30 420 Emancipatiebeleid

Nr. 386 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2023

Inleiding

Het afgelopen jaar heeft het kabinet gewerkt aan gelijkheid, vrijheid en veiligheid van vrouwen en lhbtiq+ personen1. Dit doet het kabinet met de uitvoering van de Emancipatienota 2022–2025, die ik uw Kamer op 18 november 2022 stuurde. Met deze voortgangsrapportage beschrijf ik op hoofdlijnen de voortgang sindsdien. Daarnaast geef ik in de bijlage een overzicht van de voortgang op alle maatregelen die genoemd zijn in de Emancipatienota.

Gelijkheid, veiligheid en acceptatie zijn belangrijke waarden die voor iedereen van betekenis zijn. Alleen als we die waarden borgen, kunnen mensen op een vrije en gelijkwaardige manier meedoen in de samenleving. Zodat iedereen veilig naar school kan, geliefden hand in hand kunnen lopen, de juiste zorg wordt verstrekt en een baan voor iedereen toegankelijk is. Geslacht, genderidentiteit, genderexpressie en seksuele gerichtheid mogen daarbij geen rol spelen.

Gendergelijkheid neemt al jaren toe en is deels gerealiseerd.2 In de Europese Gendergelijkheidsindex is Nederland gestegen naar de tweede plaats en dat is goed nieuws.3 Zo is het aandeel vrouwen in het wetenschappelijk onderwijs de afgelopen tien jaar gestegen tot meer dan 50%4 en neemt de economische zelfstandigheid van vrouwen toe.5 Ook groeit de sociale acceptatie van homo- en biseksuele personen, en is er meer aandacht voor genderdiversiteit.6 De meeste mensen in Nederland vinden gelijkwaardigheid belangrijk. Zo wil 61% van de ouders de zorg voor kinderen gelijk verdelen7, spreken duizenden zich moedig uit tegen (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en staat het overgrote deel van de Nederlandse bevolking positief tegenover lhbtiq+ personen.8

Tegelijkertijd worden bijna overal ter wereld vrouwen en lhbtiq+ personen ongelijk behandeld, zijn ze slachtoffer van geweld en worden ze belemmerd om volwaardig mee te doen aan de samenleving. Zo werd in Polen een activist die zich inzet voor toegang tot abortus in eerste aanleg veroordeeld. In Bulgarije kunnen transgenderpersonen niet meer legaal van geslacht veranderen. En ook in Nederland krijgen mensen te maken met (seksueel) grensoverschrijdend gedrag, gendergerelateerd geweld (waaronder femicide), loondiscriminatie, ongelijke kansen op de arbeidsmarkt, (online) haat, fysieke bedreigingen en beperkende stereotype opvattingen over vrouwen en mannen. Belangrijke verworvenheden, zoals het recht op abortus, lhbtiq+ rechten en relationele en seksuele vorming in de klas worden door sommigen opnieuw ter discussie gesteld. Daarnaast waren er het afgelopen jaar ernstige incidenten. Bijvoorbeeld de medewerkers van een Groningse dragshowbar die zijn mishandeld, het COC9 in Eindhoven dat belaagd werd, en discriminerende spreekkoren die in stadions klonken.

We hebben een samenleving te beschermen waarin iedereen gelijkwaardig is. We moeten samen zorgen voor gelijkheid, vrijheid en veiligheid van vrouwen en lhbtiq+ personen op juridisch, politiek, economisch, sociaal en cultureel vlak. Dat vraagt om voortdurende actie, steun, het wegnemen van drempels, gedragsveranderingen en een cultuuromslag.

Zulke veranderingen gaan gepaard met debat, en in een vrij land als Nederland is er natuurlijk ruimte voor tegengeluiden en andere meningen. Maar gelijke rechten voor iedereen staan niet ter discussie. Dat regelt artikel 1 van onze Grondwet. Steeds vaker zien we dat meningen gebaseerd worden op desinformatie en dat die geluiden omslaan in intolerantie, haatzaaien, discriminatie en oproepen tot geweld. Dat is niet acceptabel. Niemand heeft de vrijheid om de fundamentele rechten van een ander te ondergraven. Gelijkheid en veiligheid voor vrouwen en lhbtiq+ personen zijn kernwaarden waaraan niet getornd mag worden, en waar we ons voor in moeten en zullen blijven zetten.

Emancipatie is een opdracht voor ons allen

Burgers, organisaties en mede-overheidsinstellingen spelen hierin een belangrijke rol. Daarom hebben we dialogen in gang gezet. We voeren op verschillende plaatsen in het land gesprekken over de behoeften en ervaringen van mensen op het gebied van werk. Ook voeren we gesprekken over hoe we het wijdverspreide probleem van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag kunnen aanpakken. Dat laatste resulteerde in het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, waarin organisaties en betrokkenen melden wat ze gaan doen voor het voorkomen, signaleren en opvolgen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.

Daarnaast heb ik strategische partnerschappen gesloten met acht allianties van organisaties, die voor de periode 2023–2027 subsidie ontvangen.10 Zij zetten zich in voor diversiteit en kansengelijkheid, en dus voor gendergelijkheid en lhbtiq+-gelijkheid op verschillende thema’s die ik hieronder benoem.

Binnen het kabinet werk ik met verschillende ministeries nauw samen. Als coördinerend Minister van Emancipatie moedig ik waar nodig mijn collega-bewindspersonen aan om bij nieuw beleid altijd te kijken naar de effecten voor gendergelijkheid. Daarvoor is de gendertoets (die eerder onderdeel was van het Integraal afwegingskader voor wet- en regelgeving (IAK)) ook toegevoegd aan het Beleidskompas, waarmee ministeries nieuw beleid ontwikkelen. De gendertoets helpt om de mogelijk verschillende gevolgen van beleid voor mannen en vrouwen in kaart te brengen.

Het is belangrijk om meer inzicht te krijgen hoe gender beter meegenomen kan worden in bestaand en nieuw beleid. Daarom laat ik een onderzoek uitvoeren naar behulpzame en belemmerende factoren voor gendermainstreaming11 voor beleidsmakers. Het onderzoek wordt in de tweede helft van 2024 opgeleverd. Daarnaast streven we naar een intersectionele aanpak waarbij er aandacht is voor verschillende uitdagingen of vormen van uitsluiting tegelijkertijd. Een voorbeeld hiervan is de start van een pilot om te verkennen hoe intersectionaliteit toepasbaar gemaakt kan worden in de ontwikkeling en uitvoering van het discriminatie- en racismebeleid. Deze pilot is ontwikkeld en uitgewerkt door Expertisecentrum Diversiteitsbeleid (ECHO) in opdracht van de Ministeries van OCW en SZW.

Tot slot werken wij samen met vertegenwoordigers van Bonaire, Sint Eustatius en Saba aan emancipatiebeleid voor de Caribische delen van het koninkrijk. In het verlengde hiervan wordt met het COC gesproken over het herstarten van het Pink Orange Akkoord.

Arbeid

Het kabinet zet zich in om de deelname van vrouwen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Het is goed om vast te stellen dat opnieuw meer vrouwen betaald werk hebben. De arbeidsparticipatie van vrouwen was in het eerste kwartaal van 2023 68,6%, ten opzichte van 68,1% vorig jaar. Een vergelijkbare stijging zien we ook terug bij mannen: van 76,4% naar 76,7%12. Ook de financiële onafhankelijkheid13 stijgt bij vrouwen en mannen. Dit is goed nieuws, maar nog steeds is bijna de helft van de vrouwen niet financieel onafhankelijk. En als we dit intersectioneel bekijken en dit uitsplitsen naar andere achtergrondkenmerken, zoals opleidingsniveau, zijn de verschillen nog groter. We vinden het van groot belang om de arbeidsmarktpositie van vrouwen te blijven verbeteren en ongelijkheid en discriminatie op de arbeidsmarkt te bestrijden.

Het kabinet heeft onder andere het volgende gedaan:

  • Om de loonkloof te bestrijden, werkt het kabinet aan een spoedige implementatie van de EU-Richtlijn loontransparantie. Het streven van de Minister van SZW is dit wetsvoorstel in de tweede helft van 2024 aan uw Kamer aan te bieden.

  • Om de financiële onafhankelijkheid van praktisch opgeleide vrouwen te verhogen hebben we in 2023 een partnerschap gesloten met «Financieel Sterk door Werk», een alliantie van WOMEN Inc., Bureau Clara Wichmann en stichting Het Potentieel Pakken. Dit doet deze alliantie o.a. door het gesprek aan te gaan met werkgevers over betere werkomstandigheden en uitbreiding van verdiencapaciteit. Ook worden de vrouwen zelf geactiveerd en worden brancheverenigingen in de zorg, kinderopvang en schoonmaak aangesproken om ook de belangen van deze vrouwen mee te nemen.

  • Om de representatie en participatie van vrouwen in de politiek te stimuleren en te bestendigen, heb ik in 2023 een partnerschap gesloten met «Politica», een alliantie van WO=MEN, Stem op een Vrouw en de Nederlandse Vrouwenraad in samenwerking met Emancipator. Dit doet deze alliantie o.a. door samen te werken met overheden en politieke partijen, het opzetten van trainingen en netwerken, én onderzoek te doen naar de barrières die vrouwen ervaren om politiek actief te worden.

  • Om gendergelijkheid op de arbeidsmarkt te stimuleren, heeft de Minister van SZW het uitkeringspercentage van het betaald ouderschapsverlof verhoogd van 50% naar 70% van het dagloon. De regeling is op 2 augustus 2022 in werking getreden.

  • Om zwangerschapsdiscriminatie aan te pakken zet het kabinet in op bewustwording door het verbeteren van de informatievoorziening, zowel richting (zwangere) werknemers als werkgevers. WOMEN Inc. heeft in opdracht van de Ministeries van OCW en SZW een grote bewustwordingscampagne uitgevoerd. Daarnaast werkt het Ministerie van SZW aan het ontwikkelen van een informatiepakket dat naar verwachting voor het einde van het jaar beschikbaar komt. Deze aanpak maakt deel uit van het Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie 2022–2025.

  • Om meer inzicht te krijgen in de ervaringen van mensen rondom gendergelijkheid op de arbeidsmarkt, is de Minister van SZW dit jaar een dialoog getiteld «SamenSpraak» gestart. Hierin wordt met verschillende groepen in de samenleving in gesprek gegaan over de verdeling van arbeid en zorg, en de verwachtingen in de samenleving over mannen en vrouwen op het werk, in het gezin en breder op de arbeidsmarkt.

Veiligheid

Het kabinet wil veiligheid voor iedereen in Nederland. Iedereen moet de ruimte en vrijheid krijgen om zichtbaar en openlijk zichzelf te kunnen zijn, zonder negatieve invloed van seksuele- en gendernormen en zonder geconfronteerd te worden met verbaal of fysiek geweld.

Er is helaas reden tot zorg. Vrouwen en lhbtiq+ personen zijn vaak slachtoffer van ernstig en structureel geweld. Zo heeft 22% van de vrouwen en 6% van de mannen ooit seksueel geweld meegemaakt. Als ongewenste seksuele aanrakingen en zoenen worden meegerekend, heeft ruim 50% van de vrouwen en bijna 20% van de mannen dat meegemaakt. Bijna de helft (44%) van de biseksuele vrouwen is in 2021 slachtoffer geweest van (online) seksuele intimidatie of geweld.14 Ook voelen vrouwen en lhbtiq+ personen zich minder veilig dan heteromannen en hebben ze vaker te maken met online bedreiging en intimidatie.15

Om de veiligheid van mensen te verbeteren, zet het kabinet onder andere in op het vergroten van de veiligheid van vrouwen en lhbtiq+ personen in de openbare ruimte, thuis, op het werk, online, binnen het asielbeleid, de sport, het onderwijs, de wetenschap en de zorg. Daarbij blijven we intensief samenwerken, zowel als kabinet onderling als met betrokkenen zoals maatschappelijke organisaties. Deze brede benadering is noodzakelijk om een cultuurverandering te bereiken waarbij de hele maatschappij is betrokken en we de veiligheidssituatie structureel verbeteren. Dit is een grote opgave en een langdurig proces, maar het is ook zaak om daarin concrete voortgang en resultaten te boeken. Preventie is daarin een belangrijke factor.

Het kabinet heeft onder andere het volgende gedaan:

  • Om seksueel grensoverschrijdend gedrag aan te pakken en bij te dragen aan de verandering naar een cultuur waarin mensen elkaars grenzen en wensen herkennen, erkennen en respecteren hebben we het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld gelanceerd. Met deze sector-overstijgende aanpak wordt ingezet op publiekcommunicatie, worden maatschappelijke initiatieven ondersteund, omstanders geactiveerd, wordt seksueel grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar gemaakt, onderzoek verricht, hulpverlening verbeterd en worden normen en wetgeving aangescherpt.

  • Om geweld tegen vrouwen en vanwege gender aan te pakken hebben we een aanpak gendergerelateerd geweld met aandacht voor femicide. Hierbij wordt ingezet op deskundigheidsbevordering, preventie en het harder aanpakken van plegers. Conform de motie van het lid Mutluer c.s.16 geeft het kabinet prioriteit aan dit plan en stellen we samen met het veld concrete acties, doelstellingen en actiepunten op. De Minister voor Rechtsbescherming zal uw Kamer voor april 2024 hierover informeren.

  • Om geweld en agressie tegen vrouwen en lhtbiq+ personen aan te pakken zijn vier nieuwe discriminatierechercheurs aangesteld en versterken we de diversiteitsnetwerken bij de politie zoals Roze in Blauw.

  • Om de veiligheid van vrouwen en meiden in de publieke ruimte te vergroten is het aantal gemeenten dat meedoet aan het programma Veilige Steden uitgebreid naar 20 steden verspreid over het land. Het programma richt zich op het versterken van de veiligheid van vrouwen en meisjes in de openbare ruimte en tijdens het uitgaan.

  • Om de acceptatie en veiligheid van lhbtiq+ personen in de sport te bevorderen, zetten we samen met het Ministerie van VWS de financiering voort van de Alliantie Gelijk Spelen en het programma Ons voetbal is van iedereen (OVIVI) 2.0.

Onderwijs

Goed onderwijs is een voorwaarde voor een samenleving waarin iedereen gelijkwaardig wordt behandeld, veilig is en gelijke kansen krijgt. Gender(identiteit), geslachtskenmerken, genderexpressie of seksuele oriëntatie mogen dat niet in de weg staan. Daarbij moeten jongeren een studiekeuze kunnen maken zonder gehinderd te worden door sociale verwachtingen, gendernormen en rolpatronen. Tevens moet er op school aandacht zijn voor seksuele vorming en seksuele diversiteit.

Met de sociale veiligheid op scholen in het funderend onderwijs gaat het over het algemeen goed, maar uit de landelijke veiligheidsmonitor funderend onderwijs blijkt ook dat het welbevinden van meisjes in het voorgezet onderwijs duidelijk lager is dan dat van jongens. Met lhbt-leerlingen gaat het op veel vlakken slechter dan met niet-lhbt-leerlingen. Ze worden vaker gepest en gediscrimineerd, maken vaker (gewelds)incidenten mee, en durven minder vaak een incident te melden. Hun meldingen krijgen ook minder vaak opvolging.17 Daarnaast zien we dat de scholen en organisaties die aandacht besteden aan kerndoelen rond seksuele vorming en seksuele diversiteit meer dan andere jaren te maken krijgen met weerstand van een kleine groep. Het moet duidelijk zijn dat elke leerling en student zich veilig en geaccepteerd moet weten op school en op de instelling. Daar werken we hard aan met de aanpak Vrij en veilig onderwijs. Als een leerling of student toch iets overkomt, kunnen ze in eerste instantie terecht bij een mentor of de vertrouwenspersoon van de school of instelling. Mocht het nodig zijn, kunnen zij ook een klacht indienen. Leerlingen en studenten die dat lastig vinden of niet weten waar ze terecht kunnen, kunnen op de website www.jouwveiligeschool.nl terecht.

Ook het mbo kent een soortgelijke meldstructuur. In de praktijk zien we dat studenten vaak terecht kunnen bij iemand die ze goed kennen, zoals de eigen mentor. Daarnaast is het mogelijk om een interne of externe vertrouwenspersoon te raadplegen. Mochten studenten de situatie buiten de school om verder willen oppakken, dan kunnen ze terecht bij JOBmbo. Ten aanzien van preventie heeft de MBO Raad een aantal handreikingen gepubliceerd waar mbo-instellingen hun informatie uit kunnen halen. Veel instellingen maken gebruik van die handreikingen en een deel van de instellingen maakt gebruik van eigen gedragscodes. Ook het kennispunt Gelijke Kansen, Diversiteit en Inclusie zet zich in voor dit onderwerp en deelt actief kennis met docenten en beleidsmakers binnen mbo-instellingen. Tot slot wordt binnenkort de monitor Integrale Veiligheid gepubliceerd. De monitor zal meer inzicht verschaffen in de mate van ervaren sociale en fysieke veiligheid van studenten en personeel op mbo-instellingen.

