30 872 Landelijk afvalbeheerplan

Nr. 275 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2022

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft gevraagd om een reactie op twee brieven van de Plastic Soup Foundation over prioriteiten voor plastic beleid en over een ambitieuze Europese inzet voor de aanpak van vervuiling door microplastics. Hieronder volgt de beantwoording van en de reactie op deze twee brieven.

Allereerst deel ik de zorgen van de Plastic Soup Foundation en alle medeondertekenaars over de gevolgen van plastic vervuiling voor mens en milieu. De oproep voor een daadkrachtig en ambitieus beleid voor plastic kan ik omarmen. De prioriteiten in de twee brieven kan ik op hoofdlijnen onderschrijven. Hierover is ook contact op ambtelijk niveau tussen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Plastic Soup Foundation.

Ik zet mij in voor maatregelen om onnodig gebruik van plastic tegen te gaan en om de kunststofketen te sluiten zodat deze in 2050 volledig circulair is. Dit is van groot belang voor het tegengaan van milieuvervuiling, biodiversiteitsverlies en klimaatverandering en helpt bij het verkleinen van leveringszekerheidsrisico’s van grondstoffen. Dit zijn maatschappelijke opgaven waar bedrijven, overheid en burgers een verantwoordelijkheid hebben. Het kabinetsbeleid draagt aan deze maatschappelijke doelstellingen bij met behulp van verschillende beleidsinstrumenten, variërend van kennisopbouw en ketensamenwerking tot wet- en regelgeving. Daarnaast onderzoek ik waar tekortkomingen zijn in de huidige wetgeving en of aanvullende wet- en regelgeving nodig is om de transitie naar een volledig circulaire economie te versnellen.

De Plastic Soup Foundation en de medeondertekenaars doen in de brief enkele voorstellen voor nationale regelgeving: uitbreiding van de Single-Use Plastic richtlijn (hierna SUP-richtlijn) voor vochtige doekjes en sigarettenfilters, statiegeld voor alle drankverpakkingen, inzet op refill-systemen, een verplicht percentage recyclaat, het invoeren van producteisen en het opzetten van een investeringsfonds voor de aanpak van zwerfafval. Hieronder reageer ik op deze specifieke elementen uit de twee brieven.

Reductie en hergebruik

Met de implementatie van de SUP-richtlijn is een grote stap gezet voor reductie en hergebruik van plastic. Sinds vorig jaar zijn eenmalige plastic rietjes, bordjes, bestek en wattenstaafjes verboden. Binnenkort worden de aanvullende regels in de Staatscourant gepubliceerd om het gebruik van kunststof drinkbekers en voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik te verminderen en het hergebruiken van verpakkingen te stimuleren. Ook wordt daarmee de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) van kracht, waardoor producenten van sigarettenfilters, vochtige doekjes en andere plastic producten mee moeten betalen aan de kosten van het opruimen van zwerfafval. Gezien de maatregelen die nu al worden genomen met de UPV en de productmarkering ter bewustwording van consumenten om milieuvervuiling met vochtige doekjes te voorkomen en op te ruimen, zie ik nu geen aanleiding om een verbod op vochtige doekjes in te stellen. Een mogelijk verbod op plastic sigarettenfilters raakt zowel aan milieu als het tabaksontmoedigingsbeleid, daarom ga ik daarover in gesprek met de Staatssecretaris van VWS. Hierover informeer ik uw Kamer voor het mei-reces.

De brief roept ook op tot het inzetten van refill-systemen. Ik ben van mening dat producenten en distributeurs primair verantwoordelijk zijn voor de reductie van plastic en om de benodigde retourlogistiek onderdeel te laten zijn van hun reguliere bedrijfsprocessen. Welke vorm van reductie en hergebruik effectief is, kan per bedrijfsproces verschillen en is primair aan de bedrijven om te bepalen. Tegelijkertijd heb ik Recycling Netwerk BeNeLux gevraagd een verkenning uit te voeren naar de afwegingen die spelen bij het met plastic verpakken van groente en fruit, met Frankrijk als voorbeeld. Ik verwacht de resultaten binnenkort met uw Kamer te kunnen delen.

Recycling

Met de invoering van statiegeld op kleine plastic flesjes is een belangrijke stap gezet voor het stimuleren van recycling en het tegengaan van zwerfafval. Eind dit jaar zal ook statiegeld voor blikjes worden ingevoerd. Dit betekent dat in 2023 een statiegeldsysteem in werking is voor blikjes en plastic flesjes evenals voor glazen bier- en frisdrankflessen. De verbreding van statiegeld naar alle andere drankverpakkingen is naar aanleiding van motie van het lid Beckerman in 2021 verkend.1 Aan de Wageningen Universiteit is gevraagd een verkennende studie te doen, naar een mogelijke uitbreiding van het statiegeldsysteem. Wageningen Universiteit heeft alle drankverpakkingen op de Nederlandse markt geïnventariseerd en voor de drankverpakkingen die niet onder het statiegeldsysteem vallen, relevante overwegingen in kaart gebracht. Het rapport van de Wageningen Universiteit is aan uw Kamer aangeboden.2

De EU-doelstelling om 50 procent van de plastic verpakkingen te recyclen in 2025 wordt door Nederland reeds behaald. De ambitie om in plastic flessen 25 procent recyclaat toe te passen zal naar verwachting ruim voor 2025 worden behaald.

Nederland behoort hiermee tot de Europese koplopers, maar de toepassing en kwaliteit van recyclaat moet verder omhoog. Nederland zet zich in voor een ambitieus verplicht percentage recyclaat in nieuwe plastic producten en zal hiertoe steeds oproepen in de Europese milieuraad en andere Europese gremia.3

Om de toepassing van recyclaat verder te stimuleren en de toepassing van virgin plastics te ontmoedigen heeft het vorige kabinet in 2021 onderzoek laten verrichten naar mogelijkheden voor het invoeren van een belasting op plastics.4 Hieruit is gebleken dat er verschillende varianten mogelijk zijn om een belasting op plastics in te voeren. Volgens de onderzoekers is daarbij een belasting op polymeren het meest eenvoudig vorm te geven. Ik ben van mening dat er zorgvuldig gekeken moet worden naar de effecten van de verschillende varianten en de mogelijke voor- en nadelen. Zoals ik heb aangegeven in het hoofdlijnendebat Infrastructuur en Waterstaat, zal ik hierover in overleg gaan met de collega’s van EZK en Financiën en uw Kamer hierover na de zomer informeren.

Nederland heeft daarnaast met de «Green Deal Betrouwbaar Bewijs voor toepassen van kunststof recyclaat» een methodiek ontwikkeld waarmee transparantie over het aandeel recyclaat in een product wordt verkregen, en waarmee dat aandeel betrouwbaar kan worden aangetoond.5 Dat is vooral belangrijk in de transitiefase waarbij de industrie geleidelijk meer recyclaat zal gaan bijmengen. Dit is een belangrijke stap voor de verdere beleidsontwikkeling voor het toepassen van hoogwaardig en veilig recyclaat.

Zwerfafval

Plastic hoort niet thuis in het milieu. Ik zet daarom in op preventie, hergebruik en hoogwaardige inzameling en recycling, zoals hierboven uiteengezet. Een belangrijke stap is dat vanaf 2023 producenten ook worden verplicht om mee te betalen aan de opruimkosten van het zwerfafval door de invoering van de UPV voor zwerfafval. De bijdragen van producenten worden berekend op basis van de samenstelling van het zwerfafval. Rijkswaterstaat voert al enkele jaren onderzoek uit naar de samenstelling en locatie van het zwerfafval. Aanvullend werkt RWS ook aan de ontwikkeling van een rivierafvalmonitoring. De oproep in de brief voor effectieve bronbestrijding van zwerfafval door kennisopbouw deel ik dus volledig.

Wel vind ik het daarbij van belang dat de data voor het berekenen van de bijdragen die producenten moeten doen op basis van de UPV wetenschappelijk verantwoord zijn. Daarom kies ik ervoor om gebruik te maken van de gegevens uit de Rijkswaterstaat-onderzoeken. De data uit burgerwetenschap kunnen een mooie aanvulling zijn op de beelden uit de RWS-monitor. Ik zie echter op dit moment geen aanleiding om een apart fonds in te richten ter ondersteuning van burgerwetenschap.

Nationaal en Europees beleid

De oproep die in de brief wordt gedaan om initiatief te tonen voor Europese en mondiale samenwerking voor een duurzaam plastic beleid steun ik van harte. Plastic vervuiling stopt niet bij de Nederlandse grens. Maatregelen voor een duurzaam plastic beleid moeten dan ook zo veel mogelijk tot stand komen in Europees en mondiaal verband. Recent heb ik input geleverd aan de Commissie voor het voorgenomen pakket tegen vervuiling door microplastics. Verderop in deze brief staat een nadere toelichting van de Nederlandse inzet voor een ambitieuze Europese aanpak van microplastics.

Verder ben ik blij dat begin maart 2022 tijdens de bijeenkomst van de United Nations Environment Assembly 5.2 (UNEA) een doorbraak is bereikt in de mondiale aanpak van de vervuiling door plastics en microplastics. De inzet van Nederland en de EU is gehonoreerd om een toekomstig verdrag te richten op het tegengaan van de vervuiling door plastics in alle milieucompartimenten en dus niet alleen op de vervuiling van de zeeën. Voor het eerst gaan landen aan de slag met het maken van mondiale bindende afspraken om plastics aan te pakken. Tot nu toe zijn de mondiale afspraken om plastics aan te pakken vrijblijvend. Wel bestaan er op regionaal gebied al juridisch bindende afspraken. Bijvoorbeeld in het OSPAR-verdrag ter bescherming van de noordoost Atlantische Oceaan waar Nederland partij is.

Ketensamenwerking

Ketensamenwerking is van belang voor minder gebruik van plastic, meer hergebruik en meer en betere recycling. Daarom heeft mijn ministerie in het verleden ook het Plastic Pact NL en het Europees Plastic Pact mede opgezet en ondertekend. Binnen het Plastic Pact NL zetten de ondertekenaars in op nieuwe ontwikkelingen en testen zij deze uit om te komen tot een meer verantwoorde en vereenvoudigde plasticketen. Koplopers laten de gehele sector zien wat er al mogelijk is om minder plastic te gebruiken, meer in te zetten op hergebruik en verpakkingen vaker van gerecycled plastic te maken. Daarbij geldt dat goed voorbeeld doet volgen. Koplopers kunnen zo vooruitlopen op nieuw beleid en wetgeving. Op termijn kan dit ook een marktvoordeel opleveren.

Voornemen van de Europese Commissie tot beperking van bewust toegevoegde microplastics

De Plastic Soup Foundation roept in een separate brief op om actie te ondernemen tegen vervuiling door microplastics. De brief bevat een aansporing om er bij de Europese Commissie op aan te dringen spoedig te komen met de voorgenomen REACH-beperking voor microplastics en erop toe te zien dat het voorstel ambitieus is en geen ongerechtvaardigde uitzonderingen bevat.

Net als de Plastic Soup Foundation ben ik ook voorstander van een ambitieuze aanpak van microplastics op Europees niveau voor zowel bewust toegevoegde als onbewust ontstane microplastics. Met een voorstel ter aanpassing van de bijlage van de REACH-verordening wil de Europese Commissie de bewuste toevoeging en productie van microplastics beperken. Ik zal de Commissie oproepen om hier snel stappen in te zetten gezien de urgentie van het probleem. De besluitvorming over dit voorstel staat nu gepland voor oktober 2022. Op basis van het definitieve voorstel van de commissie zal ik mij – indien nodig – gericht uitspreken over het voorkomen van eventuele onnodige ontheffingen en lange overgangstermijnen.

Mijn voorganger heeft reeds aan de Kamer laten weten dat Nederland voorstander zou zijn van een verbod op synthetische infill-materialen.6

Naast deze toevoeging aan de REACH-verordening werkt de Commissie ook aan een breder beleidspakket tegen de vervuiling van microplastics die onbewust in het milieu terechtkomen door bijvoorbeeld slijtage. Recent heb ik uitgebreid gereageerd op een oproep van de Commissie aan lidstaten voor input die kan helpen bij het komen tot maatregelen hiervoor op Europees niveau.7 Daarnaast ben ik voornemens om te reageren op de publieke consultatie van de Commissie die in februari jongstleden is verschenen. Hierover zal ik uw Kamer dit voorjaar nog nader informeren. Ik vind het belangrijk dat de Commissie alle in Nederland bekende bronnen van microplastics ook op Europees niveau goed aanpakt. Europese regelgeving voor een ambitieus textielbeleid en een verbod voor de toevoeging van microplastics in cosmetica zal ik van harte steunen. Eind 2022 zal de Commissie naar verwachting meer inzicht geven in hun beleidsinzet voor microplastics.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

Naar boven