29 683 Dierziektebeleid

Nr. 254 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2020

In deze brief informeer ik uw Kamer over een drietal toezeggingen op het gebied van diergezondheid en geef een actuele stand van zaken met betrekking tot een aantal aangifteplichtige dierziekten.

Calamiteitenvoorziening

Tijdens het Algemeen Overleg Dieren in de veehouderij van 11 september 2019 (Kamerstukken 28 973 en 28 286, nr. 220) heb ik toegezegd uit te zoeken of het mogelijk is om een veehouder bij calamiteiten, zoals een stalbrand, tegemoet te komen in de kosten van de heffing voor het Diergezondheidsfonds (DGF). Een calamiteitenvoorziening heeft vooral invloed op de hoogte van de diergezondheidsheffing in de pluimveesector. In deze sector wordt de diergezondheidsheffing namelijk geheven op basis van het aantal dieren bij opzet of het aantal eieren bij opleg. Bij een calamiteit verandert de hoogte van de diergezondheidsheffing dus niet. Bij de andere sectoren wordt de diergezondheidsheffing geheven over het gemiddeld aantal dieren (rundvee van 1 jaar of ouder, schapen en geiten) of het aantal afgevoerde dieren (rundvee jonger dan 1 jaar en varkens). In deze sectoren zal het aantal dieren na een calamiteit afnemen en daarmee de hoogte van de diergezondheidsheffing. Ik ben in gesprek met AVINED over mogelijke aanpassingen van de diergezondheidsheffing voor pluimvee. Als de pluimveesector hiervoor kiest, is het mogelijk om een calamiteitenregeling op te nemen in de hoogtebepaling van de heffing.

Gevolgschade

Het is staand beleid dat een dierhouder tegemoetkoming in schade krijgt voor directe schade (doden van dieren) en niet voor gevolgschade (bijvoorbeeld omzetverlies door leegstand). In het convenant financiering bestrijding besmettelijke dierziekten 2020–2024 is dan ook opgenomen dat gevolgschade van ondernemers uitgesloten is van een vergoeding uit het DGF. In het convenant is de afspraak opgenomen dat overheid en sectorpartijen gezamenlijk verkennen wat de mogelijkheden zijn voor vergoeding van vervolgschade op basis van het nieuwe Gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB). Ik heb toegezegd uw Kamer hierover te informeren, zodra daar meer duidelijkheid over is. In het concept van de verordening tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd (Strategisch-Planverordening), waarover de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees parlement binnenkort zullen starten, is onder andere de mogelijkheid om steun te verlenen voor inzet van risicobeheersinstrumenten (onderlinge fondsen en verzekeringen) opgenomen. Ik zal bij de invulling van het GLB Nationaal Strategisch Plan bezien of en in hoeverre dit betrokken kan worden op gevolgschade van uitbraken van besmettelijke dierziekten en in hoeverre het wenselijk is om GLB-middelen hiervoor in te zetten. Ik zal uw Kamer hierover te zijner tijd weer informeren.

Roadmap strategische aanpak vogelgriep

Afgelopen najaar heb ik uw Kamer toegezegd een update te sturen van de Roadmap strategische aanpak vogelgriep (Kamerstuk 28 807, nr. 223), die ik uw Kamer aanbood op 26 maart 2019 (Kamerstuk 28 807, nr. 222). Inmiddels zijn er stappen gezet waarover ik u graag informeer.

De samenwerking tussen de Dierenbescherming, AVINED en mijn ministerie verloopt voorspoedig. Dit heeft er toe geleid dat de meeste van de 28 acties uit de Roadmap in uitvoering zijn en er ook reeds een aantal zijn afgerond. In de bijlage vindt u de stand van zaken van alle acties1.

Nederland blijft een belangrijke overwinterplaats voor veel watervogels daarom is het belangrijk om het risico van insleep te blijven verkleinen.

Afgeronde acties

Een zevental acties is afgerond. Hieronder licht ik er een aantal toe. Het Nederlandse referentielaboratorium voor vogelgriep, Wageningen Bioveterinary Research (WBVR), maakt en publiceert sinds vorig jaar tenminste één keer per jaar een beoordeling van HPAI dreiging vanuit wilde vogels. Het risico op insleep met vogelgriep kan per jaar verschillen. Door het beleid te baseren op het actuele risico kunnen tijdig voorzorgsmaatregelen genomen worden, maar wordt ook voorkomen dat onnodige voorzorgsmaatregelen genomen worden. De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) heeft een inventarisatie gemaakt van methodes om wilde watervogels uit de uitloop te weren waaruit blijkt dat lasers een veelbelovende methode zijn om dat te bereiken. Het WBVR onderzoekt dit verder. De sector heeft het mogelijk gemaakt dat de meldcriteria worden vermeld op de stalkaarten en legkalenders. Zo zorgen we er samen voor dat mogelijke verschijnselen van vogelgriep snel gemeld worden in de «early warning».

Lopende acties

De werkgroep «roadmap», waarin het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), AVINED en de Dierenbescherming samenwerken, heeft de acties geprioriteerd. Als eerste zijn de acties ingezet waar binnen afzienbare tijd het grootste effect van werd verwacht op het verminderen van het risico op insleep. Ook acties die relatief snel en eenvoudig uitgevoerd kunnen worden zijn snel opgepakt. Er zijn 18 acties ingezet, die nu worden uitgevoerd. Om een beeld te schetsen van de diversiteit ik de volgende acties graag toelichten: onderzoek, structuurmaatregelen en psychosociale ondersteuning aan eigenaren van geruimde bedrijven.

Onderzoek

De roadmap heeft aanleiding gegeven tot verschillende onderzoeken naar vogelgriep. Fight flu is een langlopend project dat publiek en privaat gefinancierd wordt en waar meerdere actiepunten (2, 3, 9, 10a en 19) uit de roadmap geheel of gedeeltelijk onder vallen. Daarnaast zijn er onderzoeken, die helemaal privaat of helemaal publiek gefinancierd worden. De onderzoeken hebben vaak een lange looptijd maar tussentijdse resultaten zijn perspectiefvol. Zo lijken wilde watervogels goed uit de uitloop geweerd te kunnen worden met gebruik van lasers en kan het risico op insleep gerelateerd worden aan plaats en seizoen. Samen de met de sector bekijken we hoe deze resultaten concreet kunnen worden ingezet. Bijvoorbeeld in het project «structuurmaatregelen» dat ik hieronder toelicht. Ook gaat mijn ministerie samen met de sector onderzoeken hoe deze resultaten kunnen bijdragen aan een verfijning van de «early warning» voor vogelgriep.

Structuurmaatregelen

Een van de acties uit de roadmap is de ontwikkeling van een plan van aanpak voor structuurmaatregelen, die het risico op insleep van HPAI kunnen verminderen. Met structuurmaatregelen worden maatregelen bedoeld die de structuur van de pluimveesector beïnvloeden, bijvoorbeeld de dichtheid van pluimveebedrijven in een bepaald gebied of de afstand van bepaalde typen pluimveebedrijven tot waterrijke gebieden of gebieden met veel watervogels.

Op 4 september 2019 heb ik in samenwerking met AVINED een startbijeenkomst van dit project georganiseerd met alle betrokken partijen: gemeentes, provincies, pluimveesector, onderzoekers, natuurorganisaties, waterschappen en omgevingsdiensten. In het vervolgtraject wordt met deze partijen onderzocht of het risico op vogelgriep meegewogen kan worden bij het verlenen van vestigingsvergunningen aan pluimveebedrijven of bij de planning van de aanleg van nieuwe waterrijke gebieden. Er is een werkgroep «vogelgriep in de omgeving» gestart waar naast LNV en AVINED vertegenwoordigers van gemeenten in participeren. Er wordt onderzocht of en hoe het risico op insleep van vogelgriep meegenomen kan worden in omgevingsvisie van gemeenten. Bovengenoemde onderzoeken vormen daar de basis voor.

Psychosociale zorg

In de roadmap strategische aanpak vogelgriep is één van de acties psychosociale ondersteuning aan eigenaren van geruimde bedrijven. Dit onderwerp wordt opgepakt in een breder kader.

Agrarische ondernemers kunnen, ongeacht of er sprake is van problemen door een dierziekte, behoefte hebben aan psychosociale zorg. Op 17 november 2018 heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de resultaten van een bijeenkomst over dit onderwerp en over de verdere aanpak (Kamerstuk 30 252, nr. 24). Er zijn sindsdien door alle bij dit onderwerp betrokken organisaties diverse activiteiten opgepakt met als doel het versterken van de contacten tussen de agrarische sector en (psychosociale) hulpverleningsinstanties én het verkleinen van de kloof tussen agrarische ondernemer en (psychosociale) hulpverleningsinstanties.

Daarnaast heeft de werkgroep (LTO Nederland, Zorg om Boer en Tuinder (ZOB) en NZO), die ik gevraagd heb om dit verder op te pakken, zowel voor 2019 als voor 2020 projecten ingediend waarvoor mijn ministerie subsidie beschikbaar heeft gesteld. Deze projecten zijn tot stand gekomen in nauw overleg met de hulpverleningsorganisaties. In 2019 zijn in dit kader twee projecten uitgevoerd waaronder het opstellen van de Agro-zorgnetwerkkaart2 en uitbreiding van de AgroZorgwijzer3. Voor 2020 zijn vijf projecten ingediend die nu worden uitgevoerd, waaronder de verkenning naar een loket waar (anonieme) meldingen door erfbetreders en agrariërs gedaan kunnen worden. Nadat de resultaten van deze projecten bekend zijn, zal ik in overleg met de werkgroep bespreken wat de verdere aanpak moet worden. De pluimveesector (AVINED) is actief betrokken bij deze projecten.

Update aangifteplichtige dierziekten

Blauwtong

Afgelopen jaren zijn in Frankrijk (2015), België (2018) en Duitsland (2019) diverse besmettingen met blauwtong gevonden. De situatie in deze landen is rustig, zo is in Duitsland al sinds november 2019 geen nieuw geval meer aangetroffen. Recent is toch in Luxemburg een eerste positief geval aangetroffen, waardoor ook Luxemburg nu als beperkingsgebied geldt. De dreiging voor Nederland verandert hierdoor niet. Het is ook in Luxemburg bij een enkel geval gebleven, waar slechts milde ziekteverschijnselen werden aangetroffen. Wel blijft het van groot belang verdenkingen te melden en daarnaast blijf ik elk jaar het monitoringsprogramma uitvoeren om de vrijstatus die Nederland heeft te kunnen bewijzen.

Afrikaanse varkenspest

Uw Kamer wordt in een separate brief geïnformeerd over de stand van zaken van Afrikaanse Varkenspest, mede naar aanleiding van de besmettingen met Afrikaanse varkenspest (AVP) in wilde zwijnen in het oosten van Duitsland, dicht tegen de Poolse grens aan.

Hoog pathogene aviaire influenza

In het voorjaar van 2020 zijn er nog lange tijd infecties geweest met HPAI H5N8 in met name Hongarije en Bulgarije. Onlangs zijn er bedrijven in Zuid-Rusland tegen de grens met Kazachstan besmet geraakt met H5N8. Bij twee wilde zwanen in Nederland werd op 17 oktober jl. HPAI H5N8 gevonden. Hier is uw Kamer separaat op 22 oktober 2020 over geïnformeerd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Te vinden op: https://agrozorgwijzer.nl/

Naar boven