdA), Braakhuis, B.A.M. (GL), Veldhoven, S. van (D66), Taverne, J. (VVD), Bontes, L. (PVV) en Mulder, A. (VVD).

Naar boven