Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2019
Zoals ik uw Kamer heb toegezegd tijdens het AO Wapensystemen van 3 oktober 2019 (Kamerstuk
33 694, nr. 50), informeer ik u bij dezen over de bijeenkomst die Nederland organiseert over het
risico van ongeoorloofd gebruik van civiele drones. Tijdens dit AO gaf ik aan te streven
naar een zo groot mogelijk bereik om een brede vertegenwoordiging van de sector te
kunnen accommoderen. Tegelijkertijd sprak uw Kamer de wens uit voor een bijeenkomst
op korte termijn vanwege de urgentie van de problematiek. Een gelegenheid die voorziet
in beide is de zogenaamde Amsterdam Drone Week, die van 4 tot 6 december 2019 plaatsvindt
in Amsterdam. Deze brengt een brede vertegenwoordiging van internationale droneproducenten
en -gebruikers, alsook relevante beleidsmakers uit verschillende continenten bijeen,
en is daarom bij uitstek geschikt om met de sector in gesprek te gaan over bovengenoemde
risico’s.
De Amsterdam Drone Week (ADW) is georganiseerd op initiatief van de Amsterdam RAI
en de European Union Aviation Safety Agency (EASA). Dit internationale congres is gericht op de commerciële drone industrie en
wordt georganiseerd in nauwe samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is primair verantwoordelijk
voor de regelgeving omtrent de inzet van civiele drones. Dit ministerie heeft een
aanjagende rol gespeeld bij de ontwikkeling van nieuwe Europese regelgeving ten aanzien
van civiele drones, die toeziet op veilig dronegebruik en het aankomende jaar wordt
geïmplementeerd1. Tegelijkertijd is het toezien op veilig dronegebruik een gedeelde verantwoordelijkheid
van meerdere ministeries, waaronder het Ministerie van Defensie, het Ministerie van
Justitie en Veiligheid, waaronder de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en
Veiligheid. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken draagt hieraan bij door andere landen
te mobiliseren om zich aan te sluiten bij gemaakte afspraken en door internationaal
samen te werken om dreigingen te adresseren.
De focus van de ADW ligt dit jaar op nieuwe ontwikkelingen in de dronetechnologie
en het tonen van de kansen die deze ontwikkelingen bieden voor maatschappelijke vooruitgang,
zoals slimme mobiliteit en duurzaamheid. Tegelijkertijd is er ook aandacht voor de
mogelijke risico’s die kunnen voortvloeien uit het gebruik van drones. Die risico’s
zijn veelomvattend en strekken zich uit van vliegveiligheid tot maatschappelijke dreigingen.
Tot die laatste categorie behoren onder andere het inzetten van drones voor de verstoring
van kritische infrastructuur of het maken van verboden beeldopnamen voor spionagedoeleinden,
maar ook het gebruik van drones als wapen door terroristische organisaties zoals IS,
waarmee vanaf een afstand en op anonieme wijze aanslagen kunnen worden gepleegd.
Ik wil gezamenlijk met de internationale drone-industrie passende antwoorden vinden
op deze nieuwe dreigingen. Daarom ga ik op 6 december 2019 in gesprek met deelnemers
van de ADW. Ik zal daar de aandacht vestigen op bovengenoemde risico’s en alle aanwezigen
oproepen om mee te denken over oplossingen waarmee we deze dreigingen het hoofd kunnen
bieden. Met behulp van de aanwezige experts wil ik komen tot een lijst van concrete
aanbevelingen over maatregelen die overheden én de industrie kunnen nemen om het risico
op misbruik van civiele drones te beperken. Ik hoop met deze aanbevelingen te komen
tot afspraken voor de verantwoorde productie en gebruik van civiele drones, waarmee
het risico op misbruik zoveel mogelijk wordt geminimaliseerd. Als deze aanbevelingen
zich daartoe lenen, zal ik mij ervoor inzetten deze ook internationaal te agenderen
zodat ze in zoveel mogelijk landen worden overgenomen.
Rest mij nog te benadrukken dat bovengenoemd initiatief onderdeel is van de bredere
inzet van het kabinet om opvolging te geven aan de motie van het lid Koopmans c.s.
inzake de dreigingen die voortvloeien uit het gebruik van nieuwe technologieën als
(onderdeel van) wapensystemen (Kamerstuk 33 694, nr. 43). Zoals uw Kamer reeds per brief2 en mondeling is gemeld neemt het kabinet op de deelterreinen van de verschillende
technologieën (waaronder ten aanzien van autonome wapens, bewapende drones, hypersone
wapens en cybermiddelen) meerdere initiatieven ter versterking van het normatieve
kader waarin wapensystemen worden ingezet, en draagt het daarmee bij aan het verminderen
van veiligheidsrisico’s. Tegelijkertijd blijft het kabinet oog houden voor de dreigingen
die uitgaan van de technologische innovaties van potentiele tegenstanders, alsook
voor de mogelijkheden om technologische ontwikkelingen positief toe te passen voor
de veiligheid van Nederland en haar bondgenoten.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok