30 573 Migratiebeleid

Nr. 169 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2018

In deze brief informeer ik uw Kamer over een aanpassing van de leges voor aanvragen om reguliere verblijfsvergunningen met ingang van 1 januari 2019.

Op 7 december 2017 heeft de Europese Commissie Nederland opgeroepen tarieven voor reguliere verblijfsvergunningen die zijn afgegeven uit hoofde van EU-richtlijnen over legale migratie te herzien. Het gaat hierbij specifiek om de uitvoering van de studentenrichtlijn (Richtlijn 2004/114/EG), de onderzoekersrichtlijn (Richtlijn 2005/71/EG), de blauwekaartrichtlijn (Richtlijn 2009/50/EG) en de richtlijn gecombineerde vergunning (Richtlijn 2011/98/EU). Op 18 mei 2018 heeft de Europese Commissie hier nog twee richtlijnen aan toegevoegd: de richtlijn seizoenarbeiders (Richtlijn 2014/36/EU) en de ICT-richtlijn (Richtlijn 2014/66/EU). De Commissie bestrijdt niet het recht van lidstaten om administratieve vergoedingen te heffen voor de behandeling van aanvragen, maar vindt de hoogte van de vergoedingen in strijd met het recht van de aanvragers.

Voorts heeft de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 8 oktober 20181 aanleiding gegeven om de leges voor gezinshereniging aan te passen.

Het bovenstaande heeft geleid tot onderstaande aanpassing van de leges voor reguliere verblijfsvergunningen die worden afgegeven uit hoofde van EU-richtlijnen over legale migratie. De volgende nieuwe tarieven worden met ingang van 1 januari 2019 ingevoerd:

Verblijfsdoel

Oud legestarief

Legestarief per 1-1-2019

Verblijf als familie- of gezinslid

€ 240

€ 171

Vergunning voor onbepaalde tijd

EU status langdurig ingezetene

€ 161

€ 171

Verblijf als economisch niet-actieve langdurig ingezetene

€ 161

€ 171

Arbeid als kennismigrant

€ 582

€ 285

Verblijf als houder van de Europese blauwe kaart

€ 661

€ 285

Seizoenarbeid

€ 570

€ 171

Overplaatsing binnen een onderneming

€ 582

€ 285

Arbeid in loondienst

€ 909

€ 285

Grensoverschrijdende dienstverlening

€ 909

€ 285

Wetenschappelijk onderzoek in de zin van richtlijn 2016/801/EU

€ 321

€ 171

Lerend werken

€ 570

€ 285

Studie

€ 192

€ 171

Het zoeken en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst

€ 285

€ 171

Uitwisseling, al dan niet in het kader van een verdrag

€ 283

€ 285

Deze nieuwe tarieven zijn gekoppeld aan het legestarief voor de nationale identiteitskaart. Het tarief voor de nationale identiteitskaart is met ingang van 1 januari 2019 vastgesteld op € 572. De tarieven bestaan uit 3 x het tarief voor de nationale identiteitskaart (3 x € 57 = € 171) of 5 x het tarief voor de nationale identiteitskaart (5 x € 57 = € 285). Voorts is rekening gehouden met de langere duur van afgifte van de nationale identiteitskaart (10 jaar) ten opzichte van de maximale geldigheidsduur van een verblijfsvergunning (maximaal 5 jaar). Op basis van deze berekening zal in de toekomst het tarief voor reguliere verblijfsvergunningen die worden afgegeven uit hoofde van EU-richtlijnen over legale migratie aan de hoogte van de leges voor de nationale identiteitskaart worden aangepast.

Voor de overige legestarieven geldt dat deze met ingang van 1 januari 2019 worden geïndexeerd. Deze leges zijn geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de cao-lonen zoals berekend door het CBS (1,7%), conform de handelwijze bij de indexering van de leges die geheven worden in het kader van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

De legestarieven in Caribisch Nederland worden tevens aangepast aangezien deze verband houden met de legestarieven in Europees Nederland (zie Stcrt. 2014, nr. 33256). De in deze brief vermelde wijzigingen zullen met ingang van 1 januari 2019 worden aangepast in het Voorschrift Vreemdelingen 2000, de Regeling toelating en uitzetting BES en de Regeling op de consulaire tarieven.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers


X Noot
1

AbRvS 8 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3249

X Noot
2

Besluit van 17 december 2018, houdende wijziging van het Besluit paspoortgelden in verband met de aanpassing van de tarieven per 1 januari 2019 (Stb. 2018, nr. 494)

Naar boven