29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Nr. 199 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 mei 2018

Bij brief van 25 januari heeft u mij verzocht om een reactie op het e-mailbericht van de heer F. Roest te Antwerpen d.d. 13 december 2017 inzake een samenvatting van een door hem geschreven boek over boilerroomfraude en aanbevelingen voor het terugdringen van capaciteitsgebrek bij politie, Openbaar Ministerie en rechters. Met deze brief reageer ik op uw verzoek en licht ik toe hoe invulling wordt gegeven aan de bestrijding van boilerroomfraude. Ik stel vast dat het onderwerp beleggingsfraude, waaronder het fenomeen boilerroomfraude, de nodige aandacht heeft van de FIOD, de politie, het Openbaar Ministerie en de Autoriteit Financiële Markten.

Omschrijving beleggingsfraude en boilerroomfraude

Beleggingsfraude is een vorm van fraude waarbij burgers en bedrijven verleid worden te beleggen in zaken die niet in de geadverteerde vorm blijken te bestaan, die waardeloos blijken te zijn of die rendementen beloven die die niet haalbaar zijn en feitelijk opgebracht worden uit de inleg van nieuwe deelnemers.1 In geval van boilerroomfraude wordt deze beleggingsfraude meestal uitgevoerd vanuit een locatie in het buitenland van waaruit de fraudeurs potentiële beleggers telefonisch benaderen met een dergelijk investeringsaanbod. Met boilerrooms worden de plekken aangeduid van waaruit de fraudeurs opereren. Doordat potentiële klanten de telefoongesprekken van andere medewerkers op de achtergrond kunnen horen, wordt de indruk gewekt dat men daadwerkelijk met een (buitenlandse) financiële instelling te maken heeft. Daarbij wordt veelal gebruik gemaakt van betrouwbaar ogende websites, waarnaar potentiële beleggers verwezen worden ten behoeve van het overboeken van geld naar (vaak buitenlandse) bankrekeningen.

Zoals de heer Roest ook in zijn studie aangeeft is deze vorm van fraude niet gebonden aan grenzen en heeft een zeer dynamisch karakter. Zo opereren deze fraudeurs vaak internationaal, maken zij voor hun fraude gebruik van buitenlandse banken en telefoonnummers en websites van buitenlandse providers, waarbij zij ook nog vaak en snel van locatie en telefoonnummer wisselen en hun frauduleuze websites offline halen.

Boilerroomfraude als vorm van beleggingsfraude kent een beperkt aantal slachtoffers, die verleid kunnen worden tot het overboeken van soms relatief grote bedragen. Beleggingsfraude is daarom ook als dreiging onderkend in het Nationaal Dreigingsbeeld 2017 van de politie.

Publiek-private bestrijding van horizontale fraude, waaronder boilerroomfraude

De bestrijding van horizontale fraude, waar burgers en bedrijven slachtoffer van worden, zoals beleggingsfraude en boilerroomfraude, heeft al lange tijd de sterke aandacht van het kabinet. Ik herken me niet dan ook niet in de stelling van de heer Roest dat boilerroomfraude als vorm van beleggingsfraude niet serieus genomen zou worden.

Ik heb regelmatig met uw Kamer besproken dat bij de bestrijding van horizontale fraude meerdere publieke en private partijen betrokken zijn en samenwerking tussen deze partijen hierbij, zoals ook de heer Roest stelt, van essentieel belang is. Dit betekent dat naast een taak voor publieke partijen een belangrijke rol is weggelegd voor de burgers en bedrijven zelf en voor private partijen.

Ik stel met nadruk vast dat boilerroomfraude, gelet op het hiervoor beschreven complexe karakter, het meest effectief bestreden kan worden door preventie, namelijk door vergroting van de bewustwording en weerbaarheid bij het publiek. Daarnaast ben ik het met de heer Roest eens dat het opwerpen van barrières om het de fraudeur zo moeilijk mogelijk te maken, in de woorden van de heer Roest disruptiestrategieën, van groot belang is. Deze barrières of disrupties vormen – naast bewustwording – de kern van mijn beleid en hierin wordt door alle betrokken organisaties geïnvesteerd. Ik maak daartoe onder andere afspraken binnen het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing. Zo spreek ik bijvoorbeeld met de financiële instellingen over hun mogelijkheden om het betalingsproces te monitoren en – waar aan de orde en mogelijk – in te grijpen.

Als het gaat om bewustwording en weerbaarheid is het van zeer groot belang dat burgers en bedrijven zelf voldoende alert zijn op boilerroomfaude om te voorkomen dat zij slachtoffer worden. Potentiële beleggers moeten zich steeds goed informeren, onderzoek doen naar de achtergrond van aanbieders van financiële producten en zich informeren over de risico’s van beleggen. Dit geldt in het bijzonder als het gaat om telefonische aanbiedingen of aanbiedingen via websites van vaak buitenlandse instellingen, zoals ik hiervoor beschreef. Hierbij geldt in het algemeen als stelregel dat als aanbiedingen te mooi lijken om waar te zijn, ze dit in de werkelijkheid waarschijnlijk ook zullen zijn.

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) vervult een belangrijke rol bij de preventie van boilerroomfraude en voorziet daarmee in een aantal door de heer Roest geformuleerde aanbevelingen. Zo geeft zij via haar website actieve voorlichting over boilerroomfraude.2 Zij adviseert potentiële beleggers bijvoorbeeld om nooit in te gaan op aandelenverkoop via telefoon of e-mail en om altijd de registers van de AFM of de website van buitenlandse toezichthouders te raadplegen om te zien of een aanbieder over een vergunning beschikt of wellicht juist op een waarschuwingslijst staat. Ook adviseert de AFM bijvoorbeeld om extra alert te zijn als bedrijven of personen vragen om geld over te maken naar een buitenlandse geldrekening of via moneytransfer-systemen.

De AFM fungeert ook als meldpunt voor signalen van boilerroomfraudes en publiceert regelmatig ter waarschuwing namen van bedrijven of organisaties op hun website, waarvan het vermoeden is dat zij zich hiermee bezig houden. De AFM heeft in 2016 voor 22 boilerrooms gewaarschuwd en in 2017 voor 15 boilerrooms. Daarbij stemt de AFM, zoals de heer Roest in zijn aanbevelingen aangeeft, haar waarschuwingslijsten af met toezichthouders op Europees en mondiaal niveau, bijvoorbeeld met de IOSCO, het internationale samenwerkingsverband van toezichthouders.

Daarnaast geven ook andere organisaties, zoals de Fraudehelpdesk, actief informatie over beleggingsfraude en waarschuwen voor fraudeleuze aandelenhandelaren om boilerroomfraude te voorkomen. Mijn ambtsvoorganger heeft eerder in zijn beleidsreactie op het onderzoek naar synergie en samenwerking tussen de verschillende fraudemeldpunten3 aangegeven dat er voor alle vormen van horizontale fraude meldpunten zijn en er dus sprake is van een dekkend stelsel, dat deze meldpunten aansluiten bij de belevingswereld van burgers en bedrijven en dat zij hun weg naar de meldpunten weten te vinden. Dit geldt ook voor meldingen van boilerroomfraude.

Inzet van het strafrecht

Binnen de integrale aanpak van beleggingsfraude en boilerroomfraude en een bestuursrechtelijke aanpak door bijvoorbeeld de AFM en De Nederlandse Bank wordt de strafrechtelijke handhaving van deze vorm van fraude opgepakt door de FIOD, de politie en het Openbaar Ministerie.

Daarbij wordt het strafrecht ingezet voor die zaken, waarin die inzet het meest effectief is. Het Openbaar Ministerie kijkt bij de selectie van zaken – naast factoren zoals de omvang van de financiële schade, de kwetsbaarheid van de slachtoffers, de mate van stelselmatigheid en het ondermijnende karakter van een zaak4 – ook naar de vraag of er voldoende aanknopingspunten zijn voor succesvolle opsporing en vervolging. Zoals ik hiervoor heb aangegeven is boilerroomfraude een complex, vaak internationaal spelend en dynamisch fraudefenomeen, wat het vinden van voldoende aanknopingspunten voor een succesvolle opsporing en vervolging soms bemoeilijkt. Daar waar die aanknopingspunten er wel voldoende zijn worden zaken door FIOD en politie opgepakt.

De FIOD heeft voor de aanpak van beleggingsfraude een team van specialisten ingericht. Ook binnen de politie is de financiële expertise georganiseerd binnen het knooppunt FINEC. Het knooppunt FINEC werkt daarbij samen met Europol en Interpol. Het financieel rechercheren door de politie omvat zowel de financiële opsporing en de bestrijding van fraude als het witwassen en het afpakken van crimineel vermogen.

Ik herken me dan ook niet in de stelling van de heer Roest dat er sprake zou zijn van een onvoldoende niveau van strafrechtelijke handhaving. Ik stel daarbij echter opnieuw met nadruk vast dat boilerroomfraude uiteindelijk het meest effectief bestreden kan worden door preventie, met name door bewustwording van (potentiële) slachtoffers.

Met de Fraudemonitor van het Openbaar Ministerie wordt uw Kamer jaarlijks geïnformeerd over de behaalde resultaten, zoals het aantal verdachten en de strafrechtelijke afhandeling van zaken ten aanzien van de verschillende fraudefenomenen5.

Slachtofferhulp Nederland heeft sinds enige tijd haar dienstverlening ook ingericht op slachtoffers van fraude. Ook slachtoffers van beleggingsfraude en boilerroomfraude kunnen bij Slachtofferhulp Nederland terecht.

Verstrekking van relevante opsporingsinformatie aan professionele private partijen die de belangen van gedupeerde behartigen

De suggestie van de heer Roest over de mogelijke inzet van strafvorderlijke middelen door het Openbaar Ministerie ter facilitering van professionele private partijen die opkomen voor de belangen van gedupeerden is een interessante gedachtegang, die aansluit bij het vraagstuk of en hoe de bestrijding van fraude effectiever gemaakt kan worden mede met het oog op het belang van slachtoffers. Dit laatste is niet beperkt tot de vraag hoe boilerroomfraude kan worden aangepakt, maar gaat over de publieke-private samenwerking bij de bestrijding van (financieel-economische) fraude in brede zin. In het kader van de herijking van de opsporing en de vervolging is reeds een verkenning ingezet onder leiding van het Openbaar Ministerie naar zowel kansen als risico’s van een dergelijke inzet. Aangezien deze kwestie, zoals ook de heer Roest aangeeft, ook raakt aan beginselen binnen ons rechtsstelsel wacht ik deze verkenning eerst af om mij een nader oordeel te kunnen vormen.

Tot slot

Met het vorenstaande heb ik de grote lijnen van de aanpak van boilerroomfraude geschetst. Daarbij heb ik met grote nadruk gewezen op het belang van preventie, het versterken van bewustwording door gerichte voorlichting aan het publiek door de AFM en het opwerpen van barrières, een geïntegreerde ketenaanpak en de publiek-private samenwerking daarbij. Ook heb ik aangegeven dat het strafrecht wordt ingezet waar het effectief is. Het bericht van de heer Roest bevestigt het belang om de bestrijding van beleggingsfraude en boilerroomfraude onverminderd voort te zetten.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Nationaal dreigingsbeeld 2017 – Georganiseerde criminaliteit. Bijlage bij Kamerstuk 29 911, nr. 157

X Noot
3

Kamerstuk 17 050, nr. 524

X Noot
4

Kamerstuk 28 684, nr. 412

X Noot
5

Kamerstuk 17 050, nr. 539

Naar boven