29 665 Evaluatie Schipholbeleid

Nr. 172 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 februari 2012

Op grond van artikel 8.29 van de Wet luchtvaart en artikel 3.1 van de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol moet de Inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat elk halfjaar verslag uitbrengen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Dit verslag betreft de in de Wet luchtvaart en het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol vastgelegde veiligheids- en milieuaspecten over de periode van een (deel van een) gebruiksjaar.

Hierbij bied ik u dit verslag ter kennisneming aan.1

Voor Schiphol beslaat het gebruiksjaar de periode 1 november tot en met 31 oktober. In de nu voorliggende rapportage wordt verslag gedaan over de periode 1 november 2010 tot en met 31 oktober 2011.

Bevindingen en acties

De belangrijkste bevindingen en acties van de inspectie over het gebruiksjaar 2011 zijn dat:

de grenswaarden voor het externe veiligheidsrisico, de geluidbelasting en de uitstoot van stoffen die lokale luchtverontreiniging veroorzaken, niet overschreden zijn;

vier luchtvaartmaatschappijen dusdanig van een luchtverkeerweg in de nacht zijn afgeweken dat ze door de inspectie moesten worden aangeschreven;

Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) geen regels van het LVB inzake het gebruik van het luchtruim overtreden heeft;

bij landingen in de nacht één keer sprake is geweest van afwijkend baangebruik door LVNL, dat in aanmerking komt voor een handhavende maatregel van de inspectie;

zich geen situatie heeft voorgedaan waarbij als gevolg van het niet beschikbaar zijn van banen is afgeweken van de beperkingen die gelden voor het baangebruik, zonder dat daarvoor een vrijstelling is verleend;

aan LVNL een bestuurlijke boete is opgelegd in verband met een overtreding van een regel voor het baangebruik in het gebruiksjaar 2010;

aan Schiphol een last onder dwangsom is opgelegd in verband met een overtreding van een regel ter beperking van de uitstoot van stoffen die geurhinder veroorzaken;

deze last onder dwangsom weer is ingetrokken nadat de inspectie heeft vastgesteld dat deze overtreding binnen de gestelde termijn alsnog ongedaan is gemaakt;

bij inspecties van bouwkranen in twee gevallen sprake was van een te hoge bouwkraan zonder ontheffing, waarop de inspectie deze kranen heeft laten strijken en de betreffende bedrijven een waarschuwingsbrief heeft gestuurd;

de inspectie één luchtvaartmaatschappij wegens «slotsmisbruik» heeft aangeschreven, waarbij een last onder dwangsom is opgelegd;

deze luchtvaartmaatschappij na haar aanschrijving geen overtreding meer heeft begaan, waardoor in het gebruiksjaar 2011ook geen dwangsom hoefde te worden betaald.

Toelichting op de bevindingen en acties

Gehanteerde grenswaarden voor de geluidbelasting in handhavingspunten

Vanaf 1 november 2010 golden de vervangende grenswaarden zoals die waren vastgelegd in de «Regeling experiment uitbreiding toepassing vaste bochtstraal tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep» (Stcrt. 2010, 16510) en de «Regeling experiment verlenging nachtprocedures» van 13 oktober 2010 (Stcrt. 2010, 16511). De grenswaarden waarop uiteindelijk tot en met 31 oktober 2011 gehandhaafd is, zijn de vervangende grenswaarden zoals die zijn vastgelegd in de «Tijdelijke regeling vervangende grenswaarden groot baanonderhoud baanstation C2 nabij Aalsmeerbaan en Kaagbaan» van 22 juni 2011 (Stcrt. 2011, 11406) en de «Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 25 oktober 2011, nr. IENM/BSK-2011/143867 tot wijziging van de Tijdelijke regeling vervangende grenswaarden groot baanonderhoud baanstation C2 nabij Aalsmeerbaan en Kaagbaan» (Stcrt. 2011, 19189).

Experiment Schiphol

Tevens is het eerste jaar van het twee jaar durende experiment met het nieuwe normen- en handhavingsstelsel afgerond. Het vliegen volgens de regels van het experiment heeft het afgelopen jaar plaatsgevonden binnen de vigerende regels van het LVB. Over de evaluatie van het eerste jaar van het experiment wordt u op korte termijn separaat geïnformeerd.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven