29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 713 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juni 2024

Terrorisme en gewelddadig extremisme vormden de afgelopen jaren een constante dreiging voor onze democratische rechtstaat en nationale veiligheid. In opeenvolgende dreigingsbeelden (Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland) zagen we de afgelopen twee jaar de terroristische dreigingen toenemen en ook veranderen. Dit komt door de toenemende jihadistische dreiging, de grotere impact van het online domein en door de ontwikkelingen binnen nieuwere vormen van gewelddadig extremisme, zoals rechts-extremisme en anti-institutioneel extremisme. Afgelopen jaar resulteerde dit in het ophogen van het dreigingsniveau van niveau 3 naar 4 in december 2023. Dit betekent dat de terroristische dreiging in Nederland substantieel is en de kans op een aanslag reëel is.

Nederland heeft een stevige aanpak om aanslagen te voorkomen en gewelddadig extremisme in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren. De rapportage «integrale aanpak terrorisme» omschrijft de inspanningen hiertoe van het kabinet in samenwerking met alle veiligheidspartners van de afgelopen twee jaar.

De kaders voor de aanpak van terrorismebestrijding werden in 2022 opnieuw herijkt en vastgelegd in de Nationale Contraterrorisme Strategie.1 Bijgaand bied ik uw Kamer de rapportage over de periode juni 2022 tot 1 mei 2024 aan. In de bijlage bij deze brief ga ik in op een aantal toezeggingen en moties op het gebied van terrrorismebestrijding.

Rapportage integrale aanpak terrorisme

De veranderlijkheid van de dreiging vergt dat doorlopend wordt bezien of de huidige aanpak volstaat, of dat aanscherpingen nodig zijn om de weerbaarheid op orde te houden. Dit maakt een flexibele reactie op ontwikkelingen in het dreigingsbeeld mogelijk. Verschillende ontwikkelingen in de dreiging in de afgelopen twee jaar hebben bijgedragen aan accentverschuivingen binnen de Contraterrorisme-aanpak.

Jihadistische dreiging, berechting en vrijlating terrorismeveroordeelden

De toegenomen jihadistische dreiging vanuit het buitenland en de vrijlating uit detentie van terrorismeveroordelen in Nederland maakt dat de afgelopen periode een constante inzet is geweest, zowel op internationale samenwerking als op veilige re-integratie tijdens en na detentie in Nederland. Ook is er voortdurend aandacht geweest voor de detectie van personen waar een terroristische dreiging van uit gaat in de vreemdelingenketen (asiel- en migratiestromen) en het zicht op terrorismeveroordeelden zonder rechtmatig verblijf in Nederland.

Er is er onder meer een systeemcheck uitgevoerd van alle stappen in de asiel- en nareisprocedure die bijdragen aan het onderkennen van nationale veiligheidssignalen. Om de procedure te versterken zijn verschillende verbetermaatregelen in gang gezet. Ook is geinvesteerd om zicht te kunnen houden op terrorismeveroordeelden zonder rechtmatig verblijf in Nederland in de vorm van een Landelijk Afstemmingsoverleg Vertrek (LAOV), waarvan de pilot 6 juni 2024 is gestart. Dit betreft een operationeel afstemmingsoverleg ten behoeve van het vertrek naar het land van herkomst of land van de overgebleven nationaliteit. In dit proces zijn ook de knelpunten die de G4-gemeenten onder de aandacht hebben gebracht meegenomen. Een nadere toelichting op de pilot vindt u in de bijgaande rapportage.

Daarnaast heeft het kabinet zich ingespannen om uitreizigers in Syrië en Irak die verdacht worden van terroristische misdrijven voor een rechter verantwoording te laten afleggen. Het kabinet hanteert hierbij als uitgangspunt dat berechting van uitreizigers in de regio moet plaatsvinden. Wanneer dit niet mogelijk is moet alsnog voorkomen worden dat verdachten straffeloos blijven. In die gevallen kunnen uitreizigers voor hun berechting naar Nederland worden overgebracht. In de afgelopen twee jaar heeft het kabinet hier twee keer toe besloten. In beide gevallen ging het om vrouwelijke uitreizigers en hun kinderen.2

Voordat het kabinet overging tot het overbrengen van deze uitreizigers naar Nederland, heeft het aan de hand van diverse risico’s en belangen in elke individuele casus verschillende omstandigheden en factoren gewogen, waarbij nationale veiligheid en het voorkomen van straffeloosheid een belangrijke rol spelen. Uiteraard zijn ook andere feiten en specifieke omstandigheden, zoals internationale betrekkingen, de veiligheidssituatie in het gebied en de veiligheid van de personen betrokken bij de eventuele overbrenging, meegewogen.

Hiermee geeft het kabinet uitvoering aan de motie Van der Werf (D66) en Koekkoek (VOLT) die de regering verzoekt om zich maximaal in te spannen om ervoor te zorgen dat uitgereisde terrorismeverdachten hun straf niet ontlopen.3 Over de kaders van het uitreizigersbeleid is uw Kamer bij brief van 25 januari 2022 geïnformeerd.4

Ontwikkelingen binnen nieuwer vormen van extremisme

De dreiging vanuit rechts-extremisme is de afgelopen twee jaar onverminderd aanwezig geweest met een groeiende aantrekkingskracht op jonge (meestal) jongens, met name online. Daarnaast zagen we de afgelopen twee jaar een manifestatie van anti-institutioneel extremisme en het verspreiden en uitdragen van het kwaadaardig-elite-narratief. Onlangs is uw Kamer geïnformeerd over de opkomst van de soevereinenbeweging in Nederland en de zorgen over de daarmee gepaard gaande ondermijning van de democratische rechtsorde.5 Er is de afgelopen periode geïnvesteerd in het ondersteunen van gemeenten en andere lokale partners bij het vinden van een passend antwoord op de uitdagingen van anti-institutioneel extremisme, waaronder kennisoverdracht door het Rijksopleidingsinstituut Radicalisering en het bevorderen van uitwisseling van good practices. De aanpak van en omgang met extremisme is een opgave van de gehele samenleving. Meerdere departementen en ketenpartners hebben de afgelopen periode gewerkt aan een brede extremismestrategie volgend op de analyse over extremisme door het Analistennetwerk Nationale Veiligheid. Hierover is uw Kamer nader geïnformeerd in de Nationale Extremisme strategie op 17 mei jl.6

Het online domein als katalysator van extremisme

Of het nu gaat om jihadisme, rechts-extremisme of anti-overheidsextremisme, de snelle ontwikkelingen binnen het terroristisch en extremistisch onlinemilieu zijn van invloed op onze samenleving en het functioneren van de democratie. Dit vergt extra inzet op het online domein. Daarom is de afgelopen periode gewerkt aan de Versterkte Aanpak Online inzake extremistische en terroristische content.7 Onderdeel hiervan is onder meer de dialoog met de internetsector.

De dreiging die uitgaat van terrorisme en gewelddadig extremisme blijft aanwezig, dat blijkt uit het meest recente Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland die gelijktijdig separaat verzonden wordt. Terrorisme en gewelddadig extremisme zal nooit volledig kunnen worden voorkomen, maar ook de komende periode zullen alle veiligheidspartners zich blijven inspannen om onze democratische rechtsorde en samenleving te beschermen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Nationale Contraterrorisme Strategie 2022–2026.

X Noot
2

Kamerstukken II 2022/2023, 29 754, nr. 670 en Kamerstukken II 2023/2024, 29 754, nr. 712.

X Noot
3

Kamerstukken II, 2020/21, 29 754, nr. 600.

X Noot
4

Kamerstukken II, 2021/22, 29 754, nr. 626.

X Noot
5

Kamerstukken II 2023/2024, 30 821, nr. 216.

X Noot
6

Kamerstukken II 2023/2024, 30 821, nr. 218.

X Noot
7

Kamerstukken II 2021/2022, 29 754, nr. 690.

Naar boven