30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 212 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 5 april 2019

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Medische Zorg over de brief van 5 februari 2019 over de stand van zaken Formule 1 in Nederland (Kamerstuk 30 234, nr. 207).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 4 april 2019. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Lodders

De adjunct-griffier van de commissie, Clemens

1

Kunt u nader toelichten hoe de wet- en regelgeving is verduidelijkt ten aanzien van visum en toegangsprocedures, tewerkstellingsvergunningen, belastingen (bijvoorbeeld btw), veiligheidsmaatregelen, internationale valuta, commerciële rechten, en telecommunicatie en informatietechnologie? Welke stappen zijn er per afzonderlijk terrein gezet?

Hiervoor verwijs ik naar de brief die mijn ambtsvoorganger in 2012 naar uw Kamer heeft gestuurd (Kamerstuk 30 234, nr. 71). Met betrekking tot GP Formule 1 zijn er geen verdere stappen op deze terreinen gezet.

2

Klopt het dat het circuit Zandvoort een financiële en structurele bijdrage van 70% van het jaarlijkse sportevenementenbudget van de rijksoverheid heeft gevraagd?

Het circuit Zandvoort heeft geen formele subsidie aangevraagd in het kader van beleidskader sportevenementen. In een brief en toelichtend gesprek heeft het circuit Zandvoort gevraagd na te gaan of de rijksoverheid bereid is 5 miljoen euro per jaar bij te dragen ten behoeve van onder andere de toegankelijkheid, veiligheid en side events op het gebied van sportparticipatie en duurzaamheid. Dat staat dus los van het jaarbudget dat binnen het beleidskader sportevenementen beschikbaar is.

3

Klopt het dat het circuit Zandvoort in een toelichtend gesprek het verzochte bedrag heeft verlaagd tot een jaarlijkse bijdrage van € 5 miljoen, maar daarmee nog steeds om 50% van het jaarlijkse sportevenementenbudget aan de rijksoverheid vraagt?

Zie antwoord op vraag 2. In de brief is gesproken over 7 miljoen euro voor de overheid (gemeente, provincie en Rijk). In het gesprek is toegelicht dat hiervan 5 miljoen euro per jaar aan de rijksoverheid zou worden gevraagd.

4

Wat zou een (structurele) bijdrage van € 5 miljoen tot € 7 miljoen van de rijksoverheid aan een commercieel sportevenement op het circuit van Zandvoort betekenen voor de organisatie van andere sportevenementen in 2020, 2021 en 2022? Welke sportevenementen zouden geen overheidsbijdrage krijgen wanneer de jaarlijkse bijdrage in 2020 voor maar liefst 50% of 70% zou worden uitgekeerd aan één evenement? Welk negatief effect zou dit hebben op de maatschappelijke impact van deze andere sportevenementen? Hoe zou een dergelijke bijdrage passen in de inzet van dit kabinet op de ontwikkeling van breedtesport?

De besteding van de beschikbare middelen binnen het beleidskader sportevenementen (10 miljoen euro per jaar) is afhankelijk van het aantal en de hoogte van de subsidieaanvragen die worden ingediend. Dat varieert per jaar. Tot nu is het beschikbare budget toereikend om de subsidieaanvragen die voldeden aan de criteria te honoreren. Als we jaarlijks 5 tot 7 miljoen voor één evenement, zoals de Formule 1, zouden uitgeven is de verwachting dat niet alle aangevraagde subsidies meer kunnen worden verleend.

Het budget is bedoeld om eenmalige aansprekende internationale sportevenementen naar Nederland te halen, zowel ten behoeve van top- als breedtesport. Dit budget staat los van de financiële middelen die het kabinet ter beschikking stelt aan de ontwikkeling van breedtesport.

5

Zijn er signalen dat de Nederlandse Sportraad terughoudend is met een positief advies over andere sportevenementen omdat de raad ruimte wil houden voor een eventuele financiële bijdrage aan de organisatie van een Formule 1 race op het circuit van Zandvoort?

Nee, deze signalen zijn mij niet bekend.

6

Klopt het dat de Nederlandse Sportraad in zijn brief geen expliciet verzoek doet tot een extra financiële bijdrage van de rijksoverheid, maar de overheid alleen vraagt om de organisatie van een Formule 1 race te ondersteunen?

Ja, dat klopt.

7

Klopt het dat de overheid door middel van faciliterende steun al substantieel bijdraagt aan de organisatie van een eventueel evenement en daarmee een dergelijk evenement ondersteunt?

Ja, dat klopt. De rol van de (rijks)overheid bij een dergelijk evenement bestaat vooral uit het waarborgen van een aantal publieke randvoorwoorden, bijvoorbeeld met betrekking tot belastingregels, veiligheid, verstrekken van visa en verkeersinfrastructuur. Daarover worden meestal op lokaal en regionaal niveau afspraken gemaakt. Dat geldt overigens voor alle grote internationale sportevenementen die in Nederland worden georganiseerd.

8

Staat de Nederlandse overheid bekend als een betrouwbare overheid als het gaat om het faciliteren en ondersteunen van sportevenementen?

Ja. Het beleidskader sportevenementen en de modelgaranties maken duidelijk wat, en onder welke voorwaarden, de organisatoren van internationale sportevenementen van de (rijks)overheid kunnen verwachten. Uit de onafhankelijke evaluatie van het beleidskader door het Mulier instituut, die ik in 2018 naar uw Kamer stuurde (Kamerstuk 30 234, nr. 198), zijn geen aanbevelingen op dit gebied benoemd.

9

Welke zaken zijn er, naast een eventuele financiële bijdrage, met name kenmerkend voor een faciliterende overheid bij de organisatie van een sportevenement?

Zie het antwoord op vraag 7 en de bijgevoegde brief die mijn ambtsvoorganger in 2012 naar uw Kamer heeft gestuurd (Kamerstuk 30 234, nr. 71).

10

Heeft de Nederlandse Sportraad bij de rijksoverheid, u en/of uw ministerie aangedrongen op een financiële bijdrage van de rijksoverheid voor de organisatie van een Formule 1 race op het circuit van Zandvoort? Zo ja, was hierbij sprake van een verzoek om een structurele financiële bijdrage?

Nee, de Nederlandse Sportraad heeft daar niet op aangedrongen.

11

Kunt u toelichten hoe de evaluatie van de subsidiëring van sportevenementen wordt ingevuld? Hoe wordt na afloop van een sportevenement getoetst dat sportevenementen hebben bijgedragen aan de doelen die geformuleerd zijn in het beleidskader?

Het beleidskader sportevenementen schrijft voor dat de subsidieontvanger de maatschappelijke impact van een sportevenement, inclusief het programma van side events, monitort en evalueert (in hoeverre de vooraf geformuleerde doelstellingen bereikt zijn). Daarbij kan men gebruikmaken van de kennis en richtlijnen van de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP).

12

Welke bedrijven en/of aandeelhouders zijn eigenaar van Formula One Management (FOM)? Hoe groot is de vergoeding voor de onkosten van FOM die is opgenomen in de begroting van het bid van het circuit van Zandvoort? Welk bedrag ontvangt FOM gemiddeld van circuits als vergoeding, onder andere voor de onkosten?

FOM is onderdeel van de Liberty Media Cooperation. Bids en begrotingen van de Grand Prix Formule 1 bevatten bedrijfsgevoelige informatie en zijn niet openbaar. Deze informatie heb ik dan ook niet.

13

Was bij de oprichting van de Nederlandse Sportraad beoogd dat deze zelf contact zou opnemen met bedrijven voor de informatie over de organisatie van een specifiek sportevenement, voordat de raad gevraagd is zich ten behoeve van een advies te buigen over de effecten van een desbetreffend sportevenement?

De Nederlandse Sportraad is ingesteld om kabinet en parlement te adviseren over het te voeren beleid op het gebied van sportevenementen. De raad is onafhankelijk en bepaalt zelf wat ze daarvoor moet doen en welke partijen ze daarvoor wil spreken.

14

Kunt u bezien, gelet op het feit dat in de brede evaluatie van het beleidskader onvoldoende ruimte is voor het meewegen van de economische impact van een sportevenement naast de maatschappelijke impact, hoe economische impact ook substantieel meegewogen kan worden bij de afweging voor een toekenning van een subsidieaanvraag, zodat ook jaarlijks terugkerende evenementen met een grote economische impact in aanmerking kunnen komen voor een subsidie?

Het huidige beleidskader evenementen is per 1 januari 2019 aangepast en geldt voor een periode van twee jaar. Over het evenementenbeleid vanaf 2020 wil ik afspraken maken met betrokken partijen bij het uitwerken van de zesde ambitie van het Nationale Sportakkoord «Topsport die inspireert!». Daarin wordt opnieuw bekeken hoe de beschikbare financiële middelen van de rijksoverheid het meest effectief kunnen worden ingezet. Zowel maatschappelijke als economische impact worden daarbij meegenomen.

15

Bent u bereid, gezien het feit dat u aangeeft dat het verzoek van Zandvoort onvoldoende aansluit bij het sportbeleid van dit kabinet, in de brede evaluatie van het beleidskader te kijken of ook opbrengsten buiten het sportdomein een plek kunnen krijgen in de afweging om al dan niet subsidie toe te kennen, zodat sportevenementen met een grote bijdrage aan de samenleving op andere beleidsterreinen ook voor ondersteuning in aanmerking komen?

Zie mijn antwoord op vraag 14. Dit onderwerp wil ik inbrengen bij de uitwerking van de zesde ambitie van het Nationaal Sportakkoord: «Topsport die inspireert!».

16

In uw brief wordt gesproken over niet kwantificeerbare ondersteuning van de overheid. Kunt u toch globaal aangeven welke waarde de ondersteuning van de overheid minimaal vertegenwoordigt?

Dat is helaas niet mogelijk. Het faciliteren is dienstverlenend van aard en dat is niet in euro’s uit te drukken. Kosten voor specifieke maatregelen, bijvoorbeeld de inzet van de veiligheidsregio, hulpdiensten of het verstrekken van visa, zijn verweven in de beschikbare budgetten en kunnen niet worden toegeschreven aan een specifiek evenement.

17

Klopt het dat in het buitenland alle Grand Prix in de Formule I zonder uitzondering in substantiële mate worden ondersteund door overheden? Heeft u inzicht of dit in alle gevallen om financieel te waarderen bijdragen gaat?

Het is algemeen bekend dat de FOM het belangrijk vindt dat overheden de organisatie van Grand Prix Formule 1 in hun land ondersteunen. Ik heb geen inzicht in de specifieke bijdragen die overheden in het buitenland daaraan leveren.

18

Worden de in de brief van het circuit Zandvoort genoemde side events ook zonder bijdrage van de rijksoverheid georganiseerd, of was een rijksbijdrage hiervoor een voorwaarde?

Of de genoemde side events worden georganiseerd zal blijken uit de uiteindelijke business case. Maar in het toelichtend gesprek heeft Circuit Zandvoort aangegeven dat deze activiteiten moeilijk zonder overheidssteun zijn te organiseren.

19

Hoeveel bezoekers verwacht de organisatie per dag?

Het Circuit Zandvoort gaat uit van 50.000 bezoekers op de eerste dag, oplopend naar circa 100.000 tijdens de slotdag.

20

Is de regio toegerust op ontvangst van deze bezoekersaantallen?

De betrokken gemeenten, provincie en organisator zullen hierover concrete afspraken en plannen moeten maken. De gemeente Zandvoort heeft mij laten weten dat de gemeente een traditie heeft van grootschalige evenementen. Ook het circuit is gewend aan hoge bezoekersaantallen. Bovendien kan door een centrale organisatie en kaartverkoop sturing worden gegeven aan verkeersstromen. Ter vergelijk: op een zomerse dag zijn er, zonder verkeersplan, 100.000 mensen op het strand.

21

Is de capaciteit qua openbaar vervoer en infrastructuur voldoende?

Het circuit ontwikkelt een verkeers- en mobiliteitsplan met de gemeente in afstemming met samenwerkingspartners zoals de provincie, NS, Connexxion en P+R-locaties en de Veiligheidsregio.

22

Wat is de verwachte geluidshinder van het evenement?

De toegestane maximale geluidniveaus zijn opgenomen in de omgevingsvergunning van het Circuitpark Zandvoort. In die vergunning zijn 12 UBO dagen (dagen met uitzonderlijke bedrijfsomstandigheden) opgenomen, Op een UBO-dag mogen de geluidsnormen overschreden worden.

23

Worden dezelfde normen gehanteerd als bij andere evenementen op het circuit?

De gemeente Zandvoort gaf mij onderstaande informatie.

Twaalf dagen per jaar gelden als uitzonderlijke dagen (UBO-dagen). Tijdens deze dagen mag het Circuit meer geluid produceren dan overige dagen.

Voor dit jaar (2019) geldt daarbij:

3 UBO dagen max 95 dB(A)

3 UBO dagen max 98 dB(A)

3 UBO dagen max 101 dB(A)

3 UBO dagen max 104 dB(A)

Voorschrift 5.5 in de vergunning stelt daarnaast dat voor de Formule 1 Grand Prix, dan wel diens opvolger, gedurende maximaal drie dagen per kalenderjaar geen normering is gesteld. Die drie dagen gelden dan wel als een van de twaalf UBO-dagen.

24

Welke gemeente beheert de geluidsvergunning?

Omgevingsdienst IJmond voert deze taken uit onder verantwoording van het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort. De uitvoering van de toezichtstaak bestaat uit reguliere controles en aspectcontroles (bijvoorbeeld op geluid) in het kader van de omgevingsvergunning en het Activiteitenbesluit milieubeheer.

25

In welke omringende gemeenten wordt ook geluidshinder verwacht?

Afhankelijk van de windrichting zal er ook in de omringende gemeente geluid waar te nemen zijn. Op basis van binnengekomen klachten bij de gemeenten rondom andere events is, volgens de gemeente Zandvoort, bekend dat ook Bentveld, Heemstede/Aerdenhout, Bloemendaal, Overveen en Haarlem geluid horen.

26

Wat is de verwachte geluidshinder voor het natuurgebied met als waarde «Stilte» van dit evenement?

De bescherming van de stilte gebeurt op grond van de Provinciale Milieu Verordening (PMV). Het Circuitpark Zandvoort en directe omgeving valt niet binnen een stiltegebied. De regels van de PMV gelden alleen binnen de stiltegebieden en beperken daarom niet de activiteiten buiten het gebied, zoals (vlieg)verkeer.

27

Worden effecten op gezondheid en welzijn van bewoners van omringende gemeenten ook gemeten? Zo ja, hoe gebeurt dit?

GGD Kennemerland meet geen effecten van dit evenement op gezondheid en welzijn van bewoners. Wel monitort de GGD in het algemeen de gezondheid, leefstijl en welzijn van de inwoners van regio Kennemerland, waaronder gemeente Zandvoort. Dit gebeurt onder meer door middel van de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen met vragen over ervaren gezondheid, ziekten en aandoeningen, welbevinden, en geluidhinder. Het onderzoek is voor het laatst uitgevoerd in 2016 en zal in 2020 opnieuw plaatsvinden.

28

Kunt u toelichten hoe u denkt dat voldaan kan worden aan de voorwaarde van FOM dat de overheid substantieel aan het evenement moet bijdragen?

Specifieke voorwaarden van FOM zoals deze zijn mij niet bekend.

29

Mag uit deze brief geconcludeerd worden dat geen enkele aanvraag voor subsidiëring van een commercieel sportevenement waarbij de rechten in handen zijn van een Amerikaans beursgenoteerd bedrijf worden toegewezen? Wanneer is er sprake van een commercieel sportevenement dat niet onder de criteria van het subsidiekader valt?

Nee, dat kan niet uit deze brief worden geconcludeerd. De GP Formule 1 valt niet onder het beleidskader sportevenementen omdat de race een aantal jaren achter elkaar in Nederland wordt georganiseerd. Het kabinet heeft afgewogen of het, buiten dit beleidskader, opportuun is om dit evenement financieel te ondersteunen. Bij die afweging is meegenomen dat het hierbij gaat om een commercieel sportevenement waarbij de rechten in handen zijn van een Amerikaans beursgenoteerd bedrijf.

30

U schrijft dat zowel u als de Nederlandse Sportraad beide van mening zijn dat een adviesaanvraag niet opportuun is omdat het verzoek om een politiek besluit vraagt. Kunt u toelichten waarom de Nederlandse Sportraad alsnog wel een open brief over de Formule I in Nederland heeft uitgebracht op 4 maart 2019 met daarin richtinggevende adviezen?

Ik heb de Nederlandse Sportraad begin februari laten weten dat ik afzag van een mogelijke adviesaanvraag omdat er al een kabinetsbesluit was genomen. De raad heeft hiervoor begrip getoond. Na mijn brief aan uw Kamer (Kamerstuk 30 234, nr. 207) zijn er tegenstrijdige berichten in de media verschenen over de mogelijke toewijzing van de GP Formule 1 aan Zandvoort dan wel Assen. De Nederlandse Sportraad is onafhankelijk en heeft zich rechtstreeks laten informeren door betrokken partijen. Haar bevindingen heeft de raad gedeeld in de open brief van 4 maart jl. aan een aantal partijen met een oproep tot samenwerking. Een open brief is geen formeel advies.

31

Welke criteria gebruikt u om af te wegen of er sprake is van een politiek besluit waarbij de Nederlandse Sportraad niet om advies gevraagd wordt dan wel om een advies gevraagd wordt? Klopt het dat in beide gevallen sprake is van een politiek besluit?

32

Wat is het verschil tussen een besluit van de Minister en een politiek besluit van de Minister?

33

Kunt u toelichten waarom een adviesaanvraag aan de Nederlandse Sportraad niet opportuun is als een verzoek vraagt om een politiek besluit? Betekent dit dat de sportraad nooit om advies gevraagd zal worden bij verzoeken die om een politiek besluit vragen? Hoe verhoudt zich dit tot de Kaderwet Adviescolleges, waarbij de Nederlandse Sportraad ook de mogelijkheid heeft om ongevraagd advies uit te brengen?

De antwoorden op vragen 31, 32 en 33 voeg ik samen. De organisatie van de GP Formule 1 past niet binnen het beleidskader Sportevenementen omdat het meerdere jaren achter elkaar in Nederland wordt georganiseerd. Het Kabinet moest dus, los van het beleidskader, besluiten over mogelijke financiële ondersteuning van de GP Formule 1. Dit is een politieke afweging. Op basis van het verzoek van het circuit Zandvoort heeft het Kabinet besloten om geen financiële steun te verlenen. Een advies van de Sportraad was daarom in dit geval niet meer opportuun. Het Kabinet is niet verplicht om advies van de Sportraad te vragen. Dat kan per geval verschillen. Uiteraard heeft de Sportraad altijd de mogelijkheid om ongevraagd advies uit te brengen.

34

Deelt u de opvatting van de Nederlandse Sportraad dat als de businesscase rondkomt deze raad zich in latere instantie ook graag buigt over (optimalisering van) de impact van het sportevenement, zoals de raad heeft gedaan bij een groot aantal andere sportevenementen? Zo nee, waarom niet?

Op het moment dat de FOM heeft besloten dat de GP Formule 1 naar Nederland komt, gaan we bekijken wat opportuun is om te doen. Daarbij kunnen we ook bekijken of en hoe de expertise van onder andere de Nederlandse Sportraad kan worden ingezet om de maatschappelijke impact van het evenement voor Nederland te vergroten. Uiteraard is het altijd mogelijk dat de Sportraad ongevraagd advies geeft.

35

Kunt u de uitspraak van de Nederlandse Sportraad bevestigen dat als de businesscase van Zandvoort niet rondkomt, de Formule 1 – aldus FOM – aan Nederland voorbijgaat? Zo nee, waarom beschikt u over andere informatie dan de Nederlandse Sportraad?

Dat kan ik niet bevestigen. Het is aan de FOM om daar een uitspraak over te doen. Aangezien ik me niet wil mengen in de onderhandelingen tussen de FOM en circuit Zandvoort, heb ik deze informatie niet beschikbaar.

36

Gaat u in op de oproep van de Nederlandse Sportraad om met provincies en gemeenten overleg te hebben over de wijze waarop de organisatie van het sportevenement door de overheid kan worden ondersteund en zodanig benut dat de maatschappelijke opbrengst maximaal is?

Op het moment dat de FOM heeft besloten dat de GP Formule 1 naar Nederland komt, gaan we bekijken wat opportuun is om te doen. Dat geldt ook voor de mogelijke samenwerking tussen overheden.

37

Is onderdeel van het «faciliteren» ook het nemen van maatregelen tegen overlast voor de omgeving?

Dit is de verantwoordelijkheid van gemeenten en provincie. Ik ga er vanuit dat zij de belangen van hun inwoners adequaat zullen bewaken. Als zij daarbij een rol van het Rijk zien, kunnen we daarover in gesprek gaan.

38

In hoeverre zijn de modelgaranties van 5 juli 2012 (Kamerstuk 30 234, nr. 71) op hun actualiteit bezien en zo nodig aangepast aan de veranderende wet- en regelgeving?

Er is de afgelopen jaren slechts een enkele maal een beroep gedaan op de modelgaranties. Daaruit bleek er geen noodzaak om de garanties steeds volledig te actualiseren. Mocht dit nu, naar aanleiding van de organisatie van de GP Formule 1, wel het geval zijn, dan zal ik daarover met de betrokken departementen in gesprek gaan.

39

Zou u de meest recente versie van de modelgaranties aan de Kamer willen sturen?

Hiervoor verwijs ik naar bijgevoegde brief die mijn ambtsvoorganger in 2012 naar uw Kamer heeft gestuurd (Kamerstuk 30 234, nr. 71).

40

In hoeverre is er bij de Formule 1 sprake van aanvullende garanties zoals ook aangegeven in de brief van 5 juli 2012 (Kamerstuk 30 234, nr. 71)? Op welke terreinen zal er sprake zijn van maatwerk, omdat er zaken zijn die specifieke aandacht behoeven vanwege bijzondere omstandigheden? Gaat u separaat hierover afspraken maken met de organiserende instantie?

De organisatie heeft mij op dit moment nog niet benaderd met specifieke vragen over de modelgaranties.

41

Wat bedoelt u met het mogelijk versnellen van procedures indien dat nodig en mogelijk is? Om welke procedures gaat het hierbij?

Hiervoor verwijs ik naar bijgevoegde brief die mijn ambtsvoorganger in 2012 naar uw Kamer heeft gestuurd (Kamerstuk 30 234, nr. 71).

42

Wie gaat het één loket vormen?

Dat is afhankelijk van de behoeften van de organisator. In ieder geval is er één specifiek aanspreekpunt binnen de Belastingdienst, de Landelijke Doelgroep Sport, voor internationale sportorganisaties die informatie wensen over de belastingheffing en dergelijke.

Naar boven