29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 696 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2023

De bescherming van onze democratische rechtsstaat en vrijheden tegen terroristische en gewelddadig extremistische dreigingen vraagt constante aandacht. Bepalend hierin is inzicht in het actuele dreigingsbeeld voor Nederland en de factoren die hiervoor van belang zijn. In bijgaand Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland wordt het dreigingsniveau verhoogd naar 4. Dit betekent dat er een reële kans is dat er een aanslag in Nederland plaatsvindt. Het kabinet spant zich samen met alle partners ten volle in voor het voorkomen van aanslagen in Nederland en is tegelijkertijd ook voorbereid op snelle interventie en respons bij incidenten en crises om de gevolgen zo beperkt mogelijk te houden.

Dreigingsniveau terrorisme verhoogd naar 4

In het vorige Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN)1 werd al een toegenomen terroristische dreiging geschetst. De terroristische dreiging is de afgelopen maanden dusdanig verder toegenomen dat het dreigingsniveau door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) is verhoogd van niveau 3 naar 4. De kans op een aanslag in Nederland is daarmee van «voorstelbaar» naar «reëel» gegaan.

Een optelsom van ontwikkelingen zorgt voor de verhoging van het dreigingsniveau: het gewelddadige conflict in Israël en de Palestijnse gebieden, koranschendingen in verschillende Europese landen en de oproepen van terroristische organisaties tot het plegen van aanslagen. Recentelijke aanslagen in andere Europese landen en een aantal arrestaties van verdachten die de intentie hadden om uit jihadistisch motief een aanslag te plegen zijn hier voorbeelden van. Tegelijkertijd is de voorstelbare dreiging vanuit het rechts-extremisme en anti-institutioneel extremisme onverminderd aanwezig.

Wat betekent de verhoging van het dreigingsniveau?

Bijgaand dreigingsbeeld geeft gedetailleerd inzicht in de terroristische en gewelddadig extremistische dreiging tegen Nederland. Hiermee worden alle operationele partners, lokale overheden, burgers en de politiek geïnformeerd en bewust gemaakt over de verhoogde dreiging. Aan het verhoogde dreigingsniveau zijn geen standaard maatregelen of landelijke adviezen gekoppeld. Met de gedetailleerde informatie uit het DTN worden veiligheidspartners (zoals politie, gemeenten en ministeries) in staat gesteld om maatregelen te nemen om de dreiging het hoofd te bieden. In de afgelopen periode zijn nodig extra veiligheidsmaatregelen genomen, waarover nooit mededelingen worden gedaan. Het dreigingsniveau is daarnaast ook een manier om de samenleving extra bewust te maken van en te infomeren over de dreiging.

Burgemeesters in Nederland zijn op verschillende momenten door de NCTV geadviseerd om preventief en proactief extra alert te zijn op veiligheidsrisco’s gerelateerd aan het gewelddadige conflict in Israël en de Palestijnse gebieden. De NCTV houdt hen hier ook actief over op de hoogte. Net als in omringende landen is het aantal meldingen van antisemitische incidenten ook in Nederland verveelvoudigd sinds de aanval van Hamas op Israël op 7 oktober. Hierbij gaat het voornamelijk om (online) bedreigingen, bekladdingen en intimidatie. Ook wordt melding gemaakt van incidenten tegen moslims. Vanuit het Rijk en bij de lokale overheden is er verscherpte aandacht voor de zorgen en veiligheid van Joodse en Islamitische gemeenschappen. Hierover staan het kabinet en gemeenten in nauw contact met de gemeenschappen.

Ontwikkelingen in de terroristische dreiging

Aanslagen en arrestaties onderstrepen jihadistische dreiging

De grootste terroristische dreiging in Nederland blijft voortkomen uit het jihadisme en neemt toe. Terroristische organisaties gebruiken het conflict in Israël en de Palestijnse gebieden en koranschendingen in Europa om sympathisanten via online propagandacampagnes aan te sporen aanslagen te plegen in het Westen. Dit kan een mobiliserend effect hebben op alleenhandelende aanslagplegers of kleine groepen binnen en buiten de jihadistische beweging om over te gaan tot geweld.

Ook de recente aanslagen in Frankrijk, België en het Verenigd Koninkrijk laten zien dat de kans op een aanslag In Europa reëel is. Tegelijkertijd zijn in verschillende Europese landen, waaronder in Nederland, verdachten gearresteerd die de intentie hadden om uit jihadistisch motief een aanslag te plegen. Hiermee zijn waarschijnlijk verscheidene aanslagen in Europa voorkomen. Deze arrestaties tonen aan dat jihadisten aanslagen willen plegen en daartoe voorbereidingen treffen, maar laten ook zien dat de Europese inlichtingen- en veiligheidsdiensten de terroristische dreiging kunnen onderkennen en aanslagen verijdelen.

Rechts-extremisme en anti-institutioneel extremisme – klein deel zelfverklaarde soevereinen geweldsbereid

De zorgen over rechts-extremisme en anti-institutioneel extremisme zijn onverminderd aanwezig. Anti-institutioneel extremisten blijven het «kwaadaardig-elite-narratief» verspreiden, waarbinnen centraal staat dat de bevolking in staat van oorlog verkeert met een internationaal opererende elite. Dit ondermijnt de democratische rechtsorde door het aantasten van het publieke vertrouwen in de rechtsstaat en het draagt bij aan een sfeer van bedreigingen, intimidatie en intolerantie. In beperkte mate leidt dit narratief tot een voorstelbare extremistische geweldsdreiging.

Binnen het anti-institutioneel extremisme ontkennen «soevereinen» in algemene zin de legitimiteit van de overheid en verklaren zichzelf eenzijdig onafhankelijk van de Nederlandse staat. De meeste zelfverklaarde soevereinen streven naar een autonoom of zelfvoorzienend leven, zonder dat er een geweldsdreiging van hen uitgaat. Door een kleine minderheid wordt echter nagedacht over de vraag wanneer geweld mag worden toegepast of worden voorbereidingen getroffen op een gewelddadige confrontatie met de overheid.

Radicalisering jonge jihadisten en rechts-extremisten grotendeels online

Het DTN kent een themahoofdstuk dat zich ditmaal richt op online radicalisering. Niet alleen bij jihadisme maar ook bij rechts-extremisme zijn online propaganda, netwerken en contacten in de laatste jaren een relatief grotere rol gaan spelen op het radicaliseringsproces van individuen. De online-wereld heeft inmiddels een prominente plek in het dagelijkse leven van mensen, met name van jongeren. Extremisten spelen hierop in. Zij zoeken via mainstream platformen gelijkgestemden van over de hele wereld en communiceren vervolgens via heimelijke en versleutelde chats over hun plannen.

De mogelijkheid bestaat dat een minderjarige of jongvolwassene die is geradicaliseerd binnen het rechts-extremistische onlinemilieu overgaat tot geweld. Deze dreiging blijft onverminderd aanwezig. Daarbij valt op dat lang niet alle jongeren vanuit een sterk ideologisch motief radicaliseren richting geweld, maar dat een deel van hen juist een geschikte ideologie zoekt bij al bestaande geweldsfantasieën. Ook in Nederland zijn enkele voorbeelden bekend van jonge jihadisten en rechts-extremisten die radicaliseren buiten de gekende fysieke netwerken. Zij radicaliseren vaak online, buiten het zicht van hun omgeving. Recente arrestaties van jongeren die online waren geradicaliseerd laten zien dat zij kunnen overgaan tot het plannen van aanslagen, al dan niet in samenwerking met gelijkgestemden door heel Europa. Het gaat hier momenteel om relatief kleine aantallen.

Juist hierom vind ik het van belang om een versterkte online aanpak te ontwikkelen om grip te krijgen op de complexiteit van het online domein – met al zijn verschillende soorten platformen, content en dreiging. De contouren van een versterkte online aanpak zal ik uw Kamer separaat doen toekomen. Hierbij zet ik samen met mijn betrokken collega’s in op het versterken van het huidige instrumentarium bij de aanpak van online extremisme en terrorisme met daarbij speciale aandacht voor preventieve maatregelen. De versterking loopt langs vier lijnen die in de separate brief uitgebreid worden toegelicht: de dialoog met de internetsector, het wettelijk instrumentarium, de lokale aanpak en de internationale inzet. Zo wordt onder meer voortgebouwd op belangrijke Europese verordeningen, zoals de Verordening terroristische online-inhoud en de Digital Services Act. Deze wetten maken het mogelijk om terroristische content online te verwijderen en sociale mediaplatformen verantwoordelijk te houden voor illegale content die door aanbevelingsalgoritmes wordt verspreid. Ook wordt meer onderzoek gestimuleerd, worden de (technische) ontwikkelingen in de gaten gehouden en is het bevorderen van de onderlinge samenhang van onlinemaatregelen van groot belang. De nadere uitwerking van de Versterkte Aanpak Online volgt in 2024.

Stevige aanpak van terrorisme en (gewelddadig) extremisme

Nederland heeft door de jaren heen (inter)nationaal en lokaal een robuust netwerk van samenwerkende organisaties met expertise en wettelijke bevoegdheden opgebouwd om aanslagen te voorkomen en extremisme en terrorisme tegen te gaan. Dit is verankerd in de Nationale Contraterrorisme strategie 2022–2026.2 Daarmee is Nederland nu ook in staat om te handelen naar het hogere dreigingsniveau.

Essentieel hierbij is vroegsignalering en informatie-uitwisseling op lokaal niveau. Als er signalen zijn van radicalisering en geweldsbereidheid worden personen besproken in het lokale casusoverleg Radicalisering en kunnen opgenomen worden in de lokale persoonsgerichte aanpak. Hiernaast doet ook de AIVD op basis van zijn wettelijke taken voortdurend onderzoek naar personen en groepen die onze nationale veiligheid bedreigen. De uitkomsten van deze onderzoeken kunnen worden gedeeld om partners, zoals het openbaar ministerie en de politie, in staat te stellen te handelen. Opsporing, vervolging en berechting van verdachten blijft een belangrijk onderdeel in de aanpak van extremisme en terrorisme.

Terroristen en gewelddadig extremisten zijn eropuit om met wreed geweld onze samenleving te ontwrichten. Ondanks het besef dat honderd procent veiligheid niet te garanderen is, mogen we ons nooit bij terroristisch geweld neerleggen. Daarom betekent het verhoogde dreigingsniveau ook een verhoogde alertheid bij alle veiligheidspartners in Nederland. Op basis van actuele dreigingsontwikkelingen wordt voortdurend bezien of extra maatregelen, zichtbaar en onzichtbaar, noodzakelijk zijn. Ook zijn alle partners als het moet, voorbereid om bij crises en incidenten snel te kunnen handelen. Bij een aanslag is een snelle en gecoördineerde respons vanuit de overheid essentieel. Het in oktober gepubliceerde Landelijk Crisisplan Extreem Geweld en Terrorisme biedt een leidraad op lokaal, regionaal en nationaal niveau en beschrijft de gezamenlijke aanpak ten tijde van een crisis.3 Daarbij is ook aandacht voor publiekscommunicatie, waarbij via de website van de NCTV informatie wordt gegeven over de inhoud van het dreigingsbeeld en via denkvooruit.nl over wat te doen bij een aanslag (risicocommunicatie). Zo doen we samen alles wat nodig is om de maatschappelijk impact zo beperkt mogelijk te houden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstukken II 2022–2023, 29 754, nr. 678.

X Noot
2

Kamerstukken II 2021–2022, 29 754, nr. 641. Zie verder ook: Kamerstukken II 2021–2022, 29 754, nr. 645, Kamerstukken II 2022–2023, 29 754, nr. 654 en Kamerstukken II 2023–2024, 29 754, nr. 692.

X Noot
3

Kamerstukken II 2023–2024, 29 754, nr. 691.

Naar boven