Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2014
Zoals aangekondigd in mijn brief van 1 september 20141 ontvangt u hierbij de Uitvoeringsovereenkomst tussen NS en IenM die hoort bij de
nieuwe vervoerconcessie voor het hoofdrailnet en de zogenoemde «Redelijke Regeling»
vertrouwelijk ter inzage2.
De vervoerconcessie heeft een eenzijdige werking en bevat verplichtingen voor NS.
De Uitvoeringsovereenkomst daarentegen bevat afspraken die (ook) IenM binden of een
bedrijfsvertrouwelijk karakter kennen. De oorsprong van vrijwel alle bepalingen uit
de Uitvoeringsovereenkomst is gelegen in de afspraken die ten tijde van het voorkomen
van het faillissement van de HSA overeengekomen zijn, danwel in de afspraken die bij
het alternatief voor de Fyra/V250 gemaakt zijn. In sommige gevallen is toen overeengekomen
afspraken uit nog eerdere overeenkomsten zoals de concessieovereenkomst tussen Staat
en HSA d.d. 5 december 2001 voort te laten bestaan. De afspraken bepalen de financiële
kaders en risicoverdeling waarbinnen de vervoerconcessie gegund is en die op marktconformiteit
zijn getoetst3.
Bij deze Uitvoeringsovereenkomst is een oplegdocument gevoegd waarin verwijzingen
naar de oorsprong van de artikelen inzichtelijk is gemaakt4.
Met het afsluiten van de Uitvoeringsovereenkomst vervallen onderliggende overeenkomsten,
te weten het Onderhandelakkoord, inclusief de Aanvulling en het Addendum op het Onderhandelakkoord
en uitvoeringsafspraken.
Het Onderhandelakkoord, inclusief de Correctieregeling Energie en de Aanvulling op
het Onderhandelakkoord, hebben op 17 juni 2014 bij uw Kamer ter inzage gelegen (Kamerstuk
22 026, nr. 460).
Tevens bied ik u de Redelijke Regeling aan5. In de Redelijke Regeling zijn, in geval van geheel of gedeeltelijke beëindiging
van de concessie, afspraken vastgelegd aangaande de overgang van eigendoms- of gebruiksrechten
van productiemiddelen die NS inzet voor uitvoering van de vervoerconcessie. Deze afspraken
dienen onder meer ter borging van continuïteit van inzet van materieel en teneinde
te voorkomen dat NS gedurende de concessieperiode stopt met het investeren in materieel.
Met NS is afgesproken dat de Redelijke Regeling zoals tot stand is gekomen in 2007
ook na 2015 blijft bestaan. In de nieuwe vervoerconcessie wordt dan ook naar de (verlengde)
Redelijke Regeling verwezen.
De vier bijlagen bij deze brief zullen tot het voorjaarsreces vertrouwelijk bij uw
Kamer ter inzage liggen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld