Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 april 2010
Op 27 juni 2006 heeft de Tweede Kamer een motie van het lid Dittrich aangenomen inzake het publiekelijk inzichtelijk maken
van aan overheidsorganen opgelegde dwangsommen (Kamerstukken II 2005/06, 29 934, nr. 17).
In deze motie spreekt de Kamer als haar mening uit dat overheidsorganen die een dwangsom hebben moeten betalen wegens niet
of niet tijdig beslissen op aanvragen van justitiabelen, zulks periodiek inzichtelijk maken en verzoekt zij de regering deze
opvatting via de geëigende kanalen bekend te maken.
Met deze brief breng ik u op de hoogte van de wijze waarop het kabinet uitvoering geeft aan deze motie.
De Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen is op 1 oktober 2009 in werking getreden en geldt voor alle aanvragen
en bezwaarschriften die op of na die datum zijn ingediend. Indien een beschikking op een aanvraag of bezwaarschrift niet tijdig
is gegeven en het bestuursorgaan ook na ingebrekestelling niet binnen twee weken een beslissing neemt, verbeurt het een dwangsom
voor elke dag dat het in gebreke is met een maximum van € 1260,–.
Gelet op de datum van inwerkingtreding van 1 oktober 2009 zijn in 2009 niet of nauwelijks dwangsommen betaald op grond van
deze wet. Daarom zal het kabinet met ingang van 1 januari 2010 gevolg geven aan het verzoek van de Tweede Kamer.
Alle ministeries zullen de betaalde dwangsommen registreren en jaarlijks bekend maken op hun website. De bekendmaking van
de betaalde dwangsommen zal voor het eerst gebeuren in het voorjaar van 2011 over het jaar 2010. De onder de ministeries ressorterende
zelfstandige bestuursorganen en agentschappen worden verzocht dit eveneens te doen. Immers, ook daar worden veel besluiten
genomen die tot de burger zijn gericht.
Voorts heeft mijn ambtsvoorgangster in de circulaire van 19 november 2008 over de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
de colleges van burgemeester en wethouders van alle gemeenten, de colleges van gedeputeerde staten van alle provincies en
de dagelijkse besturen van alle waterschappen dringend verzocht aan de oproep van de Tweede Kamer gehoor te geven en de betaalde
dwangsommen te registreren.
Naast deze maatregelen ter voldoening aan de motie hebben de verschillende ministeries nog diverse andere maatregelen genomen
ten behoeve van de implementatie van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen in hun organisatie. De ministeries
hebben onderling informatie en «best practices» uitgewisseld. Dit heeft onder meer geresulteerd in de ontwikkeling en/of verbetering
van (digitale) volgsystemen ten behoeve van termijnbewaking in bezwaarprocedures.
Ook zijn op basis van documenten van de Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit handleidingen
en modelbrieven gemaakt waar alle ministeries gebruik van kunnen maken. Deze handleidingen en modelbrieven zijn te vinden
op de website van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (http://www.minbzk.nl/onderwerpen/openbaar-bestuur/goed-openbaar/wet-dwangsom).
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. M. H. Hirsch Ballin