Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 30196 nr. 466 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 30196 nr. 466 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2016
Hierbij bericht ik u, zoals toegezegd tijdens het AO Duurzaamheid van 28 januari, over de voortgang van de uitvoering van het Plan van Aanpak Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI)(Kamerstuk 30 196, nr. 431). In deze brief wordt specifiek ingegaan op de concrete acties die ik samen met de medeoverheden, bedrijven en andere betrokkenen inzet om uitvoering te geven aan de ambities die zijn geformuleerd in het plan dat op 11 september 2015 aan uw Kamer is verzonden.
MVI betekent dat bij de inkoop van producten, diensten en werken de effecten op people (mensen), planet (planeet/milieu) en profit/prosperity (winst/welvaart) worden meegenomen. Het kabinet hecht aan een verdere stimulans van MVI en wil gebruik maken van de energie, kennis en ervaring die veel partijen hebben op dit gebied.
MVI is een belangrijk instrument om de duurzaamheidsambities te realiseren die overheden en bedrijfsleven hebben, zoals het verminderen van CO2-emissies, de transitie naar een circulaire economie en het voorkómen van schendingen van de mensenrechten in de productieketen. MVI is één van de instrumenten die door het kabinet worden ingezet om als overheden deze ambities te realiseren. Het Rijk en de medeoverheden kopen immers jaarlijks voor 60 miljard euro in. Door maatschappelijk verantwoord in te kopen en hierin gezamenlijk op te trekken, kunnen overheden met deze enorme inkoopkracht een hefboomfunctie vervullen bij het verduurzamen van de markt. De toegankelijkheid van inkoopprocessen voor het MKB is daarbij een punt van aandacht. Bij de uitvoering van het plan van aanpak sluit ik daarom aan bij de ontwikkelingen in het kader van de programma’s Beter Aanbesteden en Innovatiegericht Inkopen van de Minister van Economische Zaken. Ook de wijziging van de Aanbestedingswet per 1 juli draagt bij aan die toegankelijkheid.
Ik kom al veel inspirerende voorbeelden van MVI tegen in de praktijk, zoals de sterke business case voor het circulair gebouwde gemeentehuis van Venlo en de toepassing door waterschappen van de GWW-aanpak. Het is van belang dat alle partijen gezamenlijk en in den brede de transitie maken naar MVI. Dit wordt zichtbaar in de brochure «Maatschappelijk Verantwoord Inkopen doe je zo!» die door het Expertisecentrum aanbesteden PIANOo begin juni is gepubliceerd.
Ik bouw in mijn aanpak voort op het enthousiasme en de initiatieven die ik bij de medeoverheden al zie.
Zoals hierboven aangegeven, licht ik in deze brief toe welke acties ik ondernomen heb om de transitie naar MVI te versnellen. Ik doe dit op basis van de volgende hoofdlijnen: 1. Uitwerken gezamenlijke ambities en doelstellingen, 2. Monitoring en benchmarking, 3. Kennis, instrumenten en opleiding.
Plan van Aanpak MVI
Het doel van het Plan van Aanpak MVI/ dat uw Kamer vorig jaar heeft ontvangen, is om een nieuwe impuls te geven aan het inkoopbeleid van medeoverheden, zodat MVI integraal onderdeel gaat uitmaken van inkooptrajecten. Ik geef dit vorm samen met de medeoverheden, bedrijven en andere betrokkenen. Zoals ook aangegeven in het plan van aanpak blijven medeoverheden daarbij verantwoordelijk voor hun eigen duurzaamheidsambities en hun eigen inkoopbeleid. Uit het onderzoek van TELOS «Hoe ambitieus zetten gemeenten duurzaam inkopen in», dat ik op 29 februari aan uw Kamer heb gezonden1, bleek dat de betrokkenheid van bestuurders een belangrijke factor is voor het succesvol inzetten van MVI door gemeenten. Juist daarom zet ik in op het vergroten van de betrokkenheid van deze bestuurders voor het ten uitvoer brengen van de ambities voor MVI. Deze betrokkenheid moet vervolgens vertaald worden in de praktijk van de inkopers. Hieronder licht ik toe welke concrete acties ik al genomen heb en de vervolgstappen om zowel bestuurders als inkopers te ondersteunen.
1. Uitwerken gezamenlijke ambities en doelstellingen
Met medeoverheden heb ik in bestuurlijk overleg verkend hoe invulling gegeven kan worden aan onze gezamenlijke ambities. Daarnaast benut ik bestaande overleggen voor het agenderen van en gezamenlijk uitvoering geven aan het plan van aanpak. De komende maanden wordt uitgewerkt welke ambities in het inkoopbeleid gerealiseerd worden op het gebied van onder meer klimaatneutraliteit, circulaire economie en internationale sociale voorwaarden. Bestuurders willen hieraan serieus invulling geven, met ruimte voor maatwerk dat past bij de eigen ambities. Aan het eind van dit jaar zal ik samen met bestuurders een manifest ondertekenen met concrete afspraken waarin tot uiting gebracht wordt hoe deze duurzaamheidambities een stap verder te brengen. Dit betekent dat ik onder meer via het manifest invulling geef aan de motie Cegerek/Van Veldhoven2, waarin wordt verzocht ernaar te streven om 10% circulair in te kopen. In het manifest worden ook afspraken opgenomen over de wijze waarop gunningscriteria, levensduurkosten en circulair inkopen worden ingezet om deze ambities te realiseren. Tevens maak ik met de bestuurders afspraken over het sturen op deze ambities en het monitoren van de voortgang.
2. Monitoring en benchmarking
Het is belangrijk dat de gezamenlijke ambities ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. Daarom zet ik een benchmark op om periodiek de voortgang te kunnen meten, conform de motie Dik-Faber3. Uitgangspunt daarbij is dat de administratieve lasten voor medeoverheden zoveel mogelijk worden beperkt. De benchmark maakt daarom gebruik van bestaande bronnen en is tweejaarlijks. Inmiddels zijn de bestaande databronnen in beeld gebracht. Op dit moment wordt geanalyseerd welke daarvan bruikbaar zijn en wat de vorm van het systeem van de benchmark moet zijn. Ik verwacht dat de benchmark begin 2017 operationeel is. Overheden krijgen hiermee inzicht in de eigen prestaties en hoe deze zich verhouden tot die van andere overheden. De resultaten van de benchmark vormen tevens input voor de prijs die ik instel voor de medeoverheid die het beste presteert op MVI, waarmee ik invulling geef aan de motie Cegerek4. Deze prijs zal in het voorjaar van 2017 voor het eerst uitgereikt worden. Daarmee ontstaat een extra stimulans voor het gezamenlijk delen van elkaars ervaringen. Verder ga ik samen met de medeoverheden om de vijf jaar evalueren of MVI zo ingezet wordt dat daarmee zowel duurzame innovaties gerealiseerd worden als kansen geschapen worden voor het bedrijfsleven. Ik geef daarmee invulling aan de motie Van Veldhoven/Agnes Mulder5.
3. Kennis, instrumenten en opleidingen
Toereikende ondersteuning is van groot belang voor medeoverheden. Er vindt reeds uitgebreide ondersteuning plaats via PIANOo. Naast de lopende activiteiten van PIANOo heb ik opdracht gegeven aanvullende ondersteuning te ontwikkelen. Dat betreft een aanpak voor «strategisch inkopen» en een pool van experts. Met de aanpak voor strategisch inkopen bied ik overheden een instrument dat hen kan helpen de duurzaamheidsambities van hun organisatie concreet te vertalen naar het eigen inkoopplan. Gebleken is dat medeoverheden behoefte hebben aan actieve ondersteuning on the job naast de kennisoverdracht die plaatsvindt via PIANOo. Met de expertpool bied ik overheden gericht ondersteuning bij het formuleren van hun ambities voor MVI en het vertalen van die ambities naar inkoopkaders en gunningscriteria. Deze aanpak en de expertpool zullen naar verwachting aan het eind van dit jaar operationeel zijn.
Ook de uitwisseling van kennis en ervaringen tussen overheden onderling en met het bedrijfsleven en NGO’s is van belang. In meerdere Green Deals doe ik samen met medeoverheden en marktpartijen praktijkervaring op met het inkoop- en aanbestedingsproces zodanig dat dit voldoet aan de eisen van MVI. In de praktijk zie ik al veel goede voorbeelden van deze samenwerking. Zo leren in de Green Deal Circulair Inkopen publieke en private partijen samen hoe zij het beste circulaire producten kunnen verwerven. Meerdere gemeenten laten daarvan al fraaie voorbeelden zien: zo voerde Amsterdam een aanbestedingsproces uit met het circulair inkopen van 3.250 nieuwe flexplekken, voert Utrecht pilots uit met het circulair inrichten van de openbare ruimte, en is het gemeentehuis van Groningen circulair aanbesteed. Wageningen heeft zelfs besloten 100% circulair te willen gaan inkopen. Ik versterk met ingang van dit najaar mijn inzet in deze Green Deal. Daarmee worden voorlopers extra ondersteund doordat voor hen communities of practice worden georganiseerd (verdieping). Daarnaast wordt het aantal medeoverheden dat circulair inkoopt bevorderd (verbreding). Dit gebeurt door hen inzicht te bieden in wat circulaire economie is en hoe deze vorm kan krijgen.
In het AO Duurzaamheid van 28 januari heeft u mij gevraagd om een toelichting op de systematiek van de criteriadocumenten. De criteriadocumenten vormen een belangrijk instrument voor de inkoper. Ze bevatten minimumeisen en gunningscriteria. In het plan van aanpak is aangegeven dat het accent verschuift van het toepassen van de minimumeisen naar het uitdagen van leveranciers om zo duurzaam mogelijke producten en diensten te leveren; dit kan door de gunningscriteria toe te passen. De criteriadocumenten worden jaarlijks beoordeeld en geactualiseerd. Voor de criteriadocumenten wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van in EU-verband ontwikkelde criteria. Deze EU-criteria krijgen waar nodig een vertaling naar de Nederlandse context. In het AO Duurzaamheid van 28 januari heb ik u tevens toegezegd om met de Minister voor Wonen en Rijksdienst te verkennen hoe CO2een zwaarder accent kan krijgen in criteriadocumenten. CO2 maakt al onderdeel uit van de criteriadocumenten. Bij de jaarlijkse actualisering daarvan wordt de zwaarte van CO2 verhoogd tot de laatste inzichten over wat haalbaar is. Overheden kunnen in hun uitvraag nog verder gaan. In het manifest wil ik afspraken opnemen over het ambitieniveau.
Ook internationaal krijgt MVI momenteel veel aandacht en wisselt Nederland kennis en ervaringen uit. Tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap is gebleken dat het inkoopbeleid door de Europese Commissie, lidstaten en Europese stakeholders wordt gezien als prioritair instrument voor de circulaire economie.
Dit blijkt uit het Circulaire Economie-pakket dat de Commissie op 2 december 2015 heeft gepubliceerd, en kwam naar voren tijdens de Stakeholderbijeenkomst «Unwrapping the package» op 25 januari in Rotterdam en bij diverse andere bijeenkomsten tijdens het voorzitterschap. Nederland wordt hierbij gezien als één van de Europese koplopers. Ik heb tijdens het EU-voorzitterschap in samenwerking met UNEP en de Europese Commissie van 20-22 april in Amsterdam het eerste «International Congress on Circular Procurement: the next step» georganiseerd. Op 11 mei heeft Nederland in Amsterdam de Conferentie «EU Roadmap to Business and Human Rights» georganiseerd waarbij aandacht geschonken werd aan MVI. In de conclusies is opgenomen dat EU-lidstaten hun internationale verplichtingen op het gebied van mensenrechten ook moeten toepassen in hun inkoopbeleid. Op deze wijze zorg ik ervoor dat onze nationale aanpak en de internationale ontwikkelingen elkaar ondersteunen en versterken.
Ik ervaar veel steun en enthousiasme om MVI een verdere impuls te geven. Ik vertrouw er dan ook op dat ik er met de hiervoor genoemde concrete acties in slaag MVI steeds meer een integraal onderdeel te laten uitmaken van inkooptrajecten door overheden.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30196-466.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.