Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 oktober 2022
Op 6 oktober ontving ik een verzoek van de vaste commissie voor Infrastructuur en
Waterstaat om een overzicht van de inzamelpercentages van kleine plastic flesjes (per
maand, vanaf de start van de inzameling van kleine plastic flesjes tot nu toe) tijdig
vóór het commissiedebat Circulaire Economie op 2 november a.s. aan de Kamer te sturen.
Zoals ik op 27 september jl. in antwoord op Kamervragen van het lid van Esch over
dit onderwerp heb aangegeven, beschik ik niet over de gevraagde gegevens. Kort samengevat
geldt er een jaarlijkse verplichting voor het verpakkend bedrijfsleven om gegevens
te verstrekken over het behalen van het minimum inzamelpercentage van 90%, voor alle
plastic flessen van 3 liter of minder. Een uitsplitsing per maand wordt daarbij niet
gemaakt, evenmin als een onderscheid tussen grote en kleine flessen. Dit minimale
inzamelpercentage geldt vanaf 2022. In augustus 2023 ontvang ik voor het eerst een
rapportage hierover.
Voor meer details verwijs ik naar de antwoorden op genoemde vragen1.
In de bovengenoemde antwoorden heb ik bovendien aangegeven dat het mijns inziens meer
relevant is om te kijken naar welke impact het invoeren van statiegeld op kleine plastic
flesjes heeft op de mate waarin deze deel uitmaken van het zwerfafval. Dit zegt immers
meer over de directe milieu-impact. Ik verwees daarbij naar de bevindingen uit de
monitoring van drankverpakkingen in het zwerfafval die Rijkswaterstaat voor het ministerie
uitvoert, waarover u meest recent per brief2 van 5 april jl. geïnformeerd bent. In deze monitoring worden ook gegevens van de
Zwerfinator meegenomen. Uit de monitoring over de tweede helft van 2021 was reeds
een afname van 41% waar te nemen in het aantal in het zwerfafval aangetroffen kleine
plastic flesjes (kleiner dan 1 liter).
Ik maak van deze gelegenheid graag gebruik om u de meest recente gegevens van de monitoring
drankverpakkingen in het zwerfafval aan te bieden. In de bijlage treft u het memo
van Rijkswaterstaat aan met de gegevens over het eerste halfjaar van 2022. Hieruit
blijkt dat eerdergenoemde afname doorzet. In vergelijking met de situatie in 2020
is sprake van een afname van het aantal kleine plastic flessen van 53%.
Deze cijfers sterken mij in de overtuiging dat statiegeld een effectief middel is
tegen zwerfafval, en in de verwachting dat na de invoering van statiegeld op blikjes
vergelijkbare positieve resultaten te zien zullen zijn. Uiteraard blijf ik uw Kamer
informeren over de resultaten van de monitoring drankverpakkingen in het zwerfafval.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen