30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 207 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 februari 2019

Met uw Kamer heb ik – tijdens het WGO sport van 19 november 2018 (Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 113) – gesproken over initiatieven om de Grand Prix Formule 1 (GP F1) naar Nederland te halen. Ik heb toen toegezegd u op de hoogte te houden van de ontwikkelingen. Hierbij informeer ik u over de stand van zaken.

Het Kabinet vindt het mooi om te zien dat Nederlandse ondernemers het initiatief hebben genomen om te kijken of de GP Formule 1 in ons land kan worden georganiseerd. Veel Nederlanders zullen daar plezier aan beleven. Het Kabinet wil daaraan haar medewerking verlenen binnen de mogelijkheden die de wet- en regelgeving daarvoor biedt. Het kabinet zal in faciliterende zin bijdragen aan dit evenement maar heeft besloten dit niet in financiële zin te doen. Hieronder licht ik dit standpunt toe.

Stand van zaken

De afgelopen weken heeft het Ministerie van VWS gesproken met initiatiefnemers van de circuits van Zandvoort en Assen. Zij hebben hun plannen nader aan ons toegelicht. Daaruit kwam het volgende naar voren.

FOM (Formula One Management) heeft een principeovereenkomst met het circuit Zandvoort gesloten voor de organisatie van een jaarlijkse Grand Prix race in 2020, 2021 en 2022. FOM is eigenaar van de rechten van de GP F1 en onderdeel van het Amerikaanse bedrijf Liberty Media.

Het circuit Zandvoort werkt nu aan een sluitende begroting. Een aanzienlijk deel van de benodigde financiële middelen komt uit de verkoop van tickets en speciale vip-arrangementen. Daarnaast is men in gesprek met een aantal grote Nederlandse bedrijven die hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn om als sponsor bij te dragen.

In de brief van 18 december jl. schetst het circuit Zandvoort zijn gedachten over de samenwerkingsmogelijkheden met de (Rijks)overheid (zie bijlage 1)1. Het circuit geeft aan een financiële bijdrage van 7 miljoen euro per jaar vanuit de overheid voor ogen te hebben om de GP veilig, impactvol en duurzaam te kunnen organiseren en de maatschappelijk impact van het evenement voor heel Nederland te vergroten. In een toelichtend gesprek op 7 januari jl. heeft circuit Zandvoort zijn ideeën nader toegelicht aan de directie Sport van het Ministerie van VWS. Daarin werd duidelijk dat men 5 miljoen euro per jaar aan de rijksoverheid vraagt. Het Circuit Zandvoort heeft aangegeven dat dit hun manier is om invulling te geven aan de voorwaarde van FOM dat de overheid substantieel aan het evenement bijdraagt.

Geen financiële steun

Het kabinet heeft afgewogen of een rijksbijdrage bij een dergelijk (commercieel) sportevenement opportuun is.

De economische waarde van dit evenement is aanzienlijk en daar zal het Nederlandse bedrijfsleven van kunnen profiteren. De vraag is of dit de inzet van belastingmiddelen vanuit de (Rijks)overheid rechtvaardigt. Het kabinet is van mening dat dit niet het geval is.

Ten eerste is hier sprake van een commercieel sportevenement waarbij de rechten in handen zijn van een Amerikaans beursgenoteerd bedrijf. Het kabinet is van mening dat een rijksbijdrage daarom niet nodig, noch gerechtvaardigd is. Ook andere commerciële sportevenementen kunnen zonder financiële steun van de rijksoverheid worden georganiseerd. Daarnaast zijn er, gezien de omvang en impact van de GP Formule 1, voldoende mogelijkheden voor het Nederlands bedrijfsleven om hieraan een financiële bijdrage te leveren en daar voordeel uit te halen. Ook is een hoge ticketopbrengst te verwachten.

Ten tweede sluit dit evenement onvoldoende aan bij het sportbeleid van dit kabinet. Dat beleid is gericht op de ambities en doelstellingen die vastgelegd zijn in het Sportakkoord (Kamerstuk 30 234, nr. 185). Daarin beoog ik met partners om onder andere inclusief sporten en bewegen te bevorderen, de motorische vaardigheid van kinderen te verbeteren en sportaanbieders toekomstbestendig te maken.

Ten slotte gaat het hier om een jaarlijks terugkerend evenement en dat past niet in de voorwaarden voor subsidies in het beleidskader sportevenementen 2019–2020 dat recentelijk met steun van uw Kamer is aangepast (Kamerstuk 30 234, nr. 198). Binnen dit vastgestelde subsidiekader is jaarlijks 10 miljoen euro beschikbaar voor de organisatie van eenmalige toernooien en sportevenementen zoals eindronden van Olympische Kwalificatie Toernooien, Europese en wereldkampioenschappen van diverse sporten.

Advies Nederlandse Sportraad

Ik heb uw Kamer eerder toegezegd de Nederlandse Sportraad om advies te vragen, als daar aanleiding voor mocht zijn. Nu het concrete verzoek van het circuit Zandvoort er ligt, heb ik daarover met de Nederlandse Sportraad gesproken. Wij zijn beide van mening dat een adviesaanvraag niet opportuun is omdat het verzoek om een politiek besluit vraagt. Bovendien past het concrete verzoek van circuit Zandvoort niet binnen het brede sportbeleid, noch binnen het beleidskader evenementen van waaruit de Nederlandse Sportraad voornamelijk adviseert.

Wel faciliterende steun

Zoals gezegd zal de rijksoverheid in faciliterende zin haar medewerking aan het evenement verlenen. Daarvoor verwijs ik naar de brief die die mijn ambtsvoorganger naar uw Kamer heeft gestuurd (Kamerstuk 30 234, nr. 71). Daarin hebben verschillende departementen aangegeven wat organisatoren van grote sportevenementen van de rijksoverheid kunnen verwachten. Het gaat hier om niet financieel te waarderen bijdragen. Op zeven terreinen is de bestaande wet- en regeling verduidelijkt. Het betreft: visum en toegangsprocedures, tewerkstellingsvergunningen, belastingen (bijvoorbeeld BTW), veiligheids-maatregelen, internationale valuta, commerciële rechten, en telecommunicatie en informatietechnologie.

De rijksoverheid wil de organisatoren op bovenstaande gebieden optimaal faciliteren. Indien dat nodig en mogelijk is, zullen procedures worden versneld en zal er zoveel mogelijk vanuit één loket worden gewerkt.

Slot

Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over ons besluit om als rijksoverheid niet in financiële zin maar wel in faciliterende zin bij te dragen aan de organisatie van de Grand Prix Formule 1 in Nederland.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven