30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 188 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2012

Tijdens de behandeling van de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het Tweede Kamerlid mevrouw Mulder de vraag gesteld of de regering in samenspraak met energiebedrijven, de milieubeweging en de Commissie Corbey een toetsingskader wil ontwikkelen voor het gebruik van biomassa voor bijstook in de kolencentrales waarin de broeikasgasbalans over de gehele keten en andere duurzaamheidsaspecten worden meegenomen en om voor het Algemeen Overleg over biobrandstoffen op 18 december a.s. een brief te willen sturen. Deze brief geeft invulling aan dit verzoek.

Voor het behalen van de duurzame energiedoelstelling van 16% in 2020 zal biomassa, met name bijstook in kolencentrales, een belangrijk onderdeel uitmaken van deze doelstelling. Daarbij is het van belang dat de duurzaamheid van biomassa op het terrein van productie en herkomst moet worden gegarandeerd. Beiden zullen hand in hand moeten gaan.

In dat kader wil ik u graag de laatste ontwikkelingen schetsen.

De Commissie Duurzaamheidsvraagstukken Biomassa (Commissie Corbey) heeft op 16 januari 2012 een advies over duurzaamheidscriteria voor vaste biomassa voor elektriciteit opgeleverd. Op basis daarvan is op 11 oktober een Green Deal Rapportage Duurzaamheid Vaste Biomassa met vertegenwoordigers uit de energie-, afval- en houtsector, waaronder EnergieNed, Stichting Platform Bioenergie, Vereniging Afvalbedrijven en het Platform Duurzaam Hout met het Ministerie van IenM en toenmalig Ministerie van ELI overeengekomen. In deze Green Deal hebben partijen afgesproken om het aandeel duurzame biomassa voor energie te laten toenemen en op termijn alleen aantoonbaar duurzame biomassa in te zetten. Verder is afgesproken om te komen tot een rapportage over de hoeveelheden biomassa, de herkomst, het berekenen van de broeikasgasbalans, het streven naar een minimale broeikasgasreductie van 60% en het gebruik van duurzaamheidssystemen. Dit is een belangrijke stap om de duurzaamheid voor de bijstook van biomassa, onder andere in de steenkolencentrales, transparant te maken.

De Nederlandse overheid heeft zich bij de Europese Commissie altijd sterk gemaakt om te bevorderen dat er zo spoedig mogelijk wettelijk geharmoniseerde duurzaamheidsstandaarden komen voor biomassa voor energie, analoog aan de eisen voor biobrandstoffen. Ook de Commissie Duurzaamheidsvraagstukken heeft zich in die zin uitgesproken. Naar verwachting zal de Europese Commissie begin 2013 met een voorstel komen op welke wijze zij invulling hieraan gaat geven. Een dergelijk voorstel zie ik momenteel als de meest logische weg om voortgang te boeken op dit terrein. Over beide ontwikkelingen bent u in de brief d.d. 24 oktober jongstleden over de voorbereiding van de Milieuraad van 25 oktober door mijn voorganger geïnformeerd (Kamerstuk 21 501-08, nr. 141)

Tenslotte wil ik ook aangeven dat het Ministerie van Economische Zaken momenteel onderzoekt op welke wijze de doelstellingen met bijbehorende instrumenten op het terrein van hernieuwbare energie, waaronder biomassa het best kunnen worden verwezenlijkt.

Bij de verdere uitwerking van de duurzaamheid voor biomassa voor energie, in het bijzonder de bijstook in kolencentrales wil ik de Commissie Duurzaamheidsvraagstukken (Commissie Corbey) wederom graag betrekken om het Kabinet van advies te dienen. Daarbij is het van belang dat in lijn met het regeerakkoord wordt gekeken hoe de duurzaamheid van bijstook van biomassa voor energie het best kan worden gegarandeerd bij de inrichting van deze instrumenten. Daarbij zullen dan ook de recente ontwikkelingen in de Green Deal Rapportage Duurzaamheid Vaste Biomassa en het verwachte voorstel van de Europese Commissie begin 2013 betrokken dienen te worden.

Voor het Algemeen Overleg op 18 december a.s. heeft u ook de brief geagendeerd over de Kabinetsvisie over optimale benutting van biomassa (Kamerstuk 32 357, nr. 33). Voor de volledigheid wil ik u informeren dat het vorige Kabinet hierover op 2 april 2012 in de bedrijfslevennotitie, bijlage 2, Hoofdlijnennotitie biobased economy, een antwoord heeft gegeven (Kamerstuk 32 637, nr. 32, paragraaf 3). De visie over de optimale benutting van biomassa is als integraal onderdeel van de bredere visie op de biobased economy naar de Tweede Kamer gestuurd. In juni 2012 is de hoofdlijnennotitie controversieel verklaard.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven