30 252 Toekomstvisie agrarische sector

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2018

Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maakt sinds 2010 gebruik van het Programma Internationale Agroketens (PIA). Ik zend u hierbij het eindrapport van de evaluatie van het programma1, dat is uitgevoerd als onderdeel van de evaluatieprogrammering.

PIA is één van de financiële instrumenten die door LNV wordt ingezet om de beleidsdoelstellingen op internationaal terrein te verwezenlijken. De internationale beleidsinzet op agrofood-gebied en de Nederlandse positionering in het buitenland is onder meer uiteengezet in de Kamerbrief «Toekomstbestendige Agrofood Export»2.

PIA wordt ingezet voor het bereiken van verschillende doelstellingen, waaronder:

  • Het onderhouden en waar nodig versterken van de (politieke) beleidsdialoog met voor landbouw/agroketens belangrijke partnerlanden.

  • Het handhaven en waar mogelijk vergroten van markttoegang (technische en niet-technische belemmeringen).

  • Het bevorderen van export- en importactiviteiten van de internationale agrarische sector.

  • Het bevorderen van de export van innovaties en kennis van de internationale agrarische sector.

Het PIA-instrument staat op de begroting van het Ministerie van LNV met een jaarlijks budget van ca. € 2,4 miljoen en is een programma-/beleidsbudget waaruit verschillende kleinschalige activiteiten worden gefinancierd. Dit varieert van de organisatie van inkomende (high-level) missies en landbouwwerkgroepen naar Nederland tot seedmoney-achtige activiteiten van het Landbouwradennetwerk (LAN) in het buitenland, gericht op de eerder genoemde doelstellingen.

Onderzoeksvragen

In het onderzoek stonden de volgende vragen centraal:

  • Hoe ervaren de betrokken partijen (de LNV-Beleidsdirectie, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en het Landbouwradennetwerk) de werking, het proces en de effectiviteit van het PIA-instrument?

  • Welke aanbevelingen heeft de onderzoeker om de werkbaarheid en effectiviteit van het PIA-instrument voor de betrokken partijen te verbeteren?

  • Hoe kunnen de effecten van het PIA-instrument beter inzichtelijk worden gemaakt?

  • Met welke output- en/of outcome-indicatoren kunnen de effecten van het PIA-instrument worden gemeten?

Deze evaluatie richt zich derhalve primair op de doeltreffendheid van het PIA-instrument en de doelmatigheid van de PIA-processen. De evaluatie richt zich op de periode 2014–2017. De aanpak van deze evaluatie betrof deskresearch (analyse van diverse documenten), vijftien interviews met direct betrokkenen en een validatiebijeenkomst (waarbij met diverse betrokkenen gesproken is over zowel het identificeren van effecten en het logisch beredeneren van causale verbanden als validatie van de voorlopige bevindingen.

Conclusies en aanbevelingen

De evaluatie heeft aangetoond dat het moeilijk is om de doeltreffendheid van het PIA-instrument eenduidig vast te stellen. Factoren die hierbij een rol spelen zijn o.a. het ontbreken van een «evalueerbare doelstelling», een nulmeting, afgesproken indicatoren voor de meting en systematische monitoring. Daar tegenover staat dat de invloed van externe factoren op het bereiken van de huidige PIA-doelen groot is.

Ten aanzien van de doelmatigheid van de PIA-processen hebben de diverse geïnterviewden, met name Landbouwradennetwerk bevestigd, dat ze positief zijn over de werking en processen van het PIA-instrument.

Onderzoeksbureau Ecorys heeft verschillende aanbevelingen gedaan, zoals een herformulering van de PIA-doelstellingen, het beter in kaart brengen van de effecten, toekennen van meerjarige budgetten aan Landbouwraden, reserveren van vrije ruimte binnen het PIA-budget voor strategische inzet in specifieke situaties en de actualisatie van de visie op de internationale functie van en LNV en bijbehorende doelstellingen.

Reactie

Ik heb de uitkomsten van deze tussentijdse evaluatie positief ontvangen, maar zie ook dat er nog verbeteringen mogelijk zijn om de meetbaarheid van de effecten te verhogen. Deze evaluatie is – zoals de onderzoekers hebben aangegeven – geen eindpunt, maar biedt wel verschillende aanbevelingen waar zowel het Ministerie van LNV als RVO.nl en de Landbouwraden verder mee aan de slag gaan.

Zo zullen de doelstellingen van het PIA-instrument – mede naar aanleiding van mijn in september 2018 uitgebrachte LNV-visie «Waardevol en verbonden» (Nederland als koploper in kringlooplandbouw)3 – worden aangescherpt. Dit zal in de 1e helft van 2019 in aanloop naar de jaarplanaanschrijving 2020 van de Landbouwraden plaatsvinden.

Naast een herformulering van de doelen zal in dezelfde tijdsperiode een aanzet worden gemaakt om de aangescherpte doelen meetbaar te maken. Hierbij zal naast de door Ecorys aangeboden en besproken interventielogica ook gekeken worden naar de ervaringen van het Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) een koppeling aan de «Sustainable Development Goals» (SDG’s).

In de 2e helft van 2018 is een traject gestart om de meerjarenvisies van de Landbouwraden te verbeteren in zowel kwaliteit als diepgang. Bezien moet worden of de uitkomsten van dit traject mogelijkheden zullen bieden om PIA-budgetten meerjarig i.p.v. jaarlijks in te gaan zetten.

Al deze procesverbeteringen worden in nauw overleg tussen de beleidsdirectie(s), RVO.nl en de Landbouwraden voorbereid en uitgevoerd en zullen in 2019 worden gecontinueerd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstukken 33 625 en 31 532, nr. 227

X Noot
3

Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 5

Naar boven