30 872 Landelijk afvalbeheerplan

Nr. 262 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Ontvangen ter Griffie op 18 mei 2021.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 15 juni 2021.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 16 juni 2021.

Deze procedure is gebaseerd op de eerste en tweede volzin van artikel 21.6, vijfde lid, van de Wet Milieubeheer

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2021

Hierbij zend ik u overeenkomstig artikel 21.6, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet milieubeheer het Besluit van 29 december 2020 tot wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit 2005, het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen, het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Stb. 2021, nr. 10). Dit besluit omvat in hoofdzaak de invoering van stortverboden voor een aantal categorieën van afvalstoffen wanneer daarvoor betere verwerkingsmethoden voorhanden zijn. Het betreft kwikhoudende materialen en producten, hechtgebonden asbestcement en asbestcementproducten en asbesthoudend metaalschroot. Voor beeldbuisglas wordt het stortverbod juist opgeheven, omdat er nog geen goede alternatieve verwerkingsmethode voor bestaat.

Het besluit treedt ingevolge artikel 21.6, vijfde lid, derde en vierde volzin, van de Wet milieubeheer, niet eerder in werking dan vier weken na de bekendmaking van het besluit in het Staatsblad. Het tijdstip van inwerkingtreding wordt in dit geval vastgesteld bij koninklijk besluit. Dit besluit is inmiddels bekendgemaakt (Stb. 2021, nr. 227). De aanpassingen van de stortverboden worden met ingang van 1 juli 2021 van kracht. Dit geldt niet voor hechtgebonden asbestcement en asbestcementproducten, omdat hiervoor nog geen alternatieve verwerkingsmethoden voorhanden zijn. Dit onderdeel zal daarom op een later tijdstip in werking treden.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven