30 139 Veteranenzorg

Nr. 72 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 31 maart 2010

De vaste commissie voor Defensie1, heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris van Defensie over de brief van 4 februari 2010 inzake het advies over programmering onderzoek naar MGGZ en LZV (Kamerstuk 30 139, nr. 70).

De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 30 maart 2010. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie

Van Miltenburg

Adjunct-griffier van de commissie

Van Toor

1

Welk percentage van de Unifil-veteranen is inmiddels opgenomen in het veteranenregistratiesysteem en kan dus meegenomen worden in random steekproef naar de kwaliteit van het Landelijk Zorgsysteem Veteranen (LZV)?

In het veteranenregistratiesysteem zijn 96 procent van de militairen opgenomen die destijds zijn uitgezonden naar Libanon.

2

Kunt u bevestigen dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) – en niet de Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO) – ten alle tijden wettelijk eindverantwoordelijke is ten aanzien de handhaving van en het toezicht houden op de zorginstellingen?

De IGZ is te allen tijde wettelijk eindverantwoordelijk voor het toezicht op zorginstellingen. Het toezicht op militaire zorginstellingen is door de IGZ gedelegeerd aan de Inspectie Militaire Gezondheidszorg (IMG). De IMG legt hierover ten minste een keer per jaar verantwoording af aan de IGZ.

3

Op welke wijze wordt er nadere invulling gegeven aan het convenant? Zijn inmiddels de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen en de financiële kaders belegd?

11

Heeft het Veteraneninstituut het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

12

Heeft de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg (MGGZ) het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

13

Heeft de Stichting Centrum «45 het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

14

Heeft de Stichting Sinai Centrum het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

15

Heeft Stichting de Basis het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

16

Heeft de Stichting GGZ Noord-Holland-Noord het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

17

Heeft Stichting RIAGG Rijnmond het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

18

Heeft de Reinier van Arkel Groep het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

19

Heeft de Stichting Mondriaan Zorggroep het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

20

Heeft de GGZ Eindhoven het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

21

Heeft Mediant GGZ het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

22

Heeft de Stichting GGZ Drenthe het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

23

Heeft de Stichting Lentis MO het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

24

Heeft het GGNet het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

25

Heeft het Centrum Maliebaan het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

26

Heeft de Pompestichting het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

27

Heeft De Waag het convenant LZV ondertekend? Zo nee, vanwege welke inleidende bepaling(en) opgenomen in het convenant is dit niet gebeurd? Wat zijn precies de bezwaren van de betreffende instelling?

De in de vragen 11 tot en met 27 genoemde instellingen hebben het convenant LZV in 2008 ondertekend. Naar aanleiding van het RZO-rapport over dit convenant, dat de Kamer op 13 november 2009 heeft ontvangen (Kamerstuk 30 139 nr. 63, advies nr. 3), is het convenant aangepast. In het nieuwe convenant worden nadere afspraken gemaakt over de wijze van besluitvorming bij het LZV, de toetreding en uittreding van instellingen, de uitwisseling van informatie en de registratie van cliënten. Daarnaast worden de positie en de bevoegdheden van de RZO duidelijker verwoord, alsmede de verantwoordelijkheden van de deelnemende instellingen en de financiering van het LZV. Inmiddels is het aangepaste convenant akkoord bevonden door de zorginstellingen en voor advies voorgelegd aan het RZO. Nadat de RZO over het nieuwe convenant advies heeft uitgebracht en het convenant op grond daarvan eventueel zal zijn aangepast, zal het nieuwe convenant worden ondertekend.

4

Welke wettelijke bevoegdheden heeft de Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO)?

De RZO is ingesteld door de staatssecretaris van Defensie op 5 juli 2007 (P/2007012915).De taken en bevoegdheden van de RZO zijn beschreven in de instellingsbeschikking. De RZO houdt toezicht op instellingsoverschrijdende kwaliteitsaspecten van het LZV, zoals de samenwerking, de gegevensuitwisseling, de beschikbaarheid en de deskundigheidsbevordering op het specifieke terrein van de veteranenzorg.

5

Kunt u toelichten waarom er twee jaar zijn verstreken alvorens de Kamer een appreciatie van het eerste advies van de RZO ontving?

Aangezien het advies volgens de RZO een voorlopige opzet was waarin alleen op hoofdlijnen werd uiteengezet hoe een evaluatie van het LZV zou kunnen worden uitgevoerd, is het advies niet spoedig na de appreciatie aan de Tweede Kamer aangeboden. De Kamer is zoals toegezegd tijdens het overleg over de Veteranennota van 22 juni 2009 (Kamerstuk 30 139, nr. 57) geïnformeerd over het advies.

6

Wanneer zult u een volledige evaluatie van de conclusies en aanbevelingen uit het rapport Gersons (1 juni 2005, 30 139, nr. 1, pagina 49–54) naar de Kamer sturen?

7

Kunt u puntsgewijs toelichten op welke wijze er uitvoering is gegeven aan de aanbevelingen uit het rapport Gersons betreffende de inrichting van de militaire Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) als bedrijfsgerichte GGZ (30 139, nr. 1, pagina 51) ?

8

Kunt u puntsgewijs toelichten op welke wijze er uitvoering is gegeven aan de aanbevelingen uit het rapport Gersons betreffende de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de militaire GGZ en de civiele GGZ (30 139, nr. 1, pagina 52)?

9

Kunt u puntsgewijs toelichten op welke wijze er uitvoering is gegeven aan de aanbevelingen uit het rapport Gersons betreffende de inrichting van een militaire GGZ-organisatie met drie zorglijnen en vier locaties (30 139, nr. 1, pagina 52).

Naar aanleiding van de aanbevelingen uit het rapport-Gersons is de MGGZ ingericht als een bedrijfsgerichte organisatie met vier regionale centra, een staf met een kenniscentrum en een wetenschappelijke onderzoeksgroep. Met de startnotitie MGGZ (Kamerstuk 30 139 nr. 20) en de daarop volgende jaarlijkse notities veteranenzorg (2007, 2008 en 2009) heb ik u op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van de MGGZ en haar werkzaamheden. Inmiddels is een evaluatie van de MGGZ uitgevoerd waarover ik de Kamer op 17 juli 2009 heb geïnformeerd (Kamerstuk 30 139, nr. 58). Zoals gemeld in de brief van 4 februari jl. zal in 2012 opnieuw een onderzoek naar de MGGZ worden uitgevoerd.

De MGGZ biedt geestelijke gezondheidszorg aan militairen die in Nederland verblijven en aan veteranen die daarvan gebruik willen maken. Deze zorg is gericht op de diagnostiek van alle psychische problematiek en op de behandeling van veel voorkomende stoornissen en aandoeningen die kunnen samenhangen met de werkzaamheden in het militaire beroep. Patiënten met zeldzame aandoeningen of met aandoeningen die zeer gespecialiseerde zorg vereisen, worden verwezen naar gespecialiseerde instellingen in de civiele sector. Daarnaast coördineert de MGGZ de op preventie gerichte GGZ-activiteiten voor militairen in de fase van voorbereiding op een uitzending, stuurt de MGGZ de psychologen aan die meegaan op uitzending en levert de MGGZ een bijdrage aan de terugkeer- en nazorgactiviteiten voor militairen die uitgezonden zijn geweest. Ook levert de MGGZ een bijdrage aan de inrichting en instandhouding van het LZV.

10

Kunt u puntsgewijs toelichten op welke wijze er uitvoering is gegeven aan de aanbevelingen uit het rapport Gersons betreffende de kenniscyclus (30 139, nr. 1, pagina 53)?

