Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2016
In vervolg op het VAO Evaluatie van de Wet normering topinkomens (WNT) d.d. 10 februari
2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 53, item 3), informeer ik u met deze brief over de voortgang van de wetgeving met betrekking
tot de normering van de topinkomens in de (semi)publieke sector.
1. Wet uitbreiding personele reikwijdte WNT (WNT-3)
Het kabinet beoogt bovenmatige bezoldigingen in de publieke en semipublieke sector
tegen te gaan. Hiertoe is in het regeerakkoord afgesproken dat de Wet normering bezoldiging
topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) wordt aangepast, zodat het
de bezoldiging van een Minister het bezoldigingsmaximum wordt in de publieke en semipublieke
sector. De eerste stap is gezet met de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT (WNT-2),
waarmee het bezoldigingsmaximum is verlaagd tot 100% van het ministersalaris. Met
het voorstel voor de Wet uitbreiding personele reikwijdte WNT (WNT-3) wordt de daarop
aansluitende maatregel in procedure gebracht ter uitvoering van de afspraken in het
regeerakkoord. Bij het Algemeen Overleg van 27 januari jl. over de evaluatie van de
wet (Kamerstuk 34 366, nr. 2), heb ik toegezegd u voor de zomer over de inhoud van dit wetsvoorstel te informeren.
Heden is een voorontwerp van het wetsvoorstel openbaar gemaakt met het oog op het
raadplegen van sociale partners, alsmede voor bredere consultatie binnen de verschillende
sectoren.1 De strekking van dit wetsvoorstel is ook de bezoldiging van werknemers bij instellingen
waarop de WNT thans van toepassing is, te normeren. In individuele gevallen of voor
bepaalde functies, waarbij bijzondere arbeidsmarktomstandigheden dat rechtvaardigen,
voorziet het voorstel – conform het regeerakkoord en analoog aan de nu geldende wet
– in de mogelijkheid een uitzondering te maken. Overeenkomstig het zorgakkoord en
het advies van de Adviescommissie Onderzoek arbeidsvoorwaarden en FLNA LVNL (commissie-Vreeman)
vallen medisch specialisten respectievelijk luchtverkeersleiders buiten de scope van
het voorstel.
2. Evaluatiewet WNT
Naast de WNT-3 is ter opvolging van de eerste integrale evaluatie van de WNT die in
2015 is uitgevoerd, het wetsvoorstel Evaluatiewet WNT in voorbereiding genomen. Met
dit wetsvoorstel beoogt de regering de verbeteragenda die in het kabinetsstandpunt2 bij het evaluatierapport uiteen is gezet, te realiseren. Deze verbeteragenda is gericht
op het (verder) verbeteren van doelmatigheid en uitvoerbaarheid van de wet en de vermindering
van administratieve lasten en uitvoeringskosten voor instellingen die onder de reikwijdte
van de WNT vallen. Daarnaast worden enkele wijzigingen voorgesteld om ontwijkingsconstructies
tegen te gaan en zo de effectiviteit van de wet te verhogen. Hiermee geeft de regering
tevens uitvoering aan de door uw Kamer aangenomen motie van het lid Kerstens3 inzake het tegengaan van schijnconstructies. Het concept-wetsvoorstel zal naar verwachting
in de loop van het tweede kwartaal in consultatie worden gebracht. De planning is
erop gericht het voorstel kort na het zomerreces bij uw Kamer in te dienen.
3. Normering t.a.v. decentrale overheidsdeelnemingen
Over de uitvoering van de motie van het lid Van Raak4, om in overleg te treden met de aandeelhouders van Alliander, heb ik u bij aparte
brief geïnformeerd (Kamerstuk 30 111, nr. 98). Bij verschillende gelegenheden heb ik daarnaast (desgevraagd) tevens aan de Kamer
toegezegd om vennootschappen waarin lokale en regionale overheden deelnemen (decentrale
overheidsbedrijven), mee te nemen in het vervolgtraject van de vorig jaar uitgevoerde
evaluatie. Oogmerk is ook bij deze decentrale instellingen tot matiging van bezoldiging
en ontslagvergoedingen te komen. Ter uitvoering van die toezegging is momenteel nog
nader onderzoek en beraad binnen het kabinet nodig over de wijze van aanpak. Hierover
zal ik de Kamer op een later tijdstip informeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk