30 139 Veteranenzorg

Nr. 148 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2015

Hierbij bied ik u de veteranennota 2015 aan1. Met de veteranennota wordt de Kamer jaarlijks geïnformeerd over de stand van het veteranenbeleid. In deze nota doe ik tevens de toezeggingen over de volgende onderwerpen gestand:

  • De meetresultaten van de Consumer Quality Index veteranenzorg (notaoverleg veteranen 20 juni 2011, Kamerstuk 30 139, nr. 77);

  • De stand van zaken inzake de nazorgvragenlijsten en de mogelijkheid melding te maken in het dossier van de militair wanneer deze nalaat de nazorgvragenlijst in te vullen (notaoverleg veteranen 23 juni 2014, Kamerstuk 30 139, nr. 137);

  • De wijze waarop nazorg aan uitgezonden reservisten wordt geboden (notaoverleg veteranen 23 juni 2014, Kamerstuk 30 139, nr. 137);

  • De participatiegraad van scholen in het scholenproject «Verhalen van Veteranen» (notaoverleg veteranen 23 juni 2014, Kamerstuk 30 139, nr. 137);

  • De stand van zaken van inzake het onderzoek naar de specifieke zorgvraag van vrouwelijke veteranen (notaoverleg veteranen 23 juni 2014, Kamerstuk 30 139, nr. 137);

  • De stand van zaken inzake het collegiaal netwerk (notaoverleg veteranen 23 juni 2014);

  • De organisatie en de financiering van de nuldelijnsondersteuning (notaoverleg veteranen 23 juni 2014, Kamerstuk 30 139, nr. 137);

  • De wijze waarop de actief dienende veteraan meer betrokken kan worden bij het Veteranen Platform (wetgevingsoverleg personeel 3 november 2014, Kamerstuk 34 000 X, nr. 42).

Naast alle activiteiten die onder directe verantwoordelijkheid van Defensie plaatsvinden, zijn er ook veel andere activiteiten die bijdragen aan de erkenning, waardering en ondersteuning van veteranen. Vorig jaar heb ik uw Kamer in een afzonderlijke bijlage hierin inzicht geboden. Ook afgelopen jaar zijn deze activiteiten weer voor en door veteranen georganiseerd, grotendeels overeenkomstig vorig jaar. Om die reden heb ik dit jaar geen afzonderlijke bijlage gevoegd bij deze nota. Uit al deze activiteiten blijkt wel de brede betrokkenheid met veteranen en ik waardeer de inzet van alle hierbij betrokken veteranen en niet-veteranen ten zeerste.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven