30 806 Onbemande vliegtuigen (UAV)

Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 oktober 2016

Naar aanleiding van het verzoek van de Kamercommissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking om uw Kamer voor het AO Wapenexportbeleid van 25 oktober a.s. een schriftelijke reactie toe te zenden op het rapport «Unmanned and Uncontrolled» van PAX over de exportcontrole op drones1, doet het kabinet u hierbij de reactie toekomen.

Het kabinet verwelkomt de actieve betrokkenheid van PAX en maatschappelijke organisaties bij deze discussie. Samengevat ziet het kabinet kansen maar ook bedreigingen in de groeiende beschikbaarheid van kleine commerciële Unmanned Aerial Vehicles (UAV’s, ook wel «drones» genoemd). Het rapport «Unmanned and Uncontrolled», evenals het rapport «Emerging Unmanned Threats» dat in februari van dit jaar door ARES en PAX werd gepubliceerd over het gebruik van dergelijke UAV’s door niet-statelijke actoren2, bevestigen dat de technologische ontwikkelingen het steeds eenvoudiger maken om UAV’s voor verkeerde doeleinden te gebruiken.3 Deze zorgelijke ontwikkeling heeft de volle aandacht van het kabinet, dat zich inzet om het gesprek hierover aan te gaan, zowel op nationaal als op internationaal niveau.

Op nationaal niveau heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken naar aanleiding van het rapport van ARES en PAX op 5 juli jl. een brede consultatie met academici, NGO’s, het bedrijfsleven en beleidsmakers georganiseerd over het gebruik van kleine commerciële UAV’s door niet-statelijke actoren. Deze consultatie maakte duidelijk dat er reeds veel regelgeving op het terrein van exportcontrole bestaat, juist om verkeerd gebruik te voorkomen. Ook werd echter geconstateerd dat de regelgeving en de controlemaatregelen slechts met moeite de snelle technologische ontwikkelingen en de groeiende verkrijgbaarheid van zowel dit type UAV’s als componenten daarvoor kunnen bijhouden. Internationale samenwerking op dit gebied is belangrijk, in het bijzonder via relevante exportcontroleregimes zoals het Wassenaar Arrangement en het Missile Technology Control Regime (MTCR). In de consultatie kwam ook het tegengaan van misbruik binnen Nederland aan bod door invoering van additionele vergunningsystemen voor kopers en bezitters van UAV’s. Dat laatste vergt echter meer dan alleen het maken van nationale keuzes op basis van veiligheidsrisco’s. Hierover worden dan ook gesprekken gevoerd binnen de EU.

Naast het toenemend gebruik van kleine commerciële UAV’s door niet-statelijke actoren, maakt het kabinet zich ook zorgen over proliferatie van bewapende UAV’s door staten. Het kabinet zet zich daarom al langere tijd in om een open internationale discussie over de inzet en het gebruik van bewapende UAV’s door staten, waar mogelijk, te bevorderen. Zo riep de Minister van Buitenlandse Zaken, indachtig zijn toezegging in het AO AVVN van september 2015 (Kamerstuk 26 150, nr. 146) en de motie Klaver/Segers van december 2013 over dit onderwerp (Kamerstuk 21 501-20, nr. 834), op tot een open debat over het gebruik van bewapende UAV’s en over transparantie inzake het gebruik daarvan in zijn speech voor de Ontwapeningsconferentie in Genève op 29 februari 2016.

Daarnaast maakte Nederland de afgelopen maanden deel uit van een kleine kopgroep van landen die internationale standaarden willen (her)bevestigen ten aanzien van de export en het daaropvolgende gebruik van bewapende UAV’s door staten. Binnen deze groep speelde Nederland een actieve rol, onder meer door het organiseren van één van de eerste bijeenkomsten. Nederland benadrukte in het bijzonder het belang van transparantie op dit terrein, naast de bestaande exportcontroleregimes onder het Wassenaar Arrangement en het MTCR. Het eerste resultaat van de besprekingen in de kopgroep is een gezamenlijke verklaring die op 5 oktober jl. in Washington DC is uitgebracht.4 Ruim veertig landen hebben zich inmiddels bij het initiatief aangesloten, waaronder ook landen die niet zijn aangesloten bij de genoemde exportcontroleregimes. In het voorjaar van 2017 zal de internationale discussie over standaarden voor de export en het gebruik van UAV’s worden voortgezet.

Voorts uitte Nederland begin oktober in zijn verklaring voor het General Debate van de Eerste Commissie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties ernstige zorgen over de verspreiding van bewapende UAV’s onder niet-statelijke actoren, in het bijzonder terroristische organisaties zoals ISIS. Nederland benadrukte daarbij het belang van transparantie en accountability, zowel wat betreft de export van UAV’s als het gebruik daarvan. Tevens zal Nederland en marge van de Eerste Commissie een side-event faciliteren als platform voor het maatschappelijk middenveld om hun zorgen en aanbevelingen met betrekking tot de proliferatie en de inzet van bewapende UAV’s met beleidsmakers te delen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven