Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2011
Hierbij doe ik u, zoals toegezegd, het rapport Sportinfrastructuur in Nederland. Quickscan sportaccommodaties en sportorganisaties
1 toekomen2.
Deze quickscan is op mijn verzoek opgesteld door het W.J.H. Mulier Instituut.
De quickscan bevat een overzicht van de huidige kennis over sportaccommodaties, sportorganisaties en accommodatiegebruikende
burgers, alsmede van de thans aanwezige kennislacunes. Het onderzoek is gedaan door middel van een literatuurstudie, een verkenning
van gegevensbestanden en gesprekken met gemeenten, sportbonden en beleidsorganisaties.
Uit de quickscan blijkt dat sportaccommodaties in Nederland niet op één centrale plek geregistreerd zijn. Wel bieden de gegevens
van CBS en de stichting SportatlasNL een overzicht van een groot deel van de sportaccommodaties in Nederland. Bovendien geven
de beleidspartijen aan dat de huidige landelijke gegevens vooral een beschrijvende functie hebben en maar beperkt aansluiten
bij de meer beleidsmatige en beheersmatige kennisvragen van de partijen in het veld.
Uit de quickscan blijkt vooral dat de kwaliteit en (sociale) veiligheid van de sportaccommodatie en -organisatie van belang
zijn voor de keuze voor een sportvoorziening. De afstand tot een accommodatie blijkt minder van belang
te zijn, gezien de relatief goede sportinfrastructuur in Nederland. Wel is de locatie van belang voor gebruik door bijvoorbeeld
het onderwijs. Tevens kan de aanwezigheid van een sportlocatie in de buurt een drempel slechten voor mensen die minder intrinsiek
gemotiveerd zijn om te gaan sporten.
In de beleidsbrief Sport en bewegen in Olympisch perspectief zijn sportfaciliteiten op wijkniveau nadrukkelijk in beeld. Immers voor burgers die willen sporten en bewegen, zijn voldoende
sportvoorzieningen in de buurt een essentiële voorwaarde3.
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heb ik om een integraal advies gevraagd voor wat betreft het genereren, analyseren
en aanbieden van gegevens over breedtesport en topsport. Bij het RIVM ligt de vraag of er, naar analogie van de «Zorgatlas»
een «Sportatlas» kan worden ontwikkeld. Het RIVM doet hiernaar een haalbaarheidsstudie. Eind 2011 is het advies van SCP en
RIVM gereed en zal ik u verder informeren.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers