Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juni 2023
Tijdens het debat over de contourennota van 23 maart 2023 (Handelingen II 2022/23,
nr. 65, item 8) heb ik aangegeven de Tweede Kamer te informeren over de herziening van de zeespiegelstijging
in de Waddenzee na publicatie van de zeespiegelmonitor. De zeespiegelmonitor 2022
is op 29 maart 2023 gepubliceerd door Deltares in opdracht van het Ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat1. In dit rapport wordt de stand en de ontwikkeling van de zeespiegel vastgesteld,
ter ondersteuning van het waterveiligheidbeleid. Het rapport geeft aan dat een versnelling
van de zeespiegelstijging nu ook zichtbaar is langs de Nederlande kust. Deze versnelling
bedraagt 2,9 mm/jaar en sluit aan bij de wereldwijde ontwikkelingen in de zeespiegelstijging.
In het gebruiksruimtebesluit van 22 februari 2023 (Kamerstukken 29 684 en 33 529, nr. 244) heb ik aangegeven dat ik na publicatie van de Zeespiegelmonitor beoordeel of een
actualisatie van de gebruiksruimte noodzakelijk is. In dit gebruiksbesluit wordt uitgegaan
van een zeespiegelstijging van 2,4 mm/jaar tot 2026, uitgaande van het advies van
de adviescommissie eind 2020 en herbevestigd in mei 2022 met de meest recente inzichten
(IPCC-rapport 2021 en KNMI Klimaatsingaal 2021).
Met de recente zeespiegelstijging-observaties uit de zeespiegelmonitor is het waarschijnlijk
dat de zeespiegelstijging voor de Waddenzee hoger uit zal vallen dan het huidige scenario.
Voor de huidige delfstoffenwinning in de Waddenzee geldt dat een dergelijke toename
niet meteen zou leiden tot productiebeperkingen omdat de huidige winningen inclusief
de versnelde zeespeigelstijging niet de gebruiksruimte overschrijden. De delfstoffenwinning
in de Waddenzee wordt binnen de jaarlijkse cyclus van de hand aan de kraan-procedure
geëvalueerd en waar nodig bijgesteld zodat de delfstoffenwinning in de Waddenzee binnen
de gebruiksruimte blijft.
Aangezien ik naast de hogere waarde voor de zeespiegelstijging in de recent gepubliceerde
zeespiegelmonitor ook een andere (hogere) waarde in een recent SodM advies (van 6 december
2022, bijlage bij Kamerstukken 29 684 en 33 529, nr. 244) heb gekregen, heb ik besloten om additoneel advies te vragen over de zeespiegelstijging.
Vanwege het belang van deze zeespiegelstijgingssscenario’s voor de «hand aan de kraan»,
wil ik deze scenario’s versneld aanpassen. Daarnaast wil ik graag een eenduidig antwoord
op de zeespiegelstijging voor de korte termijn (tot 2029). Ik zal daarom een nieuwe
adviescommissie samenstellen waarbij de adviseurs zitten die mij eerder hebben geadviseerd
(van de Universiteit Utrecht, KNMI, Deltares en TNO) aangevuld door de experts die
SodM heeft geraadpleegd (TU Delft, NIOZ en KNMI). Daarnaast zal ik de adviescommissie
vragen het SodM-advies te betrekken in hun advies. Deze adviescommissie zal de opdracht
krijgen om mij te adviseren over de zeespiegelstijging in de periode van 1 januari
2024 tot 1 januari 2029 en de periode na 2029. Ik verwacht dat de adviescommissie
zo’n 6 maanden bezig zal zijn om een gedegen wetenschappelijk advies neer te zetten.
Daarna zal ik op basis van dit advies een nieuw besluit nemen over de gebruiksruimte
van de Waddenzee met ingang van januari 2024 voor de komende vijf jaar. Hierover zal
ik uw Kamer informeren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
J.A. Vijlbrief