29 628 Politie

Nr. 780 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2018

De Inspectie Justitie en Veiligheid (hierna: Inspectie) heeft haar Jaarbeeld Politieonderwijs 2017 opgesteld. Dit Jaarbeeld1 bied ik uw Kamer hierbij samen met mijn beleidsreactie aan.

De Inspectie concludeert dat ontwikkelingen als de personele reorganisatie en het benoemen van de nieuwe leidinggevenden de voortgang van de kwaliteitszorg op de Politieacademie hebben vertraagd. De Inspectie constateert ook dat de Politieacademie voor een deel afhankelijk is van de informatie van politie zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin, over de te verwachten opleidingsvraag. Een duidelijke opleidingsvraag, behoeftestelling, van politie is noodzakelijk voor de Politieacademie, zodat gerichter kan worden opgeleid en de vergrijzing van het korps kan worden opgevangen.

Ik onderschrijf de aanbevelingen van de Inspectie, die de kwaliteit van het politieonderwijs ten goede komen. Ik zal hieronder puntsgewijs op de aanbevelingen ingaan:

De aanbevelingen gaan over de terreinen:

  • 1. Opleidingsvraag politie;

  • 2. Kwaliteitszorgsysteem;

  • 3. Professionalisering docenten en traject- en praktijkbegeleiders;

  • 4. Ambities gebiedsgebonden politiezorg;

  • 5. Objectiviteit en validiteit examinering;

Ad 1. Opleidingsvraag politie (Behoeftestelling)

Ondanks dat er een veelheid aan overleg met diverse partijen is, constateert de Inspectie dat de opleidingsvraag van de politie aan de Politieacademie nog niet tijdig en voldoende adequaat plaatsvindt. Dit beeld kan ik bevestigen ten aanzien van de opleidingsvraag van de politie op het gebied van het vakspecialistisch onderwijs (vpo); dit moet verbeterd worden. Het vakspecialistisch politieonderwijs biedt vervolgonderwijs aan ervaren politiemensen. Zij kunnen zich bij de Politieacademie specialiseren op gebieden als crisisbeheersing, handhaving, opsporing, intake & service, noodhulp en leiderschap.

De opleidingsvraag van de politie ten aanzien van nieuwe instroom van aspiranten, mensen die starten met een baan bij de politie, op mbo-, bachelor- en masterniveau, het basispolitieonderwijs (bpo), verloopt echter wel goed.

Vooropgesteld onderschrijf ik dat het proces van behoeftestelling, in het bijzonder met betrekking tot het vpo, verbeterd dient te worden. Ik merk hierbij wel op dat deze verbeterslag enige tijd zal vergen, hetgeen overigens al op voorhand was ingecalculeerd. Ik verwijs in dit verband naar het Besluit beheer politie2, waarin onder meer het proces van behoeftestelling door de politie is geregeld. In de toelichting van het wijzigingsbesluit is opgenomen dat de behoeftestelling via een groeipad wordt vormgegeven. Dit betekent dat de verbeteringen in de behoeftestelling ten aanzien van tijdigheid en de kwaliteit in dat licht gezien moeten worden. In dit kader zijn in het tripartiet-overleg3 (JenV- politie-Politieacademie) recent afspraken gemaakt over de benodigde verbeteringen ten aanzien van de behoeftestelling van politie. De politie richt samen met de Politieacademie dit nieuwe (meerjarig) proces in dat voor 1 september 2018 wordt vastgesteld. Dit (portfolio)proces ondersteunt de, bij algemene maatregel van bestuur vastgelegde, tijdigheid en de kwaliteit van aanleveren van informatie door beide partijen. De politie draagt zorgt voor een volledige opleidingsvraag voor 1 maart 2019 ten behoeve van het jaar 2020, zodat de Politieacademie een realistische inschatting kan maken van de benodigde mensen en middelen. De Politieacademie geeft vervolgens voor 1 april 2019 aan welke mensen en middelen nodig zijn om de volledige opleidingsvraag te kunnen aanbieden. Om de verbetering van de behoeftestelling te monitoren en bij te sturen, zijn er evaluatiemomenten in mei 2019 en 2020 ingericht. Na 2020 zou dit optimaal moeten werken.

Ad 2. Kwaliteitszorgsysteem

Het is voor het politieonderwijs, dat toegang geeft tot het geweldmonopolie, van groot belang dat de kwaliteitszorg op orde is. De Politieacademie heeft de verantwoordelijkheid om optimale kwaliteit te leveren en moet zich daarom kunnen verantwoorden. De Politieacademie werkt sinds 2014 aan hernieuwing van systematische kwaliteitszorg en aan een onderwijscultuur die start bij elke docent. Deze systematische kwaliteitszorg is neergelegd in het kwaliteitsdossier Politieacademie. De Politieacademie hanteert vaste standaarden voor onderwijskwaliteit, gericht op drie doelen: verbeteren, leren en verantwoorden. De basis van de evaluatie- en ontwikkelkalender is de Plan do check act-cyclus: het vliegwiel voor kwaliteitszorg in de teams.

Ontwikkelingen als de personele reorganisatie en het benoemen van nieuwe leidinggevenden hebben de voortgang van de kwaliteitszorg op de Politieacademie vertraagd. Nu de nieuwe teamchefs in positie zijn, kan de Politieacademie een inhaalslag maken. De Inspectie constateert dat de Politieacademie al bij een aantal opleidingen is gestart met het meten van de tevredenheid van de praktijk, onder andere de wijkagent senior gebiedsgebonden politiezorg (GGP).

De Inspectie ziet dat de Politieacademie voortgang heeft geboekt sinds het Politieonderwijsverslag 2016, bijvoorbeeld op het gebied van de examencommissie, van tevredenheidsmetingen onder afgestudeerden en hun leidinggevenden en van de evaluatie-ontwikkelkalender die per onderwijsteam vastlegt wanneer welke evaluaties plaats vinden en wanneer er over gesproken wordt. Echter, de Inspectie stelt ook vast dat er op een aantal punten achterstand is ontstaan op de planning van de implementatie van het kwaliteitszorgsysteem.

De Politieacademie zal het aantal tevredenheidsmetingen uitbreiden en het kwaliteitszorgsysteem in 2019 ingericht hebben.

Ad 3. Professionalisering docenten en traject- en praktijkbegeleiders

Voorts vraagt de Inspectie aandacht voor de professionalisering van praktijk- en trajectbegeleiders, naast de professionalisering van de docenten bij de Politieacademie. De Politieacademie werkt met een kader dat professionaliseringseisen bevat op het gebied van didactische vaardigheden en het opleidingsniveau van docenten. Uit het jaarbeeld van de Inspectie blijkt voorts dat niet alle onderwijsteams voldoende concrete meerjarenplannen hebben opgesteld voor de scholing van hun docenten en begeleiders. De Politieacademie draagt er zorg voor dat nog dit jaar alle teams deze meerjarenplannen hebben opgesteld.

Mijn ambtsvoorganger heeft in de beleidsreactie op het Politieonderwijsverslag 2016 van de Inspectie aangegeven dat de Politieacademie samen met de Politie moet komen tot eenduidige landelijke standaarden voor werkend leren. In het tripartiet- overleg is recent de notitie van de Politieacademie «landelijke standaarden werkend leren» gericht op de kwaliteitseisen ten aanzien van traject- en praktijkbegeleiders van aspiranten, die werkzaam zijn bij de eenheden, en op eisen aan de leerwerkplek van aspiranten, vastgesteld. Het Korps (OBT) maakt nu voor het eind van 2018 een plan van aanpak wat er nodig is om aan die eisen te voldoen en binnen welke termijn. Dit plan wordt besproken in het tripartiet-overleg.

Ondertussen vindt de bijscholing van de begeleiders en de docenten wel reeds plaats. Gezien de belasting voor het operationele werk zal dit echter de komende jaren in beslag nemen.

Ad 4. Ambities (GGP)

Een heldere, eenduidige en tijdige opleidingsvraag vanuit de politie is een voorwaarde voor de Politieacademie om het werk goed te kunnen doen. Op het terrein van de GGP geeft de Inspectie de politie de aanbeveling de instrumenten als opleidingsbeleid en personeelsplanning beter te benutten voor de ontwikkeling en het toekomstbestendig maken van de organisatie.

Voor het verwezenlijken van de ambities betreffende de GGP, stelt de Inspectie dat, de medewerkers van de politie hun werkwijze aanpassen. Nieuwe vaardigheden moeten worden aangeleerd, leidinggevenden bijgeschoold en oude routines moeten worden losgelaten. Als de politie de rollen en competenties nauwkeuriger definieert kunnen medewerkers gerichter worden opgeleid. Met de Inspectie ben ik van mening dat de instrumenten als opleidingsbeleid en personeelsplanning beter benut kunnen worden. De ambities op gebied van GGP hangen nauw samen met de ontwikkelagenda GGP, waar ik de TK in mijn brief van 20 december 20174 heb geïnformeerd en waarover ik u voor de zomer een stand van zaken bericht. De ontwikkelagenda GGP richt zich, op een manier die recht doet aan de lokale context van de basisteams, op een probleemgerichte en informatiegestuurde werkwijze. De rol van de teamchef, maar ook de cultuur is hier onderdeel van. De agenda bestaat uit vier sporen: 1. Het verder integreren van de digitale wereld (waaronder social media) in het gebiedsgebonden politiewerk, 2. Het politiewerk in een veranderende en diverse samenleving (de wereld in de wijk), 3. Het verder invulling geven aan moderne nabijheid in de wijk en 4. De aanpak van ondermijning binnen de basisteams. Deze agenda krijgt een vertaling in personeels- en onderwijsbeleid.

Ad 5. Objectiviteit en validiteit examinering

De objectiviteit en validiteit van de examinering kan beter worden geborgd binnen de organisatie constateert de Inspectie. Hoewel de Politieacademie het afgelopen jaar een slag heeft gemaakt met de training en certificering van examinering en daarmee de borging van de kwaliteit is er nog verbetering mogelijk.

De examencommissies van de Politieacademie hebben een centrale rol in de borging van de kwaliteit van de examens en daarmee het eindniveau van studenten. Examinatoren moeten in staat zijn om eerlijk en onafhankelijk te oordelen. Om deze deskundigheid te verbeteren biedt de Politieacademie beginnende examinatoren een training aan. Als zij deze met succes hebben afgerond worden ze gecertificeerd door de examencommissie.

In haar Jaarverslag 2017 geeft de examencommissie van de Politieacademie aan dat er in 2017 goede stappen genomen zijn, maar er is nog meer nodig om toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk te maken.

Doelstellingen die gerealiseerd gaan worden:

  • Zorg dat alle opleidingen worden afgesloten door gecertificeerde examinatoren;

  • Zorg dat de praktijkcasus wordt beoordeeld door gecertificeerde examinatoren (gebeurt nu door een leidinggevende uit de eenheid);

  • Zorg voor meerdere examinatoren per kernopgave;

  • De docent van een opleiding mag niet ook de examinator van de opleiding zijn.

Ten slotte

Dit rapport van de Inspectie toont aan dat het Politieonderwijs om verbetering vraagt. Ik neem de aanbevelingen van de Inspectie serieus. Politiewerk is mensenwerk en vergt geregeld het uiterste van mensen. Dit vraagt om vakinhoudelijke kennis en expertise, maar ook mentale en fysieke kracht en moreel oordeelsvermogen. Ik vind het belangrijk dat politiemedewerkers goed zijn opgeleid. Het politieonderwijs is hierbij een belangrijk instrument. In mijn reactie heb ik daarom verbeterdoelstellingen en concrete stappen om daar te komen opgenomen. Ik verwacht dat hiermee de juiste stappen worden gezet.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Besluit van 12 oktober 2017, houdende wijziging van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie, het Besluit beheer politie, het Besluit financieel beheer politie en het Besluit verdeling sterkte en middelen politie in verband met de inbedding van de Politieacademie in het nieuwe politiebestel; in Stb. 2017, nr. 440

X Noot
3

Artikel 101 Politiewet

X Noot
4

Zie Kamerstuk 29 628, nr. 754

Naar boven