29 628 Politie

Nr. 689 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 februari 2017

In het mondeling vragenuur van 11 oktober 2016 (Handelingen II 2016/17, nr. 10, item 5) heb ik u toegezegd na te gaan of door de voormalig korpschef eerdere vergelijkbare toezeggingen zijn gedaan als aan de vijf politiemedewerkers die betrokken zijn geweest bij de aanhouding van de heer Henriquez op 27 juni 2015 in het Zuiderpark in Den Haag. Die toezegging betreft een garantie bij de politie werkzaam te kunnen blijven na een eventuele onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling vanwege de betrokkenheid bij dit incident.

De huidige korpschef van de politie heeft mij, op mijn verzoek, laten weten dat door zijn voorganger aan in totaal acht politiemedewerkers een toezegging van gelijke strekking is gedaan. Vijf van deze toezeggingen betreffen de politiemedewerkers die betrokken waren bij de aanhouding van de heer Henriquez.

De andere drie toezeggingen betreffen eerdere gevallen uit 2010, 2012 en 2013, waarbij in alle gevallen sprake was van vuurwapengebruik door betrokken politiemedewerkers. Deze drie gevallen zijn inmiddels strafrechtelijk afgehandeld.

In het eerste geval is de betrokken medewerker onherroepelijk veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf. Deze medewerker verricht nu werkzaamheden zonder publiekscontacten bij de politie.

In het tweede geval is geen vervolging tegen de betrokken medewerker ingesteld.

In het derde geval is de betrokken medewerker in december 2016 door het Gerechtshof van alle rechtsvervolging ontslagen. Deze uitspraak is inmiddels onherroepelijk.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

Naar boven