Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2010
Op 10 september 2009 heb ik u tijdens een Algemeen Overleg over grensarbeid (kamerstuk 26 834, nr. 28) toegezegd contact op te nemen met het bestuur van de provincie Limburg om te bezien of en hoe kennismigranten uit landen
buiten de EU die in Duitsland of België willen (blijven) wonen en in Nederland willen werken, makkelijker toegang tot de Nederlandse
arbeidsmarkt kunnen krijgen.
Mede namens de Minister van Justitie informeer ik u hierbij over de uitkomst hiervan.
Het door de provincies Limburg, Noord Brabant, Zeeland en Groningen gesignaleerde punt is het volgende.
Een derdelander die in Duitsland of België wil (blijven) wonen en die als kennismigrant bij een bedrijf in Nederland wil
werken, kan nu alleen als «gewone arbeidsmigrant» toegang tot onze arbeidsmarkt krijgen. Hij voldoet immers niet aan de voorwaarde
voor een verblijfsvergunning als kennismigrant (op basis van de kennismigrantenregeling): verblijf in Nederland. Ook de per
juli 2011 te implementeren Blue cardrichtlijn gaat uit van verbijf in ons land.
Zijn werkgever moet dus een twv aanvragen, waarbij UWV een arbeidsmarkttoets uitvoert (de kennismigrantenregeling kent geen
arbeidsmarkttoets). Genoemde grensprovincies vragen al langere tijd om versoepeling van de toegang tot onze arbeidsmarkt voor
deze doelgroep.
Samen met de provincie Limburg is de volgende oplossing uitgewerkt. Deze kan ook op steun rekenen van de andere hierboven
genoemde grensprovincies.
Werkgevers van kennismigranten, die aan de voorwaarden van de kennismigrantenregeling en aan enkele andere reguliere twv-voorwaarden voldoen, kunnen bij UWV zonder arbeidsmarkttoets een tewerkstellingsvergunning krijgen. Daarbij gaat het om de volgende
voorwaarden.
Allereerst toetst UWV (blijkens bij twv-aanvraag te overleggen document) of de betrokken werknemer verblijft legaal in het
land waar hij/zij woont. Er worden geen voorwaarden gesteld aan de verblijfsduur voorafgaand aan de twv-aanvraag. De werkgever
is verplicht UWV te informeren indien betrokken werknemer in het verblijfsland zijn/haar verblijfstitel verliest. Indien dit
gebeurt wordt de twv ingetrokken. Belangrijk is ook dat de betrokken werknemer door arbeid in Nederland te verrichten, in
het verblijfsland een geldige verblijfstitel behoudt. Ook moet de betrokken werknemer op het moment van twv-aanvraag reeds
feitelijk in Duitsland of België verblijven, dan wel aldaar tenminste een feitelijk woonadres hebben.
Daarnaast moet de werkgever toegelaten zijn tot de Kennismigrantenregeling en vanaf 1 januari 2011, invoering Modern Migratiebeleid,
erkend referent zijn. De duur van de te verrichten arbeid moet langer zijn dan 3 maanden, en het arbeidscontract voldoet
aan de inkomenskriteria van de Kennismigrantenregeling: € 50 183 voor 30-plussers, € 36 801 voor 30-minners, salarisniveaus
2010. Voor veel functiecategorieën in de sfeer van onderzoek en wetenschap gelden deze salariscriteria niet: zij kunnen ongeacht
de salarishoogte als kennismigrant in ons land werken. De beloning is, mede gezien de functie-eisen, marktconform.
Tenslotte toetst UWV of huisvesting en woonadres van betrokken werknemer in orde zijn.
De maximale duur van de te vertrekken twv is, net als bij andere twv’s, drie jaar.
Dit punt zal in de uitvoeringsregels van de Wet arbeid vreemdelingen worden verankerd en – in het kader van de lopende herziening
van de Wav – in 2011 in werking treden.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner