29 628 Politie

Nr. 756 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 februari 2018

Inleiding

Hierbij informeer ik u over de capaciteit van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) voor de aanpak van drugs in het verkeer, zoals toegezegd tijdens de Begrotingsbehandeling d.d. 30-11-2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 29, items 3 en 8), het Algemeen Overleg Politie d.d. 21-12-2017 (Kamerstuk 29 628, nr. 755) en in mijn antwoorden d.d. 26 januari 2018 op de schriftelijke vragen van de leden Arno Rutte en Remco Dijkstra (beiden VVD) over het bericht «Minieme pakkans drugsrijder» en van het lid Van Dam over het bericht «Drugstest wassen neus».1

Drugs in het verkeer

Per 1 juli 2017 is de wet verbeteren aanpak drugs in het verkeer van kracht geworden. Bij deze wet zijn verschillende maatregelen geïntroduceerd, zoals de opname van een afzonderlijk verbod op het rijden onder invloed van drugs, een strafbaarstelling indien bepaalde grenswaarden voor drugsgebruik zijn overschreden, de bevoegdheid van de opsporingsambtenaar tot het vorderen van medewerking aan het afnemen van speeksel d.m.v. een speekseltester en de bevoegdheid tot het vorderen van medewerking aan een psychomotorische test bij personen die verdacht worden van het besturen van een voertuig onder invloed van drugs. Indien de speekseltester een positief resultaat laat zien, volgt een bloedafname. De resultaten van de analyse van het bloedmonster gelden als wettig bewijs. Met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) worden jaarlijks afspraken gemaakt voor het verrichten van deze analyses.

Capaciteit bloedonderzoeken

Bij de inwerkingtreding van de wet per 1 juli 2017 is met het NFI een aantal van 133 bloedonderzoeken per maand voor drugs in het verkeer afgesproken. Bij inwerkingtreding van de wet is een stapsgewijze implementatie van de wet door de politie voorzien, waarbij de politie een opleidingstraject met een looptijd van 2 jaar kent. In november 2017 was een kwart van de agenten opgeleid om de speekseltest toe te passen.

De politie en het Openbaar Ministerie hebben met spijt moeten constateren dat de beschikbare analysecapaciteit niet voldoende is om alle bloedmonsters te onderzoeken die zijn afgenomen. Het NFI heeft de capaciteit nog kunnen verhogen naar een aantal van 200 per maand maar ook dat bleek niet voldoende. Dit is een bijzonder onbevredigende situatie. De analysecapaciteit zal daarom op korte termijn worden uitgebreid.

Door de beperkte capaciteit heeft het NFI niet alle aangeboden monsters kunnen onderzoeken en is er een voorraad ontstaan. In de bijlage treft u een overzicht van de instroom en uitstroom van onderzoeken in 2017, evenals de werkvoorraad op 31 december 2017.

Getroffen maatregelen

Ik vind het van belang dat dit tekort aan capaciteit zo spoedig mogelijk wordt opgeheven. Tot het zover is, zijn er maatregelen genomen om te voorkomen dat de voorraad verder oploopt en zaken te lang blijven liggen. Zoals aangegeven in mijn antwoorden op de voornoemde schriftelijke vragen heeft de politie daarom begin december 2017, in afstemming met het OM en het NFI, een beheersmaatregel genomen gericht op beperking van de analyses tot de ernstigste gevallen. Dit betreft een tijdelijke maatregel, die is bedoeld om – tot het moment dat er voldoende onderzoekscapaciteit beschikbaar is – het aantal aanvragen voor bloedonderzoek bij het NFI te beperken.

Tevens is er gestart met maatregelen gericht op uitbreiding van de analysecapaciteit. Het NFI is bezig een aanbesteding af te ronden voor additionele analysecapaciteit bij een laboratorium dat aangeeft te kunnen voldoen aan de wettelijke vereisten. Indien de aanbesteding succesvol wordt afgerond zal de capaciteit met ingang van februari 2018 zijn uitgebreid tot 500–600 onderzoeken per maand. In de loop van 2018 zal de capaciteit verder worden uitgebreid zodat kan worden voldaan aan de door het OM en de politie verwachte behoefte van 600 tot 800 onderzoeken per maand voor 2018.

Wat betreft de werkvoorraad is het van belang te melden dat de bloedmonsters die het NFI nog niet heeft kunnen analyseren, alsnog worden geanalyseerd. Door enerzijds de beperking van de handhaving vanaf december 2017 en anderzijds de uitbreiding van de capaciteit als hiervoor vermeld, zal dit naar verwachting per 1 april gerealiseerd zijn. De bloedmonsters worden door het NFI bij binnenkomst ingevroren waardoor de stoffen een half jaar stabiel blijven. De twee weken termijn die het NFI na ontvangst van de aanvraag van het bloedonderzoek heeft voor het doen van de analyse en het opstellen en ondertekenen van het verslag, zoals genoemd in het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, geldt als instructienorm. Het niet afdoen van analyses binnen deze periode vormt voor het OM dan ook geen reden om zaken niet verder te vervolgen.

Ik hecht aan een zo spoedig mogelijke hervatting van de volledige handhaving van drugs in het verkeer. De tijdelijke beperking van de handhaving door de politie kan worden opgeheven zodra voldoende capaciteit verzekerd is en de achterstanden zijn ingelopen. De verwachting is dat dit per 1 mei 2018 het geval is en dat op die datum de politie de wet weer volledig kan handhaven.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

BIJLAGE: Gegevens NFI over de instroom en uitstroom van onderzoeken

2017

Instroom

Uitstroom

maand

ontvangen onderzoeken

gerapporteerde onderzoeken

juli

134

51

augustus

215

161

september

207

147

oktober

333

180

november

467

339

december

225

288

Eindtotaal

1.581

1.166

Op 31 december 2017 zijn er 415 onderzoeken in voorraad bij het NFI, waarvan er 80 in behandeling zijn. De overige onderzoeken wachten op de uitbreiding van capaciteit. Een derde van de onderzoeken in 2017 is binnen 14 dagen gerapporteerd.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II2017/18, nrs. 968 en 970

Naar boven