30 111 Topinkomens

Nr. 105 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2017

Op 24 oktober 2017 is bij de regeling van werkzaamheden (Handelingen II 2017/18, nr. 13, item 10) op initiatief van het lid Ellemeet (GroenLinks) verzocht om een brief over de berichtgeving van RTL dat één op de vijf zorgbestuurders meer verdient dan het bezoldigingsmaximum van de Wet normering topinkomens (WNT). Op 1 november 2017 is op initiatief van het lid Marijnissen (SP) tevens een verzoek om een reactie gedaan naar aanleiding van berichtgeving in het Financieele Dagblad over de toepassing van de WNT en het verbod op winstoogmerk op bepaalde constructies in de zorg (Handelingen II 2017/18, nr. 16, item 5). Met onderhavige brief voldoe ik mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan deze beide verzoeken.

Berichtgeving RTL dat één op de vijf zorgbestuurders meer verdient dan het algemeen bezoldigingsmaximum

Op basis van eigen onderzoek berichtte RTL op 23 oktober 2017 dat 21% van de zorgbestuurders in 2016 meer verdiende dan het algemeen bezoldigingsmaximum, dat in dat jaar € 179.000 bedroeg. Daarnaast heeft RTL een lijst gepubliceerd van de 50 meest verdienende zorgbestuurders in 2016 en een aantal gevallen benoemd waarbij zorgbestuurders die meer verdienen dan het algemeen WNT-bezoldigingsmaximum in de afgelopen jaren salarisstijgingen hebben doorgemaakt.

Dat in 2016 een aantal zorgbestuurders meer verdiende dan het algemeen bezoldigingsmaximum vloeit voort uit het overgangsrecht. Ten behoeve van de rechtszekerheid en de bescherming van bestaande rechten is bij de inwerkingtreding van de WNT in 2013 en de verlaging van het algemeen bezoldigingsmaximum naar 100% van het ministersalaris in 2015 (WNT-2) overgangsrecht van toepassing geworden. Voor inwerkingtreding van de wet gemaakte bezoldigingsafspraken worden gedurende vier jaar gerespecteerd. Daarna vindt in drie jaar afbouw plaats naar het individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum.

Uit nader onderzoek naar de berichtgeving door het CIBG blijkt dat de 50 bestuurders werkzaam zijn bij in totaal 40 zorginstellingen. Voor 39 van deze instellingen is een goedkeurende controleverklaring afgegeven door de accountant, die ook ziet op de WNT-gegevens in de jaarrekening. Het CIBG heeft de toelichtingen op de WNT-verantwoordingen van deze 39 instellingen bestudeerd. In enkele gevallen riep de toelichting vragen op. Het CIBG bekijkt deze gevallen nader. In één geval is geen controleverklaring bekend; deze is inmiddels door het CIBG opgevraagd.

Berichtgeving FD over de toepassing van de WNT en het verbod op winstoogmerk op bepaalde constructies in de zorg

Op 1 en 2 november publiceerde het Financieele Dagblad een tweetal artikelen inzake de toepassing van de WNT en het verbod op winstoogmerk.

WNT

De WNT is van toepassing op de instelling die een toelating heeft op grond van de Wet toelating zorginstellingen (Wtzi). Op bv’s die als onderaannemer zorg leveren aan de zogenaamde Wtzi-instelling is de WNT niet van toepassing. In het afgelopen jaar is met de Evaluatiewet WNT geprobeerd dit gat te dichten door onderaannemers in de zorg onder de reikwijdte van de WNT te brengen. De Raad van State heeft op dit punt negatief geadviseerd vanwege de veronderstelde te brede werking van de maatregel. In het nader rapport is toegelicht dat het kabinet, omwille van de voortgang en ter bevordering van een voorspoedige parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Evaluatiewet WNT, ervoor heeft gekozen de betreffende bepaling uit het wetsvoorstel te schrappen. Samen met de Minister van BZK zal ik bezien op welke wijze dergelijke constructies op de meest effectieve wijze alsnog kunnen worden tegengegaan. Daarbij zal ook worden gekeken of in andere sectoren vergelijkbare constructies voorkomen, zodat oplossingen ook voor die situaties kunnen gelden. In het begin van 2018 zult u hierover nader worden geïnformeerd.

Regels inzake winstoogmerk

Zoals ik uw Kamer tijdens het Algemeen Overleg over zorgfraude op 16 november 2017 heb toegelicht, zal ik uw Kamer in januari 2018 nader informeren over mijn standpunt inzake winstuitkering.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven