30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 52 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2011

Hierbij doe ik u, zoals toegezegd, het rapport Sportinfrastructuur in Nederland. Quickscan sportaccommodaties en sportorganisaties 1 toekomen2.

Deze quickscan is op mijn verzoek opgesteld door het W.J.H. Mulier Instituut.

De quickscan bevat een overzicht van de huidige kennis over sportaccommodaties, sportorganisaties en accommodatiegebruikende burgers, alsmede van de thans aanwezige kennislacunes. Het onderzoek is gedaan door middel van een literatuurstudie, een verkenning van gegevensbestanden en gesprekken met gemeenten, sportbonden en beleidsorganisaties.

Uit de quickscan blijkt dat sportaccommodaties in Nederland niet op één centrale plek geregistreerd zijn. Wel bieden de gegevens van CBS en de stichting SportatlasNL een overzicht van een groot deel van de sportaccommodaties in Nederland. Bovendien geven de beleidspartijen aan dat de huidige landelijke gegevens vooral een beschrijvende functie hebben en maar beperkt aansluiten

bij de meer beleidsmatige en beheersmatige kennisvragen van de partijen in het veld.

Uit de quickscan blijkt vooral dat de kwaliteit en (sociale) veiligheid van de sportaccommodatie en -organisatie van belang zijn voor de keuze voor een sportvoorziening. De afstand tot een accommodatie blijkt minder van belang

te zijn, gezien de relatief goede sportinfrastructuur in Nederland. Wel is de locatie van belang voor gebruik door bijvoorbeeld het onderwijs. Tevens kan de aanwezigheid van een sportlocatie in de buurt een drempel slechten voor mensen die minder intrinsiek gemotiveerd zijn om te gaan sporten.

In de beleidsbrief Sport en bewegen in Olympisch perspectief zijn sportfaciliteiten op wijkniveau nadrukkelijk in beeld. Immers voor burgers die willen sporten en bewegen, zijn voldoende sportvoorzieningen in de buurt een essentiële voorwaarde3.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heb ik om een integraal advies gevraagd voor wat betreft het genereren, analyseren en aanbieden van gegevens over breedtesport en topsport. Bij het RIVM ligt de vraag of er, naar analogie van de «Zorgatlas» een «Sportatlas» kan worden ontwikkeld. Het RIVM doet hiernaar een haalbaarheidsstudie. Eind 2011 is het advies van SCP en RIVM gereed en zal ik u verder informeren.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Tijdens het Wetgevingsoverleg van 7 december 2009 (Kamerstuk 32 123 XVI, nr. 100) heeft de Tweede Kamer gevraagd om een nulmeting uit te voeren naar de stand van zaken van (breedte)sportaccommodaties en -faciliteiten op wijkniveau.

X Noot
3

Kamerstuknummer: 30 234, nr. 37.

Naar boven