30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 194 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2013

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft in een brief van 28 februari 2013 verzocht om een kabinetsstandpunt over het rapport «Our Nutrient World» dat het VN-Milieuprogramma (UNEP) onlangs uitbracht. Dit rapport heeft als ondertitel: «De uitdaging om meer voedsel en energie te produceren met minder vervuiling». Mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu voldoe ik met deze brief aan dit verzoek.

Inhoud

In het rapport wordt geconstateerd dat mondiale duurzaamheid fundamenteel afhankelijk is van nutriënten. De natuurlijke cycli van stikstof (N) en fosfaat (P) zijn uit balans met grote gevolgen voor het milieu, de gezondheid en de economie. Onvoldoende toegang tot meststoffen beperkt de voedselproductie en draagt in sommige delen van de wereld bij aan landdegradatie, terwijl de beperkte voorraad van fosfaat een risico vormt voor de toekomstige voedselzekerheid. Overbemesting in andere delen van de wereld leidt door verlies van nutriënten onder andere tot schade aan de gezondheid, verlies van biodiversiteit en klimaatverandering. Tenzij er actie wordt ondernomen zal de toename van de bevolking en de toename van de consumptie van energie uit biomassa en dierlijke producten per hoofd van de bevolking leiden tot een verscherping van deze problemen.

In het rapport wordt ook gewezen op de toenemende consumptie van vlees. Van de stikstof die nodig is voor het verbouwen van veevoer komt uiteindelijk slechts een klein deel in het vlees terecht.

In het rapport wordt gepleit voor een efficiënter gebruik van nutriënten bij de teelt van gewassen en bij de dierlijke productie, voor recycling van fosfaat en stikstof, voor minder voedselverspilling en voor verlaging van consumptie van dierlijke eiwitten in landen die thans hoge consumptiecijfers hebben. Volgens dit rapport kan het vermijden van overconsumptie van dierlijk eiwit bijdragen aan de gezondheid en het verbeteren van de milieukwaliteit. Mondiale samenwerking wordt noodzakelijk geacht.

Inzet van het kabinet

Het kabinet heeft in het huidige regeerakkoord «Bruggen slaan» als ambitie het begrip «circulaire economie» neergezet. Het Kabinet is zich daarmee bewust van de noodzaak om efficiënter om te gaan met grondstoffen zoals fosfaat en stikstof. Het Kabinet herkent de problematiek en ondersteunt de principes van hergebruik en recycling zoals die in het rapport van de UNEP zijn weergegeven.

UNEP heeft met dit rapport een betere benutting van nutriënten op de mondiale agenda gezet, om zo bredere aandacht te vragen voor dit vraagstuk, en biedt ook een forum om dit internationaal aan te pakken. Het kabinet heeft hiervoor waardering. Nederland is in internationaal verband ook actief bij dit onderwerp betrokken, onder andere door onze leidende rol in het Global Partnership on Nutrient Management.

Zoals het rapport ook aangeeft raakt de discussie over verantwoord nutriëntengebruik direct aan de uitdaging om 9 miljard mensen op duurzame wijze te voeden in 2050. Bijdragen aan voedselzekerheid is voor het kabinet een speerpunt in het internationale beleid. Nederland is internationaal een aanjager van de discussie over duurzame landbouwproductie. In het bijzonder maakt Nederland zich sterk voor het implementeren van climate smart agriculture, waarmee de landbouwproductie verhoogd kan worden terwijl tegelijk de weerbaarheid tegen klimaatverandering wordt versterkt en de uitstoot van broeikasgassen wordt teruggedrongen. Nederland is daarnaast initiatiefnemer van een mondiaal platform over de verduurzaming van de veehouderij dat landen bijstaat bij efficiënter gebruik van natuurlijke hulpbronnen en verhoging van de productiviteit van de veehouderij. Nederland zet bovendien in op het versterken van het gebruik van goede landbouwpraktijken, op de verduurzaming van de internationale ketens van agrogrondstoffen zoals palmolie en soja, en op betere agrologistieke oplossingen om voedselverliezen tegen te gaan. Bij deze activiteiten wordt nadrukkelijk de samenwerking met kennisinstellingen en het bedrijfsleven gezocht, omdat optimale inzet van hun expertise cruciaal is om voedselzekerheid te realiseren.

Nederland heeft al enige tientallen jaren beleid – mestbeleid – gericht op het efficiënter gebruik van nutriënten bij de teelt van gewassen om de emissie hiervan naar het milieu te verminderen. Dit beleid heeft ook tot resultaten geleid, zoals onder andere blijkt uit de evaluatie van de Meststoffenwet (Kamerstuk 33 037, nr. 21). Daarmee zijn we er nog niet. Zoals ik in mijn brief over het mestbeleid1 aangaf, staat schoon grond- en oppervlaktewater en een schone lucht centraal. Fosfaat dient steeds meer als grondstof gezien en toegepast te worden. Mijn collega van Infrastructuur en Milieu heeft u hierover op 5 maart 2013 in een brief over Grondstoffenvoorzieningszekerheid (Kamerstuk 32 852) nader geïnformeerd.

In Europees verband heeft Nederland – samen met het Nederlandse Nutrient Platform- in maart 2013 een succesvolle Europese conferentie georganiseerd over verduurzaming van de fosfaatketens. Fosfaat is een essentiële en onvervangbare grondstof waar we zuinig mee moeten omgaan, want fosfaat wordt steeds schaarser. De conferentie was het startpunt voor een Europees Nutriënten Platform.

Daarnaast wordt in het UNEP rapport actie gevraagd om voedselverspilling te beperken. Inmiddels staat voedselverspilling op de mondiale agenda; is in de RIO+20 top aan de orde geweest; hebben de FAO en de UNEP dit omarmd en komt de OECD dit jaar met een rapport over voedselverspilling. UNEP en FAO lanceerden onlangs de Think.Eat.Save-campagne tegen voedselverspilling. Ook de Europese Commissie zal dit jaar met een Mededeling over Duurzaam Voedsel komen waarin het terugdringen van voedselverspilling een belangrijk onderdeel zal zijn. Voor het zomerreces zal ik met het Actieplan Voedselverspilling – als onderdeel van de beleidsbrief over voedsel – ook ruim aandacht besteden aan voedselverspilling en de wijze waarop we in Nederland hier mee om kunnen gaan.

In het rapport van UNEP wordt ook een pleidooi gehouden voor verlaging van de consumptie van dierlijk eiwit. Ik onderschrijf de opvattingen van het rapport dat er voor verduurzaming van de voedselketen niet alleen een verduurzaming van de productieketen noodzakelijk is, maar ook een verduurzaming van de consumptie in Nederland en andere landen gewenst is. Over de wijze waarop dit in Nederland kan plaatsvinden zal ik in mijn beleidsbrief over Voedsel nader terugkomen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Kamerbrief voornemen verdere behandeling wijziging Meststoffenwet, 18 januari 2013, Kamerstuk 33 322, nr. 8

Naar boven