Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 oktober 2019
Graag informeren wij uw Kamer over een actuele casus in het terugkeerdersdossier.
Op 30 oktober 2019, hebben twee vrouwelijke Syriëgangers zich gemeld bij de Nederlandse
ambassade in Ankara (Turkije) met een verzoek tot consulaire bijstand om naar Nederland
terug te keren. Betrokkenen hebben respectievelijk één en twee kinderen, in de leeftijd
van drie en vier jaar oud. Betrokkenen zijn enige weken geleden – dus nog voor de
Turkse militaire actie in Noord-Syrië – uit het opvangkamp Al Hol ontsnapt. Dergelijke
meldingen van uitreizigers die bij een Nederlandse post verzoeken om terug te keren
naar Nederland, hebben zich eerder meermaals voorgedaan. Conform de reguliere procedures
zijn ook hier na melding de lokale autoriteiten betrokken. De vrouwen en kinderen
bevinden zich thans in Turkse detentie, in afwachting van vervolging en/of uitzetting
door de Turkse autoriteiten.
Beide vrouwen zijn vanuit Nederland uitgereisd naar Syrië en worden verdacht van terroristische
misdrijven. Tegen alle personen van wie bekend is dat zij vanuit Nederland zijn uitgereisd
naar de strijdgebieden in Syrië en Irak loopt een strafrechtelijk onderzoek. Het OM
heeft hen wereldwijd gesignaleerd met het oog op aanhouding en uitlevering aan Nederland.
Beide vrouwen beschikten over een tweede nationaliteit. Voor één van de vrouwen geldt
dat vandaag in de Staatscourant mededeling is gedaan van de beschikkingen van 30 oktober
2019 tot intrekking van het Nederlanderschap en ongewenstverklaring. De Minister en
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zijn op 29 oktober 2019 akkoord gegaan
met deze te nemen beschikkingen. Over de gevolgen van het intrekken van het Nederlanderschap
bent u per brief van 15 juli 2019 geïnformeerd (Kamerstuk 29 754, nr. 520). Voor wat betreft de andere vrouw is het intrekken van het Nederlanderschap op dit
moment niet aan de orde.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) biedt desgevraagd consulaire bijstand conform
de reguliere en wettelijke kaders zoals die in «De Staat van het Consulaire – editie
2018» met uw Kamer zijn gedeeld (Kamerstuk 35 000 V, nr. 51).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol