29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Nr. 287 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 oktober 2020

Bij brief van 11 september 2020 heeft u mij gevraagd te reageren op het manifest «Een pact voor de rechtsstaat» van het Strategisch Beraad Ondermijning. In het rapport wordt gepleit voor een pact om de drugsindustrie die zich in ons land gevestigd heeft middels een tienjarenprogramma fors te reduceren. Dat moet gebeuren in een aanpak waarin alle betrokken partijen als één overheid optreden en coalities gesloten worden met maatschappelijke en private partijen. Het stuk is tot stand gekomen onder regie van de heer Noordanus, voorzitter van het Strategisch Beraad Ondermijning.

Hij heeft mij het beleidsscenario ter kennisgeving aangeboden, met de opmerking dat het als agenderend stuk is bedoeld voor de volgende kabinetsperiode.

Op basis van de analyse van de ernst en omvang van de drugsindustrie in Nederland wordt in het stuk geconcludeerd dat ons land zich ontwikkeld heeft tot een mondiaal drugsknooppunt. Dit gaat gepaard met enorme criminele geldstromen en grootschalige vormen van ondermijnende criminaliteit. Het werkt door in onze economische systemen, heeft een aantrekkingskracht op kwetsbare personen en sectoren en manifesteert zich onder andere in excessief geweld en aantasting van de rechtsstaat. De algemene analyse van de problematiek is goed beschreven en herken ik. Ik deel de conclusie dat Nederland een omvangrijke drugsindustrie heeft, die zich helaas heel stevig in de maatschappij heeft genesteld.

Ik onderschrijf dan ook ten volle de ambitie om de komende jaren tot een forse reductie van de drugsindustrie in ons land te komen. Daarom heb ik in de afgelopen periode reeds stevig ingezet op de versterking en versnelling van de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Het kabinet heeft de bestrijding van deze vorm van criminaliteit tot prioriteit gemaakt. In het Regeerakkoord is 100 miljoen euro incidenteel en 10 miljoen euro structureel vrijgemaakt, om de aanpak met name op regionaal niveau te versterken en te innoveren. Daarbij is de focus gericht op de illegale drugsindustrie, de grootste aanjager van georganiseerde criminaliteit, en de bijbehorende criminele geldstromen. Aanvullend heb ik dit voorjaar de aanpak flink geïntensiveerd door de inzet van een breed offensief tegen ondermijnende criminaliteit. Hiervoor heeft het kabinet 88 miljoen euro in 2020, 141 miljoen euro in 2021 en 150 miljoen euro vanaf 2022 extra beschikbaar gesteld. In juni 20201 informeerde ik uw Kamer over de uitwerking van dit offensief, dat zich met name richt op het toekomstbestendig maken van het stelsel Bewaken en Beveiligen en de inrichting en werkzaamheden van het Multidisciplinair Interventieteam (MIT). Ook wordt er vanuit de gelden voor het brede offensief in 2021 en 2022 incidenteel geïnvesteerd in de lokale en regionale aanpak. Op deze wijze organiseren we een breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit, volgens het devies «oprollen, afpakken en voorkomen».

Om de aanpak van ondermijning te coördineren heb ik per 1 september jl. een programmadirecteur-generaal Ondermijning (DGO) aangesteld. Hiermee sluit ik aan op een van de aanbevelingen uit het pact. De DGO heeft bovendien de specifieke opdracht gekregen voor de regie op de afpakketen, om zich in nauwe samenwerking met alle betrokken partners in te zetten voor het verhogen van de afpakresultaten. Het afpakken van crimineel vermogen is immers een belangrijk element in de aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. Door criminelen daar te raken waar het pijn doet, in hun portemonnee, worden netwerken verstoord en machtsposities afgebroken. In de brief over de aanstelling van de DGO en de regie op de afpakketen van 19 oktober jl. ga ik daar uitvoeriger op in2.

Reactie op voorgestelde maatregelen

Versterking van de strafrechtketen

De in het pact beschreven benodigde inzet is deels gericht op aanvullende capaciteit en middelen om de aanpak te continueren en verder te verstevigen. Om de meerjarige aanpak tot een succes te maken is volgens de schrijvers ook een versterking van de strafrechtketen benodigd. Het verbeteren van het functioneren van de strafrechtsketen is niet alleen bij de aanpak van ondermijning, maar in bredere zin een belangrijk aandachtspunt voor mij en mijn collega voor Rechtsbescherming. In dat kader heeft recent een doorlichting van de strafrechtketen plaatsgevonden3, uitgevoerd door PricewaterhouseCoopers (PwC). Het PwC-rapport onderstreept de urgentie om flinke stappen te zetten om het functioneren van de strafrechtketen en de samenwerking daarbinnen verder te verbeteren en doet hiervoor aanbevelingen. De uitkomsten van de doorlichting beschouw ik als een goede bijdrage om te komen tot duurzame oplossingen voor de forse maatschappelijke opgaven waar de strafrechtketen voor staat. In de brief aan uw Kamer van 26 juni jl. zijn de hoofdlijnen geschetst voor de gewenste verbeteringen in de ketensamenwerking. Aan de uitwerking hiervan wordt momenteel hard gewerkt. Zoals toegezegd wordt uw Kamer voor de begrotingsbehandeling nader geïnformeerd over de voortgang en stand van zaken hiervan. Daarnaast wordt in het pact verwezen naar het inbedden van de justitiële functie in een bredere benadering en integrale wijkaanpak. Ik onderschrijf het belang van de justitiële functie in de wijk. In dat kader zijn in enkele steden kleinschalige pilots gestart met laagdrempelige rechtspraak in de wijk. Daarin wordt door de rechtbank samengewerkt met de politie, Openbaar Ministerie, gemeente en hulpverlening. Zo wordt gezamenlijk gezocht naar duurzame oplossingen om de kans op recidive en afglijden te voorkomen. Een pilot in Eindhoven wordt volgend jaar geëvalueerd. Samen met de betrokken organisaties zal na evaluatie van de pilots worden bezien of en hoe er een vervolg aan kan worden gegeven.

Regionale aanpak

Tevens wordt in het rapport opgeroepen tot een samenhangende bestuurlijke aanpak op lokaal, regionaal en nationaal niveau. Naast de gerealiseerde structurele versterking bij de landelijke partners wordt gepleit voor een structurele borging en versterking van de regionale aanpak. De drugsindustrie acteert immers nationaal en internationaal, maar is lokaal geworteld.

Vanuit het brede offensief voor ondermijnende criminaliteit heb ik extra incidentele gelden kunnen vrijmaken voor de regionale aanpak in 2021 en 2022. Graag had ik de regionale aanpak van structurele financiering voorzien. Zoals echter eerder aangegeven4 is het vanwege de grote financiële implicaties van de coronacrisis maar beperkt mogelijk om structurele middelen voor de verdere versterking van de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit beschikbaar te maken. Daarom heb ik voor deze kabinetsperiode scherpe keuzes moeten maken.

Preventie

In het pact wordt beschreven dat een nadere inspanning nodig is op het gebied van de preventieve aanpak. Ik sluit me aan bij de stelling dat het terugdringen van de drugsindustrie pas werkt in een aanpak waarin repressie en preventie gecombineerd worden. In de huidige aanpak is daarom volop aandacht voor de bestuurlijke en maatschappelijke weerbaarheid en het tegengaan van de voedingsbodem voor georganiseerde criminaliteit. Dit uit zich in lopende programma’s gericht op kwetsbare branches, het voorkomen van jonge aanwas van criminelen in de drugshandel en een persoonsgerichte aanpak voor (potentiële) doorgroeiers. Het rapport roept tevens op tot een vergroting van de weerbaarheid van onze economische infrastructuur. Ik erken dat de bestaande gelegenheidsstructuur een belangrijke aanjager is voor de criminaliteitsdruk in ons land. We beschikken over een moderne infrastructuur en de daarbij behorende faciliteiten op lucht- en zeehavens. Die spelen echter niet alleen een belangrijke rol in de reguliere economie, maar het maakt Nederland ook aantrekkelijk voor nationale en internationale criminele organisaties. Vanuit de versterkingsgelden uit het Regeerakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) worden nu regionale programma’s uitgevoerd, die zich richten op onder meer de luchthaven Schiphol en een integere Rotterdamse haven. Verder heb ik uw Kamer toegezegd in het kader van de kennisagenda van het brede offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit onderzoek te doen naar de overwegingen van drugscriminelen om hun productie in Nederland te vestigen.5 Ook de strafmaat speelt mogelijk een rol in dit criminele vestigingsklimaat. Dit onderzoek is nodig om maatregelen te kunnen voorstellen die de aantrekkingskracht van Nederland op drugscriminelen verminderen.

De schrijvers geven aan dat inspanningen benodigd zijn op het gebied van het tegengaan van normalisering van drugsgebruik en de inzet van publiekscampagnes. Vanuit onze gezamenlijke verantwoordelijkheid willen de Staatssecretaris van VWS en ik optimaal de mogelijkheden benutten om een gedragsverandering te bewerkstelligen bij gebruikers van illegale drugs. Met de Staatssecretaris bezie ik op welke wijze publiekscommunicatie zo effectief mogelijk kan worden ingezet om drugsgebruik te verminderen. De in opdracht van het Aanjaagteam Ondermijning door het Trimbos-Instituut ontwikkelde pilot om gebruikers van partydrugs aan te spreken op hun verantwoordelijkheid voor milieuschade, waarover ik uw Kamer eerder heb bericht, gaat naar verwachting in november van start. Verder heeft het CCV de inventarisatie naar vergunningsvoorwaarden ten aanzien van het drugsgebruik tijdens evenementen onlangs afgerond. Op basis van deze inventarisatie wordt met de gemeenten gesproken over verbeterkansen en mogelijkheden om hun met landelijk beleid te ondersteunen.

Misbruik van het financiële systeem

In het rapport wordt gesteld dat het financiële systeem en ingewikkelde, internationale financiële constructies vermoedelijk een grote rol spelen bij het witwassen van drugsgelden. Vanwege de brede scope, het groot aantal partijen en de complexiteit van de problematiek is de aanpak van witwassen volgens de stellers te versnipperd. Juist om de integraliteit van dit complexe probleem te borgen is het samen met de Minister van Financiën opgestelde plan van aanpak witwassen in samenspraak met betrokken publieke en private partners tot stand gekomen. Daarin is extra versterking voorzien via drie samenhangende pijlers. Deze pijlers zijn gericht op: 1) het verhogen van barrières zodat het voor criminelen moeilijker is illegaal verkregen inkomsten binnen het financiële stelsel te brengen; 2) het vergroten van de effectiviteit van de poortwachtersfunctie en het toezicht daarop; en 3) het versterken van de opsporing en vervolging. Samen met de Minister van Financiën informeer ik uw Kamer over de voortgang van de concrete maatregelen die worden getroffen voor een effectievere aanpak van witwassen en een betere bescherming van ons financieel stelsel.6 Daarbij wordt ook een bijdrage geleverd aan het vergroten van het lerend vermogen bij alle betrokken partijen.

Zo wordt door de implementatie van de wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn, en in de toekomst de Wet plan van aanpak witwassen en de Wet Gegevensverwerking door Samenwerkingsverbanden (WGS), een aantal knelpunten in de gegevensdeling weggenomen. Tevens is de publiek-private samenwerking, onder meer binnen het Financieel Expertise Centrum (FEC) en bij het Anti Money Laundering Centre (AMLC), geïntensiveerd. Banken nemen de eigen verantwoordelijkheid, trekken veel extra medewerkers op het terrein van compliance aan en werken aan een gezamenlijke voorziening voor transactiemonitoring. Ook zet Nederland zich op Europees niveau in voor de oprichting van een nieuwe, onafhankelijke Europese toezichthouder op het terrein van witwassen en terrorismefinanciering. Daarnaast wordt de capaciteit bij o.a. de FIU-Nederland, de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) en Openbaar ministerie vergroot, voor het intensiveren van onder meer het opsporen van witwassen. Bij Voorjaarsnota 2019 is een totaalbedrag ter beschikking gesteld oplopend tot structureel € 29 miljoen vanaf 2021 (Kamerstuk 35 210, nr. 1).

Wetgevingsprogramma

Bij de aanbieding van het pact wordt gevraagd om een wetgevingsprogramma, met «maatregelen die het vestigingsklimaat voor de illegale drugsindustrie grondig aantasten». De aanpak van ondermijning wordt momenteel verder versterkt door een stevig pakket aan ondermijningswet- en regelgeving. De eerste mijlpalen zijn bereikt. Verschillende wetten zijn al in werking getreden, waaronder onlangs nog de wijziging van de Wet Bibob (eerste tranche), die onder andere de uitbreiding van het toepassingsbereik en versterking van de eigen onderzoeksmogelijkheden van bestuursorganen regelt. Het conceptwetsvoorstel versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit, waarin onder meer de verruiming van het strafrechtelijk executie onderzoek is opgenomen, is in september jl. aan de Tweede Kamer aangeboden. Daarnaast zijn er diverse andere wetsvoorstellen aanhangig dan wel in voorbereiding. Over de voorgang van deze wetstrajecten informeer ik uw Kamer medio november bij de eerstvolgende voortgangsbrief.

Tot slot

Het in het pact geschetste beeld toont eens te meer de noodzaak van een stevig offensief tegen de georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Een groot deel van de voorstellen in het pact zie ik dan ook als een ondersteuning van de reeds ingeslagen weg. Het pact is opgesteld met het oog op een volgende kabinetsperiode, en biedt goede aanknopingspunten en suggesties voor verdere versterking van de aanpak. In overleg met de leden van het Strategisch Beraad Ondermijning bezie ik graag welke onderdelen uit het pact we verder kunnen verkennen voor een duurzame, brede aanpak van de drugscriminaliteit. We moeten hier de komende jaren fors op blijven inzetten, om een kentering teweeg te brengen en de illegale drugsindustrie gezamenlijk een flinke slag toe te brengen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 29 911, nr. 281

X Noot
2

Kamerstuk 29 911, nr. 286

X Noot
3

Kamerstuk 29 279, nr. 604

X Noot
4

Kamerstuk 29 911, nr. 275

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3230

X Noot
6

Kamerstuk 31 477, nr. 51. Eind dit jaar wordt de derde voortgangsbrief naar de Tweede Kamer verzonden.

Naar boven