Vragen van het lid Buitenweg (GroenLinks) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties over de voortgangsbrief van de TIB (ingezonden 5 november 2018).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en van
Minister Bijleveld-Schouten (Defensie) (ontvangen 6 december 2018). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 792.
Vraag 1
Heeft u nota genomen van de voortgangsbrief van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden
(TIB)?
Vraag 2
Is de mededeling in de brief waar dat de ministers van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties
en Defensie het besluit hebben genomen om de aantallen verzoeken die aan de TIB zijn
gericht niet openbaar te maken via deze voortgangsbrief?
Vraag 3, 4
Zullen deze gegevens ook niet openbaar gemaakt mogen worden in het jaarverslag van
de TIB? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom dan wel?
Waarom beoordeelt u het publiceren van tapstatistieken van de AIVD en MIVD als niet-problematisch
en zou het publiceren van het aantal verzoeken tot toestemming door de TIB wel een
gevaar voor nationale veiligheid zijn?
Antwoord 3, 4
De Minister van Defensie en ik hebben in onze reactie op de voortgangsbrief aan de
TIB gemeld er geen bezwaar tegen te hebben dat de TIB in het aankomend jaarverslag
het totaal aantal aanvragen noemt, indien de cijfers van de AIVD en MIVD samen worden
genomen.
Elk stukje informatie dat over de diensten naar buiten wordt gebracht, kan, in combinatie
met al openbare informatie, onbedoeld inzage verschaffen in de werkwijze van de diensten.
De Minister van Defensie en ik zijn van oordeel dat de absolute getallen in de voortgangsbrief
van de TIB, mede gelet op de korte periode waarop de voortgangsbrief betrekking heeft,
teveel inzicht geeft in deze werkwijze.
Met het verschijnen van het jaarverslag van de TIB zullen de aantallen een hoger aggregatieniveau
hebben en minder makkelijk herleidbaar zijn, zeker indien de getallen van beide diensten
worden samengenomen. Daarom hebben wij er geen bezwaar tegen indien de TIB dit totaalaantal
in zijn jaarverslag openbaar maakt.
Vraag 5
Is het wel toegestaan aan de TIB om trends in kaart te brengen, waardoor de Tweede
Kamer tenminste nota kan nemen van het feit of steeds meer of minder verzoeken aan
de TIB worden voorgelegd?
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de zienswijze van de leden van de TIB dat het goed zou zijn om de
wettelijke regeling rondom de hack-bevoegdheid nog eens nader te bezien en zo mogelijk
beter te waarborgen in de wet?
Antwoord 6
Naast de reacties die in het kader van de internetconsultatie zijn ontvangen, is ook
desgevraagd advies uitgebracht door de TIB en de CTIVD. De TIB is in haar reactie
onder meer ingegaan op de hack-bevoegdheid. Naar aanleiding van de ontvangen reacties
is bezien of en, zo ja, op welke wijze deze tot aanpassing van het wetsvoorstel zouden
moeten leiden.
In de memorie van toelichting is daarop nader ingegaan. De ministerraad is op 30 november
akkoord gegaan met het voorstel van wet tot wijziging van de Wiv 2017. Het wetsvoorstel
wordt thans voor advies voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
Bij de indiening van het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer, naar verwachting in het
eerste kwartaal van 2019, wordt ook de wijze waarop met de ontvangen reacties is
omgegaan openbaar.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u de opvatting van de leden van de TIB dat het huidig aantal leden
van de TIB kwetsbaar is? Bent u van plan om dit aantal in aanloop naar de wetswijziging
nader te bezien en bijvoorbeeld een reserve lid toe te voegen?
Antwoord 7
Wij vinden het van groot belang dat de TIB haar werk goed kan blijven uitvoeren en
onderschrijven de door de TIB naar voren gebrachte zorg. Omdat dit het functioneren
van de TIB direct raakt, is de TIB geïnformeerd over ons voornemen om in de wet te
voorzien in de mogelijkheid tot het benoemen van plv. leden die bij belet of ontstentenis
van een van de leden van de TIB kan worden ingeschakeld.