30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 603 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2018

In de periode van 2015 tot en met 2020 wordt de slimme meter grootschalig aangeboden. Gedurende die periode monitort de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de marktontwikkeling (vraag en aanbod) van energiebesparingsdiensten bij de slimme meter. Hierbij stuur ik uw Kamer ter informatie de jaarlijkse «Marktbarometer aanbieding slimme» over 20171 net zoals ik u eerder de marktbarometers over 20152 en 20163 stuurde.

Uitkomsten marktbarometer 2017

In deze barometer komen marktontwikkelingen aan bod, zoals:

  • Bezit van energieverbruiksmanagers. In 2017: 18%, toename van 4% t.o.v. 2016;

  • Energiebesparing met een energieverbruiksmanagers. In 2017: toename t.o.v. 2016 in het bewuster omgaan met gebruik elektrische apparaten (33% / +3%) en centrale verwarming (29% / +6%), schaft energiezuinigere apparaten aan (17% / +5%) en maakt de woning energiezuiniger (10% / +3%);

  • Acceptatie slimme meters. In 2017: stabiel, ca. 88% van de aanbiedingen wordt geaccepteerd.

  • Voldoende beschikbaarheid informatie om een aanschafbesluit te nemen over een energieverbruiksmanager. In 2017: 36%, afname met 6% t.o.v. 2016;

  • Aanbod van energiebesparingsdiensten. In 2017: toename bij energieleveranciers en een afname bij onafhankelijk dienstaanbieders t.o.v. 2016.

Voortgang energiebesparing met de slimme meter

De slimme meter is één van de instrumenten om energiebesparing in de gebouwde omgeving te bevorderen. Door een energieverbruiksmanager (app, tool of display) aan te sluiten op de slimme meter kunnen consumenten meer inzicht krijgen in het eigen energieverbruik en gericht maatregelen nemen om energie te besparen. De marktbarometer laat een positieve ontwikkeling zien op het gebied van het bezit van energieverbruiksmanagers en energiebesparing. De effectiviteit van de informatievoorziening over energieverbruiksmanagers blijkt afgenomen te zijn. Ik verwacht dat een verbetering op dit vlak kan bijdragen aan meer energiebesparing door een toename van het bezit van energieverbruiksmanagers bij de slimme meter.

Met het «convenant 10PJ energiebesparing gebouwde omgeving (2017)» zet ik samen met de Minister van BZK, Energie Nederland, Netbeheer Nederland, UNETO-VNI en de Vereniging Duurzame Energie in op de ontwikkeling van de markt voor energiebesparingsproducten en -diensten, financiële stimuli voor besparingsmaatregelen en een verbeterd inzicht voor huishoudelijke en klein-zakelijke verbruikers in het eigen verbruik4. Er is een toolbox met communicatiemiddelen ontwikkeld voor marktpartijen die energiebesparingsdiensten – en producten aanbieden.5 Marktpartijen doen consumenten met een slimme meter een gericht aanbod voor een energieverbruiksmanager. Daarnaast wordt er ingezet op het verbeteren van de terugkoppeling aan huishoudens van hun energieverbruik, zodat deze informatie beter aanzet tot energiebesparing. Bijvoorbeeld door deze informatie frequenter te verschaffen, meer grafisch weer te geven of besparingsadvies te geven. Hiertoe heb ik recent het Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie aangepast dat per 1 juli 2018 inwerking treedt6. Ook wordt door de netbeheerders en energieleveranciers gewerkt aan het verbeteren en onder de aandacht brengen van de website energieverbruiksmanagers.nl. Met deze afspraken zal 10PJ additionele finale energiebesparing gerealiseerd worden in 2020. Aangezien deze afspraken medio 2017 zijn gemaakt, is het nog te vroeg om hiervan resultaten in deze marktbarometer terug te zien.

Tot slot doet RVO in haar rapportage ook enkele aanbevelingen ter verbetering van de rapportage en het aanbieden van energieverbruiksmanagers aan consumenten. Samen met de betrokken partijen zal ik zoveel mogelijk opvolging geven aan deze aanbevelingen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Bijlage bij Kamerstuk 30 196, nr. 468

X Noot
3

Bijlage bij Kamerstuk 30 196, nr. 546

X Noot
4

Kamerstuk 30 196, nr. 546

Naar boven