30 139 Veteranenzorg

Nr. 230 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 maart 2020

Vooruitlopend op de veteranennota die u jaarlijks van mij ontvangt in juni, informeer ik u over vier veteranenzaken, te weten:

  • mijn gesprek met het bestuur van de Bond voor Nederlandse Militaire Oorlogs- en dienstslachtoffers (BNMO);

  • het onderzoek dat is gedaan naar het welzijn van de militairen die hebben gediend in de NAVO-missie in Afghanistan, International Security Assistance Force, kortweg onze ISAF-veteranen;

  • mijn reactie aan de Veteranenombudsman op de uitkomsten van zijn onderzoek naar het militair Invaliditeitspensioen (MIP);

  • de stand van zaken rondom de Invictus Games 2020.

Bond voor Nederlandse Militaire Oorlogs- en dienstslachtoffers

Naar aanleiding van de toezegging gedaan tijdens het nota overleg Veteranen van 24 juni 2019 (Kamerstuk 30 139, nr. 220), kan ik melden dat ik op 27 januari jl. een gesprek heb gehad met het bestuur van de BNMO. Het was een prettig en constructief gesprek. We spraken onder meer over het verschil in erkenning en waardering tussen enerzijds veteranen en anderzijds dienstslachtoffers zonder veteranenstatus. Ik heb de achtergrond van dit verschil toegelicht. Daarbij heb ik toegezegd te laten onderzoeken of bepaalde voordelen die de Veteranenpas geeft, zoals korting op producten, ook gekoppeld kunnen worden aan de dienstslachtofferpas. Verder is het veteranentijdschrift «Checkpoint» voor een deel digitaal beschikbaar voor niet-veteranen. Dit gegeven wordt breder bekend gesteld binnen de doelgroep van de BNMO. Tot slot heb ik het bestuur uitgenodigd voor een vervolggesprek volgend jaar.

Welzijn van de ISAF-veteraan

Tijdens het notaoverleg Veteranen 2016 – 2017 (Kamerstuk 30 139, nr. 183), heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer toegezegd onderzoek te laten doen naar het welzijn van de ISAF-veteranen en naar hun eventueel aanvullende behoefte aan zorg en ondersteuning. In de veteranennota 2018 -2019 (Kamerstuk 30 139, nr. 218, dd. 11 juni 2019) heb ik u geïnformeerd over de eerste uitkomsten van dit onderzoek, namelijk dat het over het algemeen goed gaat met de ISAF-veteraan en dat deze zijn welzijn waardeert met een gemiddeld rapportcijfer van 7,8. Nu is het gehele onderzoek gereed en bied ik u het integrale rapport aan1. De belangrijkste conclusies van het rapport zijn:

  • a. Het gaat anno (eind) 2018 goed met de meeste ISAF-veteranen. Gemiddeld geven ISAF-veteranen een 7,8 voor hun welzijn; twee derde geeft een rapportcijfer 8 of hoger.

  • b. Bijna iedere militair die voor ISAF op missie ging, kreeg te maken met impactvolle gebeurtenissen. De meeste militairen geven aan daar geen negatieve effecten (meer) van te ervaren.

  • c. Tien procent van de respondenten rapporteert een laag welzijn en ervaart daarbij tevens middelmatige of veel invloed van hun inzet in de ISAF-missie.

  • d. Het onderzoek heeft beperkte invloed aangetoond van de kenmerken van de missie of de functie die de veteraan daarin vervulde op zijn huidige welzijn. De rang van de veteraan en het feit of de veteraan juist wel of niet buiten de poort is geweest tijdens de missie, lijken het meest bepalend te zijn voor het huidige welzijn van de ISAF-veteraan.

  • e. De meningen over het nazorgtraject door Defensie zijn verdeeld. Ongeveer de helft van de ISAF-veteranen is tevreden, de andere helft deels tevreden of niet tevreden.

  • f. Aan de meeste zorgbehoeften is tegemoet gekomen. Echter, 4,2% van de responsgroep geeft aan behoefte te hebben aan ISAF-gerelateerde hulp maar dit niet te ontvangen. Van de kleine groep actief dienende veteranen voor wie dit geldt (140 personen), geeft 20% aan geen hulp te ontvangen omdat ze bang zijn voor negatieve consequenties voor de loopbaan.

  • g. De ISAF-veteranen spreken hun waardering uit voor alles wat er al is en wordt gedaan aan erkenning en waardering voor veteranen. Ook de Nederlandse Veteranendag wordt goed gewaardeerd door de ISAF-veteranen. Veteranen vinden het belangrijk om daadwerkelijk gezien te worden en de Veteranendag biedt daar bij uitstek gelegenheid toe.

Opvolging van de uitkomsten van het onderzoek

De uitkomsten van dit onderzoek komen voor een groot deel overeen met de uitkomsten van het onderzoek van het Veteraneninstituut, getiteld: «Veteraan, hoe gaat het met u?» dat in mei 2019 is gepubliceerd2. Uit beide onderzoeken blijkt dat het met de overgrote meerderheid van de veteranen goed gaat. Daar ben ik blij mee.

Echter, uit beide onderzoeken komt ook naar voren dat er een groep veteranen is met een verhoudingsgewijs lagere kwaliteit van leven al dan niet gekoppeld aan een zekere mate van eenzaamheid. Het ISAF-rapport geeft aan dat met het benoemen van oorzaak en gevolg terughoudend moet worden omgegaan, omdat die relatie niet eenduidig is gebleken. Dit laat onverlet dat ik mij zorgen maak over deze groep. In nauwe samenwerking met de veteranenorganisaties wil ik hier meer aandacht aan geven. Het zoeken naar samenwerkingspartners voor het signaleren van (ISAF-gerelateerde) eenzaamheidsproblemen bij post-actieve veteranen is een goede stap. Hierover spreek ik onder andere met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zodat zij deze problematiek kunnen betrekken bij de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Ook andere organisaties buiten het veteranenlandschap met kennis van eenzaamheidsproblematiek kunnen hierbij worden betrokken.

Het beeld dat over het nazorgprogramma naar voren komt, is dat de behoefte niet altijd voor iedereen gelijk is. Dit wordt onder meer zichtbaar in de antwoorden die gegeven worden op vragen over het adaptatieprogramma: daaruit blijkt dat de wijze waarop men wenst te ontspannen en de mate waarin men toe is aan een serieus terugkoppelingsgesprek verschilt. Bij de ontwikkelingen in het nazorgbeleid dient Defensie meer rekening te houden met de verschillende behoeften van militairen. Het nazorgtraject bestaat nu uit een standaardaanbod en daarom wil ik de mogelijkheid tot het bieden van meer maatwerk onderzoeken.

Eén van de redenen van actief dienende ISAF-veteranen om geen hulp te zoeken, is de verwachting dat dit negatieve consequenties voor de loopbaan kan hebben. Dat vind ik spijtig om te horen. Het vanwege deze reden geen hulp zoeken is uiteraard een onwenselijke situatie. Het is om die reden van belang om militairen (vanaf de opleiding) te stimuleren professioneel met hun eigen welzijn om te gaan. Daarnaast wordt momenteel een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke beperkingen die militairen met psychische klachten ervaren bij het zoeken naar hulp/zorg en bij het bespreekbaar maken van deze klachten op de werkvloer.

De uitkomsten van dit ISAF-onderzoek vind ik belangrijk en neem ik mee in de verdere ontwikkeling van het veteranenbeleid en bij toekomstig onderzoek.

De Veteranenombudsman over het militair Invaliditeitspensioen (MIP)

Met mijn brief (Kamerstuk 30 139, nr. 225) van 29 oktober 2019 heb ik u geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek van de Veteranenombudsman naar het MIP. In die brief heb ik u toegezegd mijn schriftelijke reactie aan de Veteranenombudsman met u te delen. Deze treft u aan als bijlage3 en daarmee doe ik de toezegging gestand.

Invictus Games 2020

De Invictus Games is een grootschalige sportevenement voor militairen en veteranen die psychisch of lichamelijk gewond zijn geraakt of ernstig ziek zijn geworden in hun diensttijd. Dit evenement vindt plaats van 9 tot en met 16 mei 2020 in het Zuiderpark te Den Haag. Circa 500 internationale deelnemers tonen hun inzet in tien verschillende sporten, zoals atletiek, rolstoelrugby, wielrennen en zwemmen. Met de recente aanmelding van Zuid-Korea staat het aantal deelnemende landen nu op twintig.

We zijn er als Nederland trots op dit unieke evenement te mogen verwelkomen. Onze militairen en veteranen beschermen wat ons dierbaar is en leveren de grootst mogelijke inzet, soms tegen een hoge persoonlijke prijs. Juist dit jaar, bij de viering van 75 jaar vrijheid, vormt een zeer passend moment om dit evenement in eigen land te organiseren.

Tijdens de Invictus Games staat voor Defensie het thema «levenslijn» centraal. De betekenis hiervan is tweeledig: enerzijds het symbool voor de hartslag als teken van veerkracht en vitaliteit, anderzijds ook als levensloop van hoe een individueel leven getekend is door pieken en dalen en hoe belangrijk het is daar voldoende zorg en aandacht aan te besteden. Defensie geeft gestalte aan dit thema door op het terrein van de Invictus Games de ervaring van de militaire levenslijn te presenteren. In een interactieve opstelling beleeft de bezoeker de levenslijn van een militair, dit omvat de aspecten van werving, selectie, training, inzet en nazorg. Ook zal er aandacht zijn voor onderwerpen als diversiteit, leiderschap en innovatie. Defensie ondersteunt dit evenement en geeft daarmee opvolging aan het voornemen in de Veteranennota 2017–2018 (Kamerstuk 30 139, nr. 186) en gehoor aan de motie van het lid Bruins Slot (Kamerstuk 30 139, nr. 179).

Dit evenement onderstreept het belang van re-integratie- en revalidatieprocessen, deelnemers laten zien hoe sport kan verbroederen en het herstel kan bevorderen. Om zoveel mogelijk veteranen hiervan deelgenoot te maken zijn er per dag 500 kaarten voor hen beschikbaar tegen gereduceerd tarief in de voorverkoop.

Ik kijk zeer uit naar de Invictus Games en ik hoop dat dit bij de leden van uw Kamer eveneens het geval zal zijn. De Kamerleden van de Vaste Commissie Defensie zullen te zijner tijd een uitnodiging ontvangen. Het volledige programma kunt u terugvinden op invictusgames2020.com.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Het onderzoeksrapport «Veteraan hoe gaat het met u?» en een publiekssamenvatting zijn te vinden op de website van de Stichting Veteraneninstituut onder: overzicht-publicaties.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven