30 573 Migratiebeleid

Nr. 128 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 november 2014

Tijdens het AO vreemdelingen- en asielbeleid op 29 oktober 2014 heb ik toegezegd te bezien of het zinvol is om een schaarste-criterium in te voeren in de kennismigrantenregeling. Met deze brief kom ik mijn toezegging na.1

Ik ben in overleg met mijn collega's van het Ministerie van Economische Zaken en Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot de conclusie gekomen dat een schaarste- criterium in de kennismigrantenregeling niet wenselijk dan wel nodig is om verschillende redenen.

I. Ambitie kabinet: behoren tot de top vijf van mondiale kenniseconomieën.

De ambitie van dit kabinet is om tot de mondiale top vijf van de kenniseconomieën te behoren. De afgelopen jaren is daarvoor het topsectorenbeleid ontwikkeld. Nederland blinkt uit in veel sectoren, van water en logistiek tot hightech en creatieve industrie. De gemeenschappelijke deler van deze topsectoren is dat het kennisintensieve en internationaal-georiënteerde sectoren zijn. De sectoren waarin we wereldwijd excelleren moeten nog sterker worden gemaakt. Alle topsectoren hebben uitgesproken dat zij behoefte hebben aan kennis. Deze behoefte komt niet zozeer voort uit tekorten of schaarste op de arbeidsmarkt, maar vooral uit het feit dat kennis bijdraagt aan onze kenniseconomie en aanbod van kennis vraag ernaar creëert.

II. Daarvoor is een aantrekkelijk vestigingsklimaat essentieel

Een aantrekkelijk vestigingsklimaat is belangrijk voor de Nederlandse economie. Grensoverschrijdende samenwerking en flexibele arbeidsmobiliteit van kenniswerkers zijn belangrijke concurrentiefactoren. Zowel vanuit het perspectief van buitenlandse bedrijven die overwegen een vestiging in Nederland te openen, als voor reeds gevestigde bedrijven die nieuwe investeringen overwegen. Het kabinet heeft daarom aangekondigd maatregelen te nemen om Nederland voor kenniswerkers aantrekkelijker te maken als bestemming, bijvoorbeeld via een versterking van het aanbod van internationale scholen.2

III. ... zijn buitenlandse kenniswerkers onmisbaar...

Nederland moet zijn positie als concurrerende kenniseconomie verstevigen. Internationaal talent is van grote waarde voor onze welvaart, economie en het hoger onderwijs. In een internationale concurrerende kenniseconomie zijn buitenlandse kenniswerkers onmisbaar. Nederland moet aantrekkelijk zijn voor studenten en hoogopgeleide kenniswerkers die met hun kennis kunnen bijdragen aan het versterken van onze economie. Daarom kent Nederland voor deze specifieke groep een uitnodigend toelatingsbeleid en heeft het kabinet het meerjarige actieplan «Make it in The Netherlands» gelanceerd om internationaal talent te werven en te binden.

IV. ... en is arbeidsmobiliteit nodig.

Arbeidsmobiliteit is nodig om de ambitie van dit kabinet te realiseren. Nederland blijft niet tot de mondiale top van kenniseconomieën behoren als het geen internationale kenniswerkers toelaat. Met de kennismigrantenregeling faciliteert het kabinet bedrijven die vreemdelingen van buiten de Europese Unie in Nederland te werk willen stellen. De kennismigrantenregeling kent daarom één eis, namelijk een salariscriterium.

In het loon van de kennismigrant komt de waarde voor Nederland tot uiting. Het salariscriterium ligt flink hoger dan het modale inkomen.3 Het hogere salaris (en eventuele tegemoetkoming in reis- en verblijfkosten) zorgt er in de eerste plaats voor dat bedrijven eerst kijken naar het Nederlandse of Europese aanbod. In de tweede plaats levert een kennismigrant met zijn of haar salaris een bovengemiddelde bijdrage aan de Nederlandse economie. Bedrijven die bereid zijn het kennismigrantensalaris te betalen, hebben blijkbaar behoefte aan die vreemdeling omdat deze een toegevoegde waarde heeft. Dit kan gelegen zijn in het feit dat er in Nederland of Europa niemand te vinden is met de kennis en ervaring waar het bedrijf behoefte aan heeft of dat internationale excellentie een voorwaarde is voor het succes van het bedrijf.

V. Daarom wordt de toegang voor kennismigranten soepeler en goedkoper.

Om verdere economische groei te realiseren zijn meer kenniswerkers in Nederland nodig. Het kabinet heeft in de «groeibrief» daarom aangekondigd de toegang voor kenniswerkers te versoepelen en goedkoper te maken. In 2015 komt het kabinet hiertoe met een voorstel. Dat betekent dat het kabinet juist geen extra regels, zoals een schaarste-criterium, introduceert. Bedrijven kunnen het beste zelf bepalen wie ze in dienst nemen of met wie ze zakelijke relaties aangaan. Dat is geen taak van de overheid. Bovendien bestaan er grote verschillen tussen en binnen arbeidsmarktsectoren en regio’s in Nederland. Te veel beperkende regels remt de economische groei en nieuwe investeringen af. Dit is ook niet in het belang van Nederlandse werkzoekenden, zowel hoog- als laagopgeleid.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

De motie van het lid Fritsma over de invoering van een schaarste-criterium in de kennismigrantenregeling (Kamerstuk 19 637, nr. 1910) is in afwachting van deze brief aangehouden.

X Noot
2

Brief van 16 september 2014 van Minister-President Rutte en vice Minister-President Asscher aan de Tweede Kamer over werken aan groei (de «groeibrief») (Kamerstuk 34 000, nr. 4).

X Noot
3

Het salaris van de kennismigrant van 30 jaar en ouder moet minimaal € 4.371,84 bruto per maand zijn (en als de kennismigrant jonger is dan 30 jaar € 3.205,44 bruto per maand); het modale inkomen is in 2014 € 2.585 bruto per maand.

Naar boven