De MGGZ volgt de civiele richtlijnen voor evidence based diagnose en behandeling van psychische problematiek. De zorgprogramma’s worden voortdurend afgestemd op onder militairen veel voorkomende klachten, met als doel hen zo goed mogelijk te behandelen. De kwaliteit van de zorg is in overeenstemming met de standaarden van de in de civiele GGZ gehanteerde normering «Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling Zorgsector» (HKZ). Het certificeringtraject is onlangs met positief resultaat voltooid.

Voor de kennisfunctie is een kenniscentrum ingericht dat samenwerkt met verwante civiele kenniscentra. Wetenschappelijk onderzoek naar uitzendinggerelateerde problematiek van militairen en veteranen wordt verricht door de wetenschappelijke onderzoeksgroep van de MGGZ, die intensief samenwerkt met academische onderzoekscentra.

28

Bent u van mening dat het door de IGZ en de IMG uitgevoerde onderzoek naar de MGGZ (juli 2009) – gebaseerd op een beperkt aantal prestatie indicatoren en een quick scan – kan worden aangemerkt als voldoende diepgaand? Is de kwalificatie van dit onderzoek als hebbende een «positieve strekking» gebaseerd op voldoende feiten?

De doelstelling van het evaluatieonderzoek was het verkrijgen van een algemene indruk van het functioneren van de MGGZ na de reorganisatie. Omdat de organisatie nog in ontwikkeling is, is gekozen voor een overwegend kwalitatief gericht onderzoek als instrument voor de evaluatie. Het onderzoek van de IMG en IGZ maakt duidelijk dat de MGGZ organisatie voldoet aan de eisen en op de goede weg is als onderdeel van het zorgsysteem voor veteranen. Ik deel de conclusie van de IMG en de IGZ. Zoals ik gemeld heb in mijn brief van juli 2009 (kamerstuk 30 139 nr. 58 van 17 juli 2009) wordt er op een aantal aspecten een vervolgonderzoek uitgevoerd.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Staaij, C.G. van der (SGP), Bommel, H. van (SP), Poppe, R.J.L. (SP), Ferrier, K.G. (CDA), Velzen, K. van (SP), Haverkamp, M.C. (CDA), Miltenburg, A. van (VVD), Voorzitter, Blom, L. (PvdA), Ondervoorzitter, Dam, M.H.P. Van (PvdA), Eijsink, A.M.C. (PvdA), Schippers, E.I. (VVD), Kraneveldt-van der Veen, M. , PvdA), Griffith, L.J. (VVD), Aasted-Madsen-van Stiphout, J.D.M.P. (CDA), Algra, R.H. (CDA), Irrgang, E. (SP), Knops, R.W. (CDA), Willemse-van der Ploeg, A.A.M. (CDA), Brinkman, H. (PVV), Broeke, J.H. Ten (VVD), Voordewind, J.S. (CU), Jacobi, L. (PvdA), Thieme, M.L. (PvdD), Pechtold, A. (D66) en Sap, J.C.M. (GL).

Plv. leden: Vlies, B.J. van der (SGP), Lempens, P.P.E. (SP), Polderman, H.J. (SP), Ormel, H.J. (CDA), Wit, J.M.A.M. de (SP), Çörüz, C. (CDA), Beek, W.I.I. van (VVD), Roefs, C.W.J.M. (PvdA), Smeets, P.E. (PvdA), Wolbert, A.G. (PvdA), Nicolaï, A (VVD), Arib, K. (PvdA), Blok, S.A. (VVD), Omtzigt, P.H. (CDA), Uitslag, A.S. (CDA), Roemer, E.G.M. (SP), Jonker, C.W.A. (CDA), Nerée tot Babberich, F.J.F.M. de (CDA), Wilders, G. (PVV), Teeven, F. (VVD), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Samsom, D.M. (PvdA), Ouwehand, E. (PvdD), Ham, B. van der (D66) en Vendrik, C.C.M. (GL).

Naar boven