29 697 Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid

Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 februari 2018

Als Rijk, regionale overheden en de bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties in regio’s samen optrekken kunnen we meer doen voor de samenleving en wordt het overheidsbeleid effectiever. Want in regio’s komen maatschappelijke opgaven vaker samen en ontstaan dus ook kansen. Als we regio’s versterken kunnen we de samenleving versterken. En een land met een sterke samenleving kan meer betekenen in de wereld. Het kabinet heeft veel ambities om met regio’s samen te werken, daar waar het meerwaarde heeft voor kwaliteit van leven en welvaart, uitgaande van de eigen regionale kracht en zonder daar vooraf een blauwdruk voor te maken.

Zoals aangekondigd tijdens de begrotingsbehandeling Economische Zaken en Klimaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2018, deel Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 6 en 7 december jongstleden (Handelingen II 2017/18, nr. 31, item 10, en nr. 32, item 11), informeer ik u middels deze brief, mede namens de Minister van BZK, over de invulling van de Regio Envelop, de regionale deals en de zes prioritaire opgaven uit het Regeerakkoord (Kamerstuk 34 775, nr. 34). Deze brief gaat in op de randvoorwaarden maar ook in op de vraag van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat van 24 januari 2018 over het proces voor de verdeling van de regionale middelen. Daarnaast wordt u middels separate brieven nader geïnformeerd over het proces van de zes in het Regeerakkoord genoemde opgaven. In mei van dit jaar wordt u geïnformeerd over de procedure om de initiatieven voor andere regionale deals te selecteren.

Regio Envelop

Het Regeerakkoord stelt een budget ter beschikking voor regionale opgaven. Bij startnota is dit budget vastgesteld op € 950 miljoen voor de jaren 2018 tot en met 2022 (Kamerstuk 34 775, nr. 54): de Regio Envelop. Dit budget zal in ieder geval worden ingezet voor de zes opgaven die expliciet in het Regeerakkoord zijn opgenomen: nucleaire problematiek, ESTEC, Zeeland, Eindhoven, Rotterdam Zuid en de BES-eilanden. Deze opgaven worden op dit moment met prioriteit uitgewerkt. In lijn met de Rijk/regio ambities uit het Regeerakkoord zet het kabinet een substantieel deel van het budget in voor andere regionale deals.

Regio’s zijn belangrijk

De samenleving verandert, onder meer door schaalvergroting en steeds snellere technologische ontwikkelingen. Bovendien zijn de ontwikkelingen met elkaar verweven. Daarom zijn overheden, bedrijven, maatschappelijke en kennisinstellingen voor het realiseren van opgaven steeds afhankelijker van samenwerking1. Deze partijen vinden elkaar ook steeds meer in regionale triple helix coalities. De regio is daarbij geen vaststaande geografische of bestuurlijk-administratieve eenheid, maar het gebied dat partijen zelf als de meest effectieve schaal verkiezen om tot oplossingen te komen. Met regionale deals en de inzet van de Regio Envelop speelt het kabinet in op deze bewegingen.

Regio’s staan primair zelf aan de lat om hun regionale opgaven op te pakken. Partnerschap van het Rijk met regio’s is aan de orde wanneer regionale opgaven een bovenregionale uitstraling hebben en/of de draagkracht van de regio te boven gaat. Juist doordat opgaven complexer worden en vaak verschillende beleidsterreinen raken, ontstaan kansen door agenda’s van Rijk en regio met elkaar te verbinden. In de vorige kabinetsperiode is ervaring opgedaan met verschillende nieuwe partnerschappen, als een effectieve aanpak voor complexe opgaven.2 Het kabinet wil daarmee door gaan. Het heeft de ambitie om de gebiedsgerichte samenwerking tussen Rijk en regio’s nog meer te versterken.

Ambitie

Dit kabinet is er voor heel Nederland. Voor stedelijke regio’s en landelijk gebied. Het werkt samen, bundelt krachten en gaat van gedeelde belangen uit, niet van tegenstellingen. Om dat te bewerkstelligen is maatwerk nodig. Immers, niet alle regio’s zijn hetzelfde.

Met de regionale deals en de inzet van de € 950 miljoen wil het kabinet bijdragen aan brede welvaart in Nederland. Dat is nadrukkelijk breder dan economie of groei. Het gaat om de kwaliteit van onze leefomgeving, de kwaliteit van leven en welvaart in economische zin.3 Voorstellen voor de Regio Envelop en de regionale deals zullen worden beoordeeld op de mate waarin zij bijdragen aan de ontwikkeling van deze brede welvaart. Dat kan gaan over onder meer leefbaarheid, sociale infrastructuur en voorzieningenniveau, economische structuurversterking, onderwijs en arbeidsmarkt, klimaat en energie, natuur en landbouw, bereikbaarheid en de woningmarkt.

Het kabinet heeft in het bijzonder oog voor initiatieven die het effect of de draagkracht van de regio overstijgen. Bijvoorbeeld door impulsen te geven aan regio’s waar kansen liggen of door de helpende hand te bieden aan regio’s die hun problematiek zonder hulp niet aankunnen. Kern van de aanpak is het bottom-up karakter: het kabinet zoekt aansluiting op de opgaven en kansen die samenhangen met het DNA van de regio.

Zes opgaven

In het Regeerakkoord zijn zes opgaven specifiek genoemd. Ze worden met voorrang uitgewerkt en tot besluitvorming gebracht. In afzonderlijke brieven zal ik per opgave nader ingaan op de bijdrage vanuit de Regio Envelop en het verdere proces. Voor de opgaven Zeeland, Rotterdam-Zuid en Eindhoven zal de omvang van de bijdragen op korte termijn, na verder overleg met de regio, worden vastgesteld. In deze brief ga ik in op de bredere randvoorwaarden voor de zes opgaven.

De inzet en uitwerking van de maximale bijdragen aan de zes opgaven vanuit de Regio Envelop, vindt de komende tijd plaats in overleg tussen de betrokken regionale partijen, het Ministerie van LNV en de betrokken vakdepartementen en in het geval van de BES-eilanden de stuurgroep Caribisch Nederland.

Zoals hiervoor aangegeven, zullen de voorstellen worden beoordeeld op basis van de vraag in hoeverre zij bijdragen aan ontwikkeling van de brede welvaart. In aanvulling hierop zijn randvoorwaarden opgesteld. Voorstellen zullen op basis van deze randvoorwaarden worden beoordeeld. De invulling van de proposities zal voor inzet van de middelen mede getoetst worden op de doelmatigheid en doeltreffendheid. Het is nadrukkelijk niet zo dat scores op individuele criteria doorslaggevend zijn. Het gaat om het totaalbeeld. De zes opgaven zullen zoveel mogelijk bezien worden in de context van de inhoudelijke ambitie en de randvoorwaarden zoals verwoord in deze brief. Waar mogelijk worden ook over deze zes opgaven regionale deals gesloten.4 Het kabinet streeft er voorts naar om voor het zomerreces 2018 voor alle zes opgaven goed uitgewerkte, gezamenlijke plannen te hebben.

Randvoorwaarden zes opgaven voor inzet Regio Envelop

  • 1. Aansluiting van de inhoudelijke regionale doelen / opgaven op nationale opgaven uit het Regeerakkoord of onderliggend Rijksbeleid. Bij voorkeur betreft het meervoudige opgaven. Er zal ook gekeken worden naar het te verwachten regio-overstijgend effect;

  • 2. Cofinanciering: het uitgangspunt is dat de middelen uit de Regio Envelop een vliegwiel zijn om investeringen vanuit de regio een steuntje in de rug te bieden; vanuit de Regio Envelop wordt maximaal 50% bijgedragen;

  • 3. Toekenning van middelen is onderdeel van een bredere, meerjarige deal, met concrete samenwerkingsafspraken van een coalition of the willing: een expliciet doel (resultaatgericht), programma en inzet van middelen;

  • 4. Publiek-private samenwerking (PPS): in de deal leveren zowel publieke als private partijen bijdragen. Bij voorkeur is sprake van een triple helix -overheid, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen- insteek. Uitgangspunt is actief commitment en (SMART) inzet van alle partijen. Dit geldt ook voor deelnemende vakdepartementen;

  • 5. Mate van robuustheid regionale governance en uitvoeringskracht: geen vrijblijvende samenwerking, maar een impuls voor langduriger effecten;

  • 6. Middelen uit de Regio Envelop vullen in beginsel geen gaten in beleidsbudgetten op begrotingen van vakdepartementen. De focus ligt op opgaven waar nog geen reguliere financiering voor is;

  • 7. Matching vanuit departementen: pré als beleidsspecifieke middelen vanuit departementen bijgelegd worden of een koppeling kan worden gemaakt met financiering vanuit de EU (EFRO, ESF, POP, Horizon2020) of bijvoorbeeld Invest-NL;

  • 8. Perspectief op snelle inzet van middelen uit de Regio Envelop (begrotingstranches), waarbij de zorgvuldigheid wel geborgd moet zijn.

Procedure andere regionale deals

De regio’s zijn het kompas van het kabinet, met alles waar ze uniek en anders in zijn, waar ze tegenaan lopen of goed in zijn, waar ze onder gebukt gaan of van groeien. Het kabinet wil ook met hen afspraken maken om brede welvaart te stimuleren. Daartoe sluit het zoveel mogelijk aan bij waar regio’s sterk in zijn, welke knelpunten er zijn en waar de kansen liggen.

Op dit moment is de eerste prioriteit om te zorgen dat er over de zes opgaven kan worden besloten. Het substantiële resterende budget wordt ingezet voor het afsluiten van andere regionale deals. In deze deals staat de opgave van de regio centraal. Het beschikbare budget zal de komende jaren tranchegewijs beschikbaar worden gesteld. Daartoe zal een (nader uit te werken) uitvraag worden gedaan voor het indienen van voorstellen vanuit de regio. Dit laat onverlet dat het instrument regionale deals breder kan worden ingezet om Rijk-regio samenwerking te helpen, een regionale deal hoeft dus niet per se verbonden te zijn aan inzet van middelen uit de Regio Envelop.

De komende tijd wordt een verder inhoudelijk afwegingskader voor een selectie van regionale deals ontwikkeld. Hierover wordt nader gesproken met onder meer partijen uit de regio. Dit afwegingskader neemt de geschetste randvoorwaarden en de bijdragen aan de ontwikkeling van de brede welvaart in acht. Uitwerking van de regionale deals zal plaatsvinden in overleg tussen regionale partijen, het Ministerie van LNV en de betrokken vakdepartementen. Zoals aangegeven informeer ik u in mei over de procedure rond selectie van initiatieven.

Komende maanden zal ik het initiatief nemen om verschillende regio’s te bezoeken, waarbij ik verschillende collega-bewindslieden zal meevragen op basis van wat in de te bezoeken regio speelt, onder andere om nader inzicht te verkrijgen in de regionale opgaven en de relatie met ambities die op nationaal niveau zijn geformuleerd.

Tot slot

Ik zie uit naar het verder verstevigen van de samenwerking tussen Rijk en regio in de komende periode. Als we samen optrekken als overheden, en daarbij ook verbindingen maken met bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties, zijn we effectiever in het oppakken van onze maatschappelijke opgaven. Afgelopen jaren heeft het Rijk veel kunnen doen in samenwerking met de regio, via bijvoorbeeld de city deal-aanpak en regionale structuurversterkingsprogramma’s, zoals het Investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling. Daar werkt het kabinet graag als partner van regionale partijen aan verder, onder andere langs de lijnen in deze brief.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Zie o.a. Studiegroep Openbaar Bestuur, «Maak verschil – krachtig inspelen op regionaal-economische opgaven», maart 2016.

X Noot
2

Bijvoorbeeld City Deals, proeftuinen Maak Verschil, het programma Bevolkingsdaling, Techniekpact, het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport, energie/klimaat, retail en in het kader van het nationaal programma sociaal domein.

X Noot
3

PBL/SCP/CPB, Policy Brief «Brede Welvaart», mei 2017.

X Noot
4

Hier zal in ieder geval de nucleaire problematiek van uitgezonderd worden, omdat deze problematiek vooral ziet op de rol van de Staat.

Naar boven