29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 245 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juni 2014

Naar aanleiding van het verzoek van lid Segers (ChristenUnie) van uw Kamer om een brief naar aanleiding van de aanslag bij het Joods Museum in Brussel (Handelingen II 2013/14, nr. 86, Regeling van Werkzaamheden) bericht ik u als volgt. Als bijlage bij deze brief zijn de antwoorden op schriftelijke Kamervragen van de leden Segers (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) en van de leden Van Klaveren en Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren)(Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 2164 en 2163). De Kamervragen van de leden Van Klaveren en Bontes worden mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.

Op zaterdagmiddag 24 mei jl. heeft in het Joods Museum in Brussel een aanslag plaatsgevonden waarbij vier slachtoffers zijn gevallen. Dit is een vreselijke daad en de gedachten van het kabinet gaan uit naar de families van de slachtoffers.

De nabijheid en de ernst van het incident veroorzaken vanzelfsprekend gevoelens van onrust en onveiligheid bij de joodse gemeenschap. Na het plaatsvinden van de aanslag is direct contact geweest tussen de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), verschillende joodse instellingen en organisaties, de politie en lokale overheden. Er is gesproken over de (dreigings)situatie, de onrust die is ontstaan en over de aanvullende maatregelen die direct na de aanslag zijn genomen.

Op vrijdag 30 mei is in Frankrijk een verdachte opgepakt. De Franse autoriteiten hebben bekend gemaakt dat de verdachte in Syrië heeft deelgenomen aan de strijd tegen het Syrische regime. Er mag van uit worden gegaan dat deze aanslag kan worden geplaatst in de context van jihadistische ideologie en strategie.

De aanslag in Brussel illustreert derhalve de dreiging die uitgaat van de terugkeer naar het Westen van jihadisten die in Syrië hebben deelgenomen aan de strijd in dat land en de actiebereidheid van de terugkeerders. De aanslag in Brussel op het Joods museum past binnen de doelwitselectie van jihadisten. Op advies van de NCTV hebben de lokale gezagen de maatregelen verder aangescherpt en de joodse gemeenschap hiervan op de hoogte gebracht. De komende periode zal sprake blijven van intensief contact en wordt de situatie nauwlettend gemonitord. De joodse gemeenschap mag er, net als alle burgers en organisaties in Nederland, op rekenen dat de overheid adequate aanvullende beveiligingsmaatregelen neemt wanneer de dreiging en het risico daartoe aanleiding geven.

Het verdere verloop van deze zaak en de situatie in Nederland worden nauwlettend in de gaten gehouden. De politie-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten staan in nauw contact met de internationale partners, waaronder de Belgische en Franse, ten einde een inschatting te kunnen blijven maken van de actuele dreigingssituatie en de eventuele maatregelen die daarop worden gebaseerd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven