34 000 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN EN DE VICE-MINISTER-PRESIDENT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 september 2014

Inleiding

In de eerste twee jaar van zijn regeringstermijn heeft het kabinet een groot aantal belangrijke en verstrekkende hervormingen uitgewerkt. Hervormingen die ervoor zorgen dat de Nederlandse verworvenheden en instituties ook in de toekomst houdbaar zullen blijven. Deze maatregelen zullen, wanneer ze zijn geïmplementeerd, de Nederlandse economie duidelijk versterken. Effectieve en zorgvuldige implementatie is daarom een van de prioriteiten van het kabinet en zijn partners. Maar de wereld staat nooit stil en heeft dat de afgelopen twee jaar ook niet gedaan. Vervolgstappen zijn nodig.

Werk en groei hangen onlosmakelijk met elkaar samen: zonder groei van de werkgelegenheid op korte termijn zal het economisch herstel niet breed in de samenleving gevoeld worden. En zonder een duurzame langetermijn groei staat de toekomstige werkgelegenheidsgroei op de tocht. Op drie onderdelen presenteert het kabinet maatregelen om vaart te geven aan het werkgelegenheidsherstel en het verdienvermogen. Ten eerste de werkgelegenheid. Hoewel de eurocrisis veel te lang heeft voortgeduurd, lijkt het herstel nu eindelijk aangebroken. Maar de werkloosheid blijft vooralsnog hoog. Onacceptabel hoog. Ten tweede hebben recente economische en geopolitieke ontwikkelingen naast heel veel meer ook laten zien dat de wereld snel kan veranderen. Voor een duurzame groei met respect voor onze omgeving is een wendbare economie onontbeerlijk. Dit betekent dat we onze innovatie- en arbeidskracht daarvoor moeten inzetten. Tot slot hebben de laatste maanden ook benadrukt dat Nederland onlosmakelijk onderdeel is van de internationale gemeenschap en kan floreren wanneer het gebruik maakt van de internationale verdienkansen. We kunnen en zullen ons ook economisch niet terugtrekken achter de dijken.

1. Herstel van werkgelegenheid

Als gevolg van de economische crisis is de werkloosheid de afgelopen jaren fors opgelopen. Sinds de tweede helft van vorig jaar is sprake van een voorzichtig economisch herstel. Omdat dit herstel met enige vertraging zichtbaar wordt op de arbeidsmarkt, blijft de werkloosheid nog te lang te hoog: sinds het begin van de crisis zijn er in Nederland 350.000 werklozen bijgekomen. Het kabinet heeft daarom maatregelen genomen om de werkgelegenheid te ondersteunen, zoals de sectorplannen en maatregelen voor specifieke aandachtsgroepen als ouderen en jongeren. Het kabinet spant zich sterk in om de werkloosheid op korte termijn te beperken en op de langere termijn de dynamiek op de arbeidsmarkt te vergroten. Economische groei is noodzaak voor daadwerkelijk herstel van de werkgelegenheid. Daarom bevat deze brief ook een aantal aanvullende maatregelen om het groeivermogen te bevorderen.

Werken moet lonen en impuls werkgelegenheid

De voorgenomen herziening van het belastingstelsel is gericht op het verlagen van de lasten op arbeid en vereenvoudiging van het stelsel. Werken moet lonen en we moeten het ook niet moeilijker maken dan strikt noodzakelijk. Als eerste stap in die richting neemt het kabinet op korte termijn de volgende maatregelen:

  • 1. Het kabinet beperkt in 2015 daar waar dat kan, de lastenontwikkeling voor werknemers. Dit maakt werken meer lonend en verhoogt de koopkracht.

  • 2. Om de afspraak uit het sociaal akkoord over 125.000 banen voor mensen met een arbeidsbeperking te realiseren, ontwikkelt het kabinet in het kader van de Participatiewet samen met VNO-NCW en AWVN business-cases die laten zien hoe het economisch rendabel is om mensen uit deze doelgroep aan de slag te helpen. Het kabinet stimuleert verder dat bedrijven vacatures aanpassen aan het vermogen van mensen. De beperking van de lastendruk en loonkostensubsidies van de Participatiewet maken het daarbij ook aantrekkelijker om laaggeschoolde arbeid naar Nederland terug te halen.

  • 3. Het kabinet maakt de kinderopvangtoeslag meer gericht op werk. Het is nu voor ouders niet altijd financieel aantrekkelijk om meer uren te gaan werken. De beleidsdoorlichting, waaruit concrete voorstellen zullen volgen, is in 2015 gereed.

  • 4. Als impuls voor de woningmarkt en werkgelegenheid in de bouw blijft in het eerste half jaar van 2015 het lage Btw-tarief voor de bouw behouden.

Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar aan laten sluiten

Ondanks de hoge werkloosheid zijn er ook nu bedrijven en sectoren waar sprake is van tekort aan personeel, zoals de techniek. Het komt nog te weinig voor dat mensen gemakkelijk van de ene naar de andere sector stromen. Een gemiste kans voor mensen zelf en voor de economie. Het kabinet wil dat werknemers afkomstig uit sectoren die krimpen doorstromen naar sectoren die groeien en neemt daarom de volgende aanvullende maatregelen:

  • 5. De derde tranche van de sectorplannen richt zich specifiek op het bevorderen van van-werk-naar-werk en van-werkloosheid-naar-werk. Sectoren die inzetten op concrete omscholings- of bijscholingstrajecten voor werknemers kunnen voor cofinanciering in aanmerking komen.

  • 6. Om van-werk-naar-werk te bevorderen introduceert het kabinet in 2015 binnen de sectorplannen de brug-WW. Dit vergemakkelijkt baanwisselingen waarbij sprake is van substantiële omscholing in de richting van groeiberoepen en -sectoren. Deze extra ondersteuning vanuit de WW drukt de kosten voor de werkgever.

  • 7. Ouders zullen voortaan in de eerste zes maanden van werkloosheid nog recht hebben op kinderopvangtoeslag. Door de periode te verlengen van drie naar zes maanden kunnen ze zich volledig richten op het vinden van een nieuwe baan. De maatregel geldt in 2015 en 2016.

2. Werken aan een wendbare economie

In internationaal perspectief staat Nederland er nog steeds (erg) goed voor. Maar als we nu achterover leunen, zullen we onze toppositie zeker verliezen. Het kabinet houdt daarom permanent aandacht voor onze concurrentiepositie en wendbaarheid van onze open economie en neemt hiervoor de volgende extra maatregelen.

Meer talent in Nederland

  • 8. Het kabinet maakt het mogelijk om individuele vakken in het voortgezet onderwijs op een hoger niveau af te ronden. Op die manier wordt het voor een havoleerling met een rekenknobbel bijvoorbeeld mogelijk wiskunde te volgen op vwo-niveau.

  • 9. Het kabinet zal zittenblijven terugdringen door te stimuleren dat de zomer gebruikt wordt voor extra lessen en het aanpassen van de bekostiging van instellingen om inspanningen van scholen om zittenblijven te beperken meer te laten lonen.

  • 10. Het onderwijscurriculum wordt aangescherpt en ambitieuzer gemaakt met bijbehorende standaarden. Hiertoe komt in 2015 een voorstel. Dit geeft tegelijkertijd een helder kader voor toetsing van individuele leerlingen en verantwoording van leraren en scholen.

  • 11. Het kabinet vergroot de mogelijkheid voor leven lang leren door de flexibilisering van de aanbodzijde van het middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs. Het kabinet geeft een impuls aan het modulair middelbaar beroepsonderwijs door het introduceren van erkende certificaten met credits. Bovendien komen er experimenten met vraagfinanciering in het hoger onderwijs bij bekostigde en niet-bekostigde instellingen.

  • 12. Het kabinet gaat afspraken maken met het bedrijfsleven met als doel de komende 10 jaar (2015–2025) het aantal promovendi in het bedrijfsleven (o.a. in de vorm van «industrial doctorates») en de rijksoverheid met enkele honderden te vergroten. Hiermee realiseren we een betere toepassing van kennis in bedrijfsleven en overheid, en maken we Nederland als vestigingsplaats aantrekkelijker.

  • 13. Het kabinet stelt, samen met kennisinstellingen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en medeoverheden in 2015 een wetenschapsagenda op. Deze agenda benoemt uitdagende thema’s waar de wetenschap zich op gaat richten, met een actieve betrokkenheid van bedrijven en maatschappelijke organisaties. Zowel de profileringsafspraken van de universiteiten, als de sectorplannen onderzoek en de middelen van NWO zullen worden gericht op de thema’s uit de Wetenschapsagenda. Het is belangrijk dat de wetenschapsagenda aansluit bij de maatschappelijke uitdagingen en de Europese Horizon 2020-agenda. Hierdoor kunnen de wetenschapsagenda en inspanningen binnen de topsectoren elkaar versterken.

  • 14. Het kabinet zal de toegang voor kennismigranten versoepelen en goedkoper maken en zal hiertoe in 2015 een voorstel doen. Het kabinet zal dan ook met maatregelen komen om Nederland aantrekkelijker te maken als bestemming voor kennismigranten, bijvoorbeeld via een versterking van het aanbod van internationale scholen.

Kansen voor bedrijven

  • 15. Het kabinet geeft meer ruimte aan innovatief gebruik van data en komt in 2015 met concrete voorstellen. Wetgeving wordt aangepast zodat op verantwoorde wijze nieuwe datagedreven innovaties en verdienmodellen tot stand kunnen komen. Ook zal het gebruik van open data worden gefaciliteerd en regels omtrent intellectueel eigendom gemoderniseerd. Voorts voert het kabinet de actie-agenda Smart Industry uit die moet leiden tot nieuwe manieren van samenwerken en produceren in de Nederlandse (maak)industrie.

  • 16. Het kabinet stelt in 2014 een special envoy voor startups aan om het Nederlandse profiel als een internationaal aantrekkelijke plek voor jonge, innovatieve bedrijven te versterken. Onderdeel van deze aanpak is betere benutting van bestaande financieringsinstrumenten, onderwijsinitiatieven (zoals aandacht voor coderen, apps ontwikkelen in het voortgezet onderwijs) en het versterken van innovatieve ecosystemen (zoals het Amsterdamse startup-initiatief).

  • 17. Het kabinet stelt een toekomstfonds in om direct een impuls te geven aan innovatie. Er komt € 200 miljoen beschikbaar voor revolverende financiering van innovatieve MKB-bedrijven. De rendementen van het fonds komen beschikbaar voor uitgaven aan fundamenteel en toegepast onderzoek.

  • 18. Het kabinet organiseert in het najaar een zorgtop over de export van de Nederlandse zorg om kennis op het gebied van life sciences en health beter te gelde te maken. Daarnaast zal het kabinet initiatieven ondersteunen gericht op de export van nieuwe technologieën in de zorg.

  • 19. Er wordt toegewerkt naar één controlemoment om de efficiëntie van de logistieke keten te vergroten: alle inspecties, zoals Inspectie Leefomgeving en Transport, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, en Douane gaan zo inspecteren op hetzelfde moment in de logistieke keten.

  • 20. Het kabinet versterkt in 2015 de cybersecurity. Zo wordt de kennisbasis op het gebied van digitale veiligheid verbreed en komt er een keurmerk veilig internet voor het MKB. Dit maakt ondernemers minder kwetsbaar voor digitale inbraken en versterkt het consumentenvertrouwen in e-commerce. De investeringen in cyber security en internationale samenwerking bieden ook bij uitstek kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven om exportkansen in deze mondiale groeisector te grijpen.

De stad als economische motor

  • 21. Het kabinet stelt in 2015 een Agenda Stad op om de concurrentiekracht en leefbaarheid van Nederlandse steden verder te versterken. Deze is er mede op gericht om bestemmingsplannen, bouwprocedures en bestaande investeringsprogramma’s beter bij stedelijke groei aan te laten sluiten. Uiteraard doet het kabinet dit samen met de steden, bedrijven en kennisinstellingen.

  • 22. Het kabinet neemt maatregelen die ervoor zorgen dat de detailhandel sneller kan inspelen op veranderende voorkeuren van het winkelpubliek. Met het oog op de aantrekkelijkheid van binnensteden doen we voorstellen om leegstaande winkelruimten sneller een andere bestemming te geven. Ook nemen we maatregelen om de combinatie van fysieke en online detailhandel te faciliteren. Tevens komt er een Nederlandse gedragscode franchise met een bijbehorende geschillencommissie.

  • 23. Het kabinet wil investeringen bevorderen in aanpassing van de bestaande woningvoorraad, nieuwe woonzorgconcepten en verbouw van verzorging- en verpleeghuizen. De behoefte aan nieuwe combinaties van wonen en zorg zal immers toenemen door veranderingen in individuele voorkeuren. Met betrokken partijen zal een agenda worden opgesteld om knelpunten in de regelgeving op te ruimen.

  • 24. Het kabinet ondersteunt stedelijke ruimtelijke ontwikkeling door belemmeringen weg te nemen. Zo gaat de Omgevingswet 24 wetten bundelen en zorgt deze ervoor dat projecten sneller uitgevoerd kunnen worden omdat de hoofdregel de proceduretijd verkort van 26 naar 8 weken en er bovendien maar één omgevingsvergunning nodig is.

  • 25. Het kabinet bevordert het gebruik van intelligente transportsystemen om zo bestaande infrastructuur beter te benutten. Ook bevordert het kabinet het slimmer toepassen van beschikbare reisinformatie voor de consument. Er worden proeven opgezet met innovatieve verkeerssystemen, onder andere om ervaring op te doen met zelfrijdende voertuigen.

3. Internationale verdienkansen

Het internationale speelveld verandert snel. De concurrentie neemt toe, opkomende economieën verwerven een steeds prominentere positie en productieketens worden steeds meer internationaal. Kansen liggen in verdere integratie van activiteiten binnen de Europese Unie en in handel met landen daarbuiten.

Versterking van de interne markt

  • 26. Op Europees niveau en bij lidstaten zelf kunnen belangrijke stappen worden gezet voor het creëren van groei en banen. Als handelsland profiteert Nederland van stabiliteit en groei in de Europese Unie. Het kabinet maakt versterking van de interne markt en prikkels bij lidstaten om structurele hervormingen door te voeren tot prioriteit richting de nieuwe Europese Commissie en in het eigen voorzitterschap in 2016.

  • 27. Het kabinet pleit op Europees niveau voor het creëren van één digitale interne markt, onder andere door invoering van een Europese titel voor auteursrecht, in plaats van 28 nationale auteursrechttitels. Om tot één Europese telecommarkt te komen streeft het kabinet naar versterking van de Europese toezichthouder en volledige afschaffing van roamingtarieven. Ook zet het kabinet in op het makkelijker maken van grensoverschrijdende e-commerce, samen met gelijkgezinde lidstaten. Dit kan onder andere door verdere harmonisering van consumentenrechten.

  • 28. Het kabinet versterkt de energiemarkt door een betere koppeling van nationale en regionale gas- en elektriciteitsmarkten en -infrastructuur zodat beschikbare productiecapaciteit beter wordt benut en effectieve prikkels ontstaan ten behoeve van leveringszekerheid en een schonere energieproductie. Binnen het EU-kader maakt het kabinet afspraken in Noordwest-Europees verband om het energiebeleid beter op elkaar te laten aansluiten.

  • 29. Het kabinet zal de Europese dienstenrichtlijn voortvarend uitvoeren en zal hiertoe eisen aan gereglementeerde beroepen en activiteiten in Nederland vereenvoudigen en waar mogelijk afschaffen, met name in de bouw, zakelijke dienstverlening en veiligheidssector. Ook zullen in dit kader op korte termijn afspraken met de Benelux-landen worden gemaakt om nationale koppen op Europese regelgeving voor detailhandel in beeld te brengen waar nodig af te schaffen en tot een gezamenlijke markt te komen voor verwerking, transport en recycling van afval.

Ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland

Ook buiten Europa liggen kansen. Een goede aansluiting van ons bedrijfsleven op de opkomende economieën is van groot belang. Daarom neemt het kabinet de volgende maatregelen:

  • 30. Het Nederlandse exporterende bedrijfsleven krijgt betere toegang tot financiering om een gelijker speelveld te creëren met concurrenten in het buitenland. Het kabinet komt in 2015 met voorstellen voor aanpassing van het bestaande instrumentarium van exportkredietverzekeringen en investeringsgaranties.

  • 31. Nederland start het netwerk van «lage landen». Onze expertise op het gebied van innovatieve waterkeringen en onze ervaring met private financiering van publieke waterstaatswerken delen en verrijken we door intensievere samenwerkingen met andere landen die vergelijkbare uitdagingen als Nederland het hoofd te bieden hebben.

  • 32. Het Dutch Disaster Risk Reduction Team geeft preventieve adviezen om waterrampen te voorkomen, zowel op gebied van waterkeringen als financiering. Extra middelen worden beschikbaar gesteld om tegemoet te komen aan de verzoeken, het werkveld uit te breiden naar landbouw en stedelijke planning en de follow-up van de missies verder vorm te geven. Hiermee wordt het Nederlandse bedrijfsleven goed gepositioneerd om opdrachten te kunnen binnenhalen.

Tot slot

In deze brief heeft het kabinet uiteengezet in welke richting het de komende jaren stappen zet om de economische groei verder te versterken en de werkgelegenheid in Nederland te vergroten. Deze werk- en groei-impuls is aanvullend op de reeds in gang gezette hervormingen die de komende jaren moeten worden uitgevoerd. Het kabinet blijft daarnaast in dialoog met burgers, bedrijven, onderzoekers en maatschappelijke instellingen om het verdienvermogen van Nederland te vergroten. De maatregelen in deze brief zijn opgenomen in de departementale conceptbegrotingen. De onderwerpen en maatregelen in deze brief vormen uiteraard geen uitputtende lijst van alle acties die het kabinet zal ontplooien. De wereld staat niet stil en Nederland is nooit af. Deze brief focust op enkele grote en kleinere stappen op het terrein van werk en groei. In de toekomst zullen ongetwijfeld aanvullende stappen nodig zijn, net zoals dat geldt voor de andere terreinen van het kabinetsbeleid. Graag blijft het kabinet hierover in dialoog met uw Kamer.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

De Vice-Minister-President, L.F. Asscher

Naar boven