Op 8 juni jl. heb ik mijn integrale aanpak sociale veiligheid in hoger onderwijs en wetenschap gepresenteerd. Onderdeel van die aanpak is dat ik de sector ondersteun om tot een landelijk programma sociale veiligheid in hoger onderwijs en wetenschap te komen. Dit programma moet een wezenlijke verandering in de praktijk teweeg gaan brengen, gebaseerd op aanbevelingen uit diverse rapporten die de afgelopen jaren zijn verschenen.

Uit de Techniekpact Monitor 202318 blijkt dat vrouwelijke leerlingen en studenten bij bèta-technische opleidingen nog steeds sterk in de minderheid zijn. Ook in vergelijking met het buitenland is de beroepssegregatie in Nederland hoog.

Het kabinet heeft onder andere het volgende gedaan:

  • Het concept wetsvoorstel Vrij en Veilig onderwijs scherpt de eisen ten behoeve van de sociale veiligheid aan voor scholen. Met onder andere een uitbreiding van de jaarlijkse monitor van de veiligheidsbeleving en de invoering van een meldplicht voor ernstige incidenten versterkt dit voorstel de sociale veiligheid voor leerlingen en onderwijspersoneel. Het voorstel ligt nu ter advies bij de Autoriteit Persoonsgegevens en daarna zal het ter advisering aan de Raad van State worden voorgelegd.

  • In het najaar van 2023 worden de resultaten van de monitor integrale veiligheid in het mbo naar uw Kamer gestuurd. Op basis van de uitkomst van de monitor wordt bezien of aanvullende maatregelen nodig zijn om de veiligheid in het mbo te waarborgen, waaronder die van lhbtiq+ studenten.

  • Het kabinet stelt voor de jaren 2022 t/m 2031 jaarlijks € 4 miljoen beschikbaar ten behoeve van onderzoek en monitoring, interventies en kennisdeling, en bewustwording en cultuurverandering ter verbetering van sociale veiligheid en inclusie in het hoger onderwijs volgens de bestuurlijke afspraken.19 Daarnaast werk ik aan een zorgplicht van instellingen voor de sociale veiligheid van studenten, die zal worden vastgelegd in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.20

  • Ik investeer jaarlijks € 30 miljoen tussen 2024–2027 in het mbo zodat docenten gebruik kunnen maken van het professionaliseringsaanbod van Het Expertisecentrum Burgerschap, zoals gemeld in de Werkagenda mbo.21 Daarbij is aandacht voor het stimuleren van deskundigheidsbevordering van docenten op het gebied van seksuele- en genderdiversiteit binnen het burgerschapsonderwijs, dat onder meer wordt ontsloten door het Expertisepunt Burgerschap. De kerndoelen voor het burgerschapsonderwijs in het primair en voortgezet onderwijs worden momenteel herijkt, evenals de kwalificatie-eisen voor burgerschapsonderwijs in het mbo.

  • We hebben een partnerschap gesloten samen met de alliantie «Worden wie je bent» die bestaat uit VHTO, Stichting School en Veiligheid, Movisie en Emancipator. Zij werken samen met het onderwijsveld om ervoor te zorgen dat leerlingen zich vrij voelen om de keuzes te maken die het beste bij hen passen. Zo proberen zij de invloed van genderstereotype verwachtingen voor school en studiekeuze te verminderen.

  • We geven vijf jaar subsidie aan Stichting School en Veiligheid, onder meer om de website Gendi te onderhouden, over gender- en seksuele diversiteit in het onderwijs.22

Zorg

Als kabinet willen we dat iedereen in Nederland passende zorg ontvangt. Helaas is dit nog niet altijd het geval. In de gezondheidszorg is er nog onvoldoende kennis en ervaring op het gebied van gender, seksuele gerichtheid, geslachtskenmerken, genderidentiteit en -expressie. Dat leidt soms tot ongelijke behandeling en grotere kans op gezondheidsproblemen. De gezondheid van lesbische en homoseksuele personen is inmiddels vergelijkbaar met die van heteroseksuele personen, zowel op het gebied van mentale gezondheid als kansen om gezond te zijn en blijven. Dat geldt helaas niet voor transgender- en bi+ personen. Zij hebben een slechtere algemene en psychische gezondheid dan lesbische, homoseksuele en heteroseksuele personen.23 Specifiek bij transgender personen zien we ook hogere cijfers voor wat betreft suïcidaliteit problemen.24

Het kabinet zet zich in voor passende zorg voor iedereen en in deze voortgangsrapportage wordt nader ingegaan op wat er voor deze specifieke groepen gedaan wordt. Wat betreft intersekse/DSD25 is het nodig dat voorkomen wordt dat er niet-medisch noodzakelijke en non-consensuele behandelingen (nnmb’s)26 van intersekse kinderen plaatsvinden. Uw Kamer ontving daarover eerder een onderzoeksrapport van het NIVEL27 dat is uitgevoerd naar aanleiding van de motie van de leden Bergkamp en Van den Hul die de regering verzoekt te onderzoeken in welke mate niet medisch noodzakelijke ingrepen plaatsvinden bij jonge intersekse kinderen.28

Daarnaast heeft het kabinet op het thema zorg onder andere het volgende gedaan:

  • Om de transgenderzorg toegankelijk en toekomstbestendig te houden, bevorderen we samenwerking tussen belangrijke partijen. Het Ministerie van VWS is hiervoor primair verantwoordelijk en zet zich in om een gremium hiervoor in te stellen. Hierover wordt uw Kamer eind dit jaar geïnformeerd. Daarnaast wordt door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (KIMS) gewerkt aan een evaluatie en herziening van de kwaliteitsstandaard Transgenderzorg Somatisch.

  • Zelf bekijk ik met betrokken partijen uit het maatschappelijk middenveld hoe ik vanuit mijn rol kan bijdragen aan het beperken van de wachtlijsten, bijvoorbeeld door te kijken wat mogelijk is om buiten de (specialistische) zorg om, bij te dragen aan het voorkomen van de instroom op de wachtlijsten van de somatische zorg waarbij specifiek wordt gekeken naar psychologische zorg. Over de vorm hiervan zal in het eerste kwartaal van 2024 een besluit worden genomen. Uw Kamer zal hierover bij eerstvolgende gelegenheid worden geïnformeerd.

  • De Minister van VWS heeft de subsidie voor de chatservice Genderpraatjes van het project Trans en Jong verlengd tot april 2025.

  • Om te voorkomen dat er niet-medisch noodzakelijke en non-consensuele behandelingen (nnmb’s) van intersekse kinderen plaatsvinden, onderzoeken we hoe we nnmb’s bij intersekse kinderen kunnen voorkomen. Daarbij wordt zowel gekeken naar de in ontwikkeling zijnde kwaliteitsstandaard DSD/Intersekse als naar de voors en tegens van een wettelijk verbod op nnmb’s. Het belang van het kind zal bij onze verkenning voorop staan.

  • Om te zorgen dat er meer erkenning en herkenning van bi+ personen komt, subsidiëren we de stichting Bi+ Nederland als onderdeel van de alliantie Kleurrijk en Vrij.

  • Om te zorgen dat er meer inzicht komt in gender- en sekseverschillen in de zorg, hebben we een partnerschap gesloten met de alliantie Gezondheidszorg op maat, een samenwerkingsverband voor gelijkwaardige gezondheidszorg voor vrouwen en lhbtiq+ personen. De Minister van VWS heeft daarnaast de Taakopdracht Gender en Gezondheid aan ZonMW verlengd tot 2026.

Gelijke behandeling en wetgeving

Iedereen moet in vrijheid en veiligheid kunnen leven en gelijk worden behandeld. Dit is een cruciaal uitgangspunt van een vrije democratische samenleving en een wezenskenmerk van onze rechtsstaat. De overheid is verantwoordelijk voor een rechtsstelsel waarin gelijkheid wordt gegarandeerd en wordt opgetreden tegen discriminatie en ongelijke behandeling. Dat staat in artikel 1 van de Grondwet en moet doorwerken in lagere wet- en regelgeving.

Het kabinet heeft onder andere het volgende gedaan:

  • Het kabinet heeft een wetsvoorstel ingediend om het draagmoederschap beter te regelen. Het is de bedoeling dat de rechter al voor de conceptie kan beslissen dat de wensouders vanaf de geboorte de wettelijke ouders zijn van het kind. Andere elementen van het wetsvoorstel zijn het afstammingsregister en het vastleggen van de hoogte van de vergoeding en de voorwaarden die van toepassing worden op het draagmoederschap.

  • Het kabinet heeft een wetsvoorstel opgesteld, om geslachtsregistratie op de ID-kaart niet langer te vermelden, om onnodige sekseregistratie tegen te gaan. Dit zal zo spoedig mogelijk aan uw Kamer worden aangeboden.

  • We hebben een onderzoek verricht naar de behoefte en uitvoeringsconsequenties van de invoering van de geslachtsvermelding «X». Het Tweede Kamerlid Van Ginneken heeft op 27 oktober 2023 het initiatiefwetsvoorstel Wet vereenvoudiging non-binaire geslachtsvermelding in consultatie gebracht. De internetconsultatie sluit op 8 december 2023.

  • We hebben artikel 1 van onze Grondwet aangepast op basis van een initiatiefwetsvoorstel. Seksuele gerichtheid en handicap zijn nu expliciet opgenomen als discriminatiegrond.

Internationaal

Nederland maakt zich ook internationaal sterk voor mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat. Nederland wil sterk in blijven zetten op gendergelijkheid en gelijke rechten voor lhbtiq+ personen. Dat is nodig, gezien zorgwekkende ontwikkelingen rondom het recht op abortus in de VS, en de aantasting van de rechten van lhbtiq+ personen in landen als Polen en Hongarije. Die ontwikkelingen treffen niet alleen mensen daar, maar ook aldaar gevestigde of daar naartoe reizende Nederlanders. We moeten ook internationaal pal staan voor de rechten van vrouwen en lhbtiq+ personen. De negatieve invloed van internationale, ultraconservatieve organisaties op de rechten van vrouwen en lhbtiq+ personen neemt toe, zowel internationaal als in Nederland. We zien dat een aantal kleine maar goed georganiseerde en gefinancierde organisaties in binnen- en buitenland zorgen voor het blokkeren van vooruitgang of zelfs zorgen voor achteruitgang op deze mensenrechten.

Het kabinet heeft onder andere het volgende gedaan:

  • Het kabinet voert feministisch buitenlandbeleid dat aandacht garandeert voor de positie en rechten van lhbtiq+ personen en gendermainstreaming. Hiermee hebben we verschillende successen geboekt in het tegengaan van de pushback op gendergelijkheid, SRGR en gelijke rechten voor lhbtiq+ personen binnen en buiten de EU.29 Zo overtuigden de Benelux-landen dertien andere EU-landen achter de Europese Commissie te gaan staan in de zaak tegen Hongarije aanhangig bij het Europese Hof, vanwege de anti-lhbtiq+-wetgeving.30 En mede dankzij Nederland zijn er voorzitterschapsconclusies over de veiligheid van lhbti personen met steun van 25 lidstaten aangenomen.31

  • In lijn met de motie van het lid Sjoerdsma32, het amendement Hammelburg33 en het Regenboogstembusakkoord zijn er meer financiële middelen gericht op vrouwenrechten inclusief SRGR en gelijke rechten voor lhbtiq+ personen in de Centraal-, Oost-Europa en de Kaukasus beschikbaar. Ook heeft het kabinet de bestaande financiële steun aan de Europese koepelorganisaties ILGA-Europe34, TGEU35 en IGLYO36 voor de komende drie jaar voortgezet.

  • In 2022 heeft het Koninkrijk der Nederlanden zich gecommitteerd aan het bereiken van gendergelijkheid in de context van klimaatverandering. Het kabinet is gestart met het in kaart brengen van potentiële genderongelijkheid in de effecten van klimaatverandering en klimaatbeleid. Het CBS brengt in het najaar 2023 intersectionele genderdata gericht op inkomensongelijkheid in beeld.

  • Met trots kan gemeld worden dat Nederland gekozen is om in 2024 het Europese Forum van de International Day Against Homophobia, Biphobia en Transphobia (IDAHOT) te organiseren. Bewindspersonen, beleidsmakers en mensenrechtenverdedigers vanuit heel Europa komen dan naar Den Haag om over het verbeteren van de positie en rechten van lhbtiq+ personen en het omgaan met de ervaren pushback te spreken.

Monitoring

Cijfers voor het emancipatiebeleid en de voortgang komen onder andere uit de Emancipatiemonitor. De eerstvolgend editie verschijnt in 2024 en wordt opgeleverd door het CBS. De LHBT-monitor wordt uitgebreid tot een Lhbtiq+-monitor, die ook aandacht besteedt aan intersekse en non-binaire personen. De monitor zal worden uitgevoerd door Panteia, Movisie en I&O Research en zal verschijnen in 2024, 2026 en 2028. In beide monitors is ook aandacht voor de positie van vrouwen en lhbtiq+ personen met een beperking, conform de motie van de leden Werner en Westerveld.37

Daarnaast heb ik de Kamer met Prinsjesdag uitgebreide data over emancipatie gestuurd via de beleidsindicatoren op www.ocwincijfers.nl. Daarmee voer ik de moties uit van het lid Wassenberg c.s.38 en van de leden Westerveld en Mutluer.39

Slotwoord

Emancipatie is nog niet klaar. De maatschappelijke noodzaak en het maatschappelijke belang zijn de afgelopen jaren eerder groter dan kleiner geworden. Meer concrete resultaten op het terrein van emancipatie zijn een kwestie van een lange adem en intensieve samenwerking. Door de demissionaire status van het kabinet kunnen niet alle ambities uit de Emancipatienota worden gerealiseerd. Denk aan de herziening van het kinderopvangstelsel, een wettelijke regeling voor meerouderschap, het creëren van de mogelijkheid van non-binaire geslachtsregistratie in het paspoort of het naleven en implementeren van internationale verdragen en richtlijnen (zoals de Europese Richtlijn Loontransparantie).

Emancipatie is en blijft een opdracht voor ons allemaal. Ik hoop dat de internationale gemeenschap, lokale overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties, onderzoek en wetenschap, mensen zelf en niet in de laatste plaats: het nieuwe kabinet de verantwoordelijkheid voor deze opdracht blijven voelen en nemen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
1

Lhbtiq+ is een afkorting voor lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender, intersekse en queer personen.

X Noot
5

OCW in cijfers.

X Noot
9

Het COC is een belangenorganisatie voor lhbti+ personen.

X Noot
10

Kamerstukken II, 2022–2023, 30 420, nr. 380.

X Noot
11

Het kabinet gebruikt de definitie van EIGE (European Institute for Gender Equality). Gendermainstreaming is «de integratie van een genderperspectief in de beleidsvoorbereiding, het ontwerp, de uitvoering, de controle en de evaluatie van beleidsmaatregelen en uitgaven(programma’s), teneinde de gelijkheid van vrouwen en mannen te bevorderen en discriminatie te bestrijden.»

X Noot
13

Iemand is financieel onafhankelijk wanneer diegene een netto jaarinkomen uit werk heeft van minstens het minimumloon (zie definitie van het CBS).

X Noot
22

www.gendi.nl.

X Noot
25

De term intersekse verwijst naar de ervaringen van mensen die geboren zijn met een lichaam dat niet voldoet aan de normatieve definitie van man of vrouw zoals de maatschappij die hanteert. De term DSD is de medische term en staat voor Differences of Sex Development (geslachtsvariaties van de uitwendige en inwendige geslachtsorganen).

X Noot
26

Nnmb’s zijn niet medisch noodzakelijke behandelingen van (zeer jonge) intersekse kinderen zonder hun eigen vrije en geïnformeerde toestemming.

X Noot
27

Kamerstukken II, 2022–2023, 30 420, nr. 379.

X Noot
28

Kamerstukken II, 2019–2020, 35 300 VIII, nr. 131.

X Noot
29

SRGR staat voor Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten.

X Noot
30

Na de Benelux-landen hebben ook Oostenrijk, Ierland, Malta, Denemarken, Portugal, Spanje, Zweden, Slovenië, Finland, Cyprus, Griekenland, Duitsland en Frankrijk zich aangesloten bij de rechtszaak van de commissie tegen Hongarije. Het Europees parlement betuigde al eerder zijn steun.

X Noot
31

Kamerstukken II 2022–2023, 32 317, nr. 830 en nr. 842.

X Noot
34

International Lesbian, Gay, Bisexual, Trans and Intersex Association Europe.

X Noot
35

Transgender Europe.

X Noot
36

International Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender, Queer & Intersex Youth and Student Organization.

X Noot
37

Kamerstukken II, 2022–2023, 36 200 VIII, nr. 159.

X Noot
38

Kamerstukken II, 2021–2022, 36 100 VIII, nr. 22.

X Noot
39

Kamerstukken II, 2022–2023, 36 200 VIII, nr. 161.

Naar boven