Vragen van de leden Segers (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de aanslag op bezoekers van het Joodse Museum in Brussel (ingezonden 27 mei 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 10 juni 2014).

Vraag 1

Heeft kennisgenomen van de afschuwelijke aanslag op bezoekers van het Joodse Museum in Brussel (24 mei jl.)?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat zijn de gevolgen van deze aanslag voor het dreigingsniveau voor Joodse Nederlanders en Joodse instellingen?

Antwoord 2

Om te kunnen komen tot een actuele dreigingsinschatting staan inlichtingen- en veiligheidsdiensten en politie in nauw contact met de internationale partners, waaronder de Belgische en Franse. Op dit moment komt er vanuit de informatie van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten geen acute dreiging naar voren ten aanzien van de joodse instellingen en joodse gemeenschap in Nederland.

Vraag 3

Bent u bereid om, naar aanleiding van deze aanslag, er zorg voor te dragen dat de noodzakelijke extra kosten van de beveiliging van Joodse instellingen niet voor rekening komen van de Joodse gemeenschap zelf maar van de Nederlandse overheid?

Antwoord 3

Voor iedere burger, culturele, religieuze of onderwijsinstelling worden op gelijke wijze beveiligingsmaatregelen genomen op basis van dreiging en risico. De eigen verantwoordelijkheid van burgers en organisaties staat voorop. Ieder mag, binnen de grenzen van de wet, die maatregelen nemen die hij/zij nodig acht. De overheid kan aanvullende maatregelen nemen indien burgers of organisaties waartoe zij behoren op eigen kracht geen weerstand kunnen bieden tegen dreiging en risico.

Op advies van de NCTV hebben de lokale gezagen de maatregelen verder aangescherpt en de joodse gemeenschap hiervan op de hoogte gebracht. De komende periode zal sprake blijven van intensief contact en wordt de situatie nauwlettend gemonitord.

Vraag 4

Bent u bereid om opnieuw te overleggen met de betrokken lokale overheden (bijvoorbeeld die van Amsterdam) over de beveiliging van Joodse instellingen en afspraken te maken over de bekostiging daarvan door zowel de lokale als de landelijke overheid?

Antwoord 4

Na het plaatsvinden van de aanslag in Brussel zijn er verschillende overleggen geweest tussen de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en lokale overheden, waaronder de gemeente Amsterdam, over de beveiliging van joodse instellingen. Zoals ook vermeld in mijn Kamerbrief van 5 juni over de Informatie over de aanslag bij het Joods Museum in Brussel.

Naar boven