Besluit van 26 april 2021, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit van 29 december 2020 tot wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit 2005, het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen, het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Stb. 2021, 10)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 20 april 2021, nr. IENW/BSK-2021/50607, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel V van het Besluit van 29 december 2020 tot wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit 2005, het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen, het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Stb. 2021, 10);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Het Besluit van 29 december 2020 tot wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit 2005, het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen, het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Stb. 2021, 10) treedt in werking:

  • a. voor zover het betreft de artikelen I en II: met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst;

  • b. voor zover het betreft artikel III, met uitzondering van onderdeel 2, onder a: met ingang van 1 juli 2021;

  • c. voor zover het betreft artikel IV: met ingang van het tijdstip waarop het Besluit bouwwerken leefomgeving in werking treedt.

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 april 2021

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Uitgegeven de achttiende mei 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit voorziet in de inwerkingtreding van het Besluit van 29 december 2020 tot wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit 2005, het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen, het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Stb. 2021, 10) (hierna: wijzigingsbesluit).

Dit inwerkingsbesluit is gebaseerd op artikel V van het wijzigingsbesluit. Daarin is bepaald dat het besluit in werking treedt op een tijdstip dat bij koninklijk besluit wordt bepaald, waarbij voor de verschillende artikelen van het besluit of onderdelen daarvan een verschillende inwerkingtredingsdatum kan worden vastgesteld.

Dit inwerkingtredingsbesluit voorziet allereerst (in onderdeel a) in de inwerkingtreding van de artikelen I en II van het wijzigingsbesluit. Die bepalingen voorzien in het invoegen van de begrippen «asbest» en «asbesthoudend product» en de daarbij behorende begripsomschrijvingen in het Asbestverwijderingsbesluit 2005, om redenen die in de nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit zijn aangegeven, en een verbetering van de verwijzing naar de desbetreffende bepalingen in het Bouwbesluit 2012.

Het is wenselijk dat deze begripsbepalingen zo spoedig mogelijk van kracht worden. Hierbij is, voor zover het artikel I betreft, rekening gehouden met artikel 21.6, vijfde lid, van de Wet milieubeheer (Wm). Volgens die bepaling mag een besluit als bedoeld in artikel 21.6, vierde lid, Wm op zijn vroegst in werking treden vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het besluit is bekendgemaakt. Artikel 21.6, vierde lid, is van toepassing op de wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit 2005, waarop artikel I betrekking heeft. Het wijzigingsbesluit is op 14 januari 2021 in het Staatsblad bekendgemaakt, zodat bedoelde bepalingen van de dag na de bekendmaking van het onderhavige besluit van kracht kunnen worden.

Hierbij is afgeweken van de systematiek van de zogenoemde vaste verandermomenten (Aanwijzingen voor de regelgeving, aanwijzing 4.17, eerste lid) en de minimuminvoeringstermijn van twee maanden aangehouden (aanwijzing 4.17, vierde lid). Het betreft namelijk reparatiewetgeving, waarbij afgeweken kan worden van vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn.

Het invoegen van een begripsomschrijving van het begrip asbest in het Besluit bouwwerken leefomgeving, waarin artikel IV voorziet, vindt plaats op hetzelfde tijdstip waarop dat besluit in werking treedt. Dit is geregeld in onderdeel c.

Dit inwerkingsbesluit voorziet voorts (in onderdeel b) in de inwerkingtreding van artikel III, met uitzondering van de wijziging die betrekking heeft op categorie 33, onderdeel a (hechtgebonden asbestcement en asbestcementproducten). Voor de categorieën 5 (kwikhoudende materialen en producten) en 33, onderdeel b (asbesthoudend metaalschroot), bestaan er inmiddels alternatieve verwerkingsmethoden, zodat het niet langer nodig is deze afvalstoffen te storten op een stortplaats. Voor categorie 33, onderdeel a (asbestcement(producten)), geldt dit nog niet, zodat het stortverbod nu nog niet van kracht kan worden. Hierin zal op een later tijdstip worden voorzien, eveneens bij koninklijk besluit.

De verwijzing in categorie 45 (elektrische en elektronische apparatuur) naar het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur is geactualiseerd. Die regeling is vervangen door de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Tevens is een subcategorie, beeldbuisglas, van het stortverbod uitgezonderd omdat daarvoor nog geen andere verantwoorde verwerkingsmethoden dan storten bestaan.

De datum van inwerkingtreding van de aanpassing van de stortverboden waarin artikel III voorziet, is 1 juli 2021. Hierbij is de systematiek van de zogenoemde vaste verandermomenten (Aanwijzingen voor de regelgeving, aanwijzing 4.17, eerste lid) in acht genomen en is tevens de minimuminvoeringstermijn van twee maanden aangehouden (aanwijzing 4.17, vierde lid).

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven