29 628 Politie

Nr. 447 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2014

In de regeling van werkzaamheden d.d. 12 maart 2014 (Handelingen II 2013/14, nr. 62) heeft uw Kamer mij gevraagd te reageren op het programma de Altijd Wat Monitor van de NCRV over aangifte doen bij de politie.

Een goed ingericht en kwalitatief hoogwaardig aangifteproces is het visitekaartje van de politie. De politie werkt bijzonder hard aan de verbetering van de dienstverlening en het aangifteproces. De politie verwerkt ruim 1 miljoen aangiften per jaar. Alle energie is erop gericht dat proces zonder fouten te laten verlopen. De aangifte vormt het begin van de gehele strafrechtketen en is daarom ook cruciaal voor de kwaliteit van de opsporing en vervolging. Het succes van de opsporing is mede afhankelijk van een goede aangifte en een effectieve afhandeling van de aangifte. Ook voor slachtoffers is van belang dat het aangifteproces goed verloopt. Echter, waar mensen werken gaat ook wel eens iets fout. De ervaringen van de in de uitzending aangehaalde slachtoffers onderstrepen dat.

Aangifte doen heeft altijd zin

De politie neemt elke aangifte van een strafbaar feit op.Alle aangiften worden individueel geanalyseerd. Ook indien er geen vervolgonderzoek wordt ingesteld, leveren aangiften een bron van informatie voor de politie waarmee zij criminaliteit nog beter kan aanpakken.

Aangiften worden ter beoordeling voorgelegd aan een zogenaamde «casescreener». De casescreener beoordeelt op basis van opsporingsindicatie (overeenkomstig de Aanwijzing voor de Opsporing van het OM) en de door het bevoegd gezag vastgestelde prioriteiten of er aanknopingspunten zijn voor verder onderzoek. High impact crimes en ondermijningszaken zijn landelijke prioriteiten en worden daardoor altijd onderworpen aan een vervolgonderzoek.

Uit politiegegevens blijkt dat in ongeveer de helft van de aangiften voldoende aanknopingspunten zijn voor een individueel vervolgonderzoek.1 In die zaken wordt bij meer dan de helft ook daadwerkelijk een verdachte gevonden.

Dat betekent overigens niet dat er niets gebeurt met de zaken die na eerste screening geen of onvoldoende houvast bieden voor een vervolgonderzoek. Alle informatie die bij een aangifte wordt geregistreerd, ook in geval van internetaangiften, is belangrijk. Op basis van informatie uit de aangifte maakt de politie analyses: waar en wanneer vindt welke criminaliteit plaats en wat is er bekend over (mogelijke) daders. Zo kan de politie gerichter acties ondernemen zoals extra surveillances of het inzetten van opsporingsmiddelen. Daar gaat een preventieve werking van uit. Ook kunnen maatregelen op basis van deze analyses ertoe leiden dat de politie alsnog een vervolgonderzoek kan starten.

In het aangifteproces komen veel van de huidige verbetertrajecten van de vorming van de nationale politie samen: betere dienstverlening, versterking kwaliteit van de opsporing en betere prestaties.

Woninginbraken

Ik schets ter illustratie het verloop van een melding van woninginbraak die bij de politie binnenkomt. Een woninginbraak is een ingrijpend misdrijf dat zeer direct in de persoonlijke levenssfeer van mensen ingrijpt. Deze high impact crimes zijn en blijven een landelijke prioriteit. Bij woninginbraken wil de politie zoveel mogelijk daders op heterdaad aanhouden. Burgers worden gevraagd om bij verdachte situaties in hun buurt 112 te bellen.

Als een burger slachtoffer is van een woninginbraak zal de politie zoveel als mogelijk de aangifte op locatie opnemen. Slachtoffers van woninginbraken krijgen bij hun aangifte een map aangereikt met daarin allerlei praktische informatie en relevante telefoonnummers. Omdat een woninginbraak een high impact crime is, wordt in principe altijd een vervolgonderzoek ingesteld. Naar aanleiding van de aangifte doet de politie onderzoek op het plaats delict en probeert de politie sporen veilig te stellen. Als er sporen en aanwijzingen zijn, worden deze verder onderzocht (bijvoorbeeld buurtonderzoek of forensisch onderzoek).

Een onderzoek wordt beëindigd als er geen sporen of getuigen zijn en de dader daardoor niet kan worden gevonden. De gegevens uit de aangifte worden dan wel gebruikt voor analyses en buurtscans. Op basis daarvan kan de politie extra surveilleren op hotspots of andere opsporingsmiddelen inzetten om daders van een inbraak te achterhalen.

Verdachten van woninginbraken worden helaas niet altijd meteen na het eerste feit gepakt. Het OM zet daarom in op het doorrechercheren op een verdachte om vast te stellen of deze nog meer strafbare feiten heeft gepleegd. Daarbij wordt er zoveel mogelijk crimineel vermogen afgepakt. Dit zal ertoe leiden dat meer gepleegde inbraken dan tot nu toe kunnen worden gekoppeld aan een verdachte, en daarmee zal ook het oplossingspercentage stijgen.

Het slachtoffer wordt binnen 2 weken telefonisch op de hoogte gesteld van de voortgang in zijn zaak. Dit gebeurt thans in 97% van de gevallen. Dit heeft een positief effect op het vertrouwen van de burgers in de politie.2

Ondernemers en aangifte

Een veelgehoord signaal van ondernemers is dat aangifte doen veel tijd kost en het ingewikkeld is. Dat is de reden waarom ik het mogelijk heb gemaakt voor bedrijven om via internet aangifte te doen van (winkel)diefstal, bedrijfsinbraak of vernieling. Dit kan in een persoonlijke omgeving, zodat de aangifte sneller gaat, omdat persoonlijke en bedrijfsgegevens niet in elke aangifte opnieuw ingevoerd hoeven te worden en er een overzicht geboden wordt van recent gedane aangiftes. Er zijn in 2013 ca. 417.000 internetaangiften gedaan (bedrijven en burgers samen). Sinds november 2013 is het Meldpunt tanken zonder betalen geïntegreerd in de website www.politie.nl . Hier kunnen pomphouders snel en eenvoudig melding en aangifte doen als een klant weg rijdt zonder te betalen. Mijn beleid is erop gericht dat de aangiftebereidheid verder omhoog gaat door aangifte doen gemakkelijker te maken, de kwaliteit van de intake te verhogen en het steeds beter organiseren van terugkoppeling over het verloop van de aangifte. Er is dan ook geen sprak van het structureel ontmoedigen van burgers of ondernemers.

Verbetering communicatie met en bejegening van slachtoffers

De politie investeert in de communicatie met slachtoffers. Sinds 1 januari 2013 ontvangen aangevers van woninginbraken binnen twee weken een telefonische terugkoppeling over de voortgang van hun aangifte. Per 1 januari 2014 is dit ook het geval voor aangevers van straatroof en overvallen, en dit jaar wordt ook gefaseerd gestart met het terugkoppelen op aangiften van geweldsmisdrijven.

Dit heeft een positief effect op het vertrouwen van burgers in de politie. Slachtoffers of nabestaanden van zeden- en levensdelicten worden door zeden- en familierechercheurs geïnformeerd over het verloop van de zaak.

De komende periode wordt verder ingezet op het nog verder vergroten van het bewustzijn van politiemedewerkers over de positie van slachtoffers. In het dienst-verleningsconcept, onderdeel van het realisatieplan van de nationale politie, staat het slachtoffer centraal. Dit werkt nu al. Ik hoor dat ook terug in mijn werkbezoeken. De invoering van de Europese richtlijn minimumnormen slachtoffers, die uiterlijk 16 november 2015 omgezet moet zijn in een nationale regeling, zal hier nog een extra impuls aan geven. In het bijzonder zal dit de mogelijkheden vergroten om in een vroeg stadium te kunnen bepalen of een slachtoffer kwetsbaar is en om die reden bijzondere maatregelen nodig heeft. De verwachting is dat slachtoffers zich hierdoor nog beter bejegend en ondersteund voelen. De individuele beoordeling leidt er ook toe dat medewerkers zich meer bewust worden van de behoeften van slachtoffers.

Als een slachtoffer niet tevreden is over de gang van zaken bij het doen van aangifte, of hij vindt dat de politie ten onrechte niet verder gaat met het onderzoek, kan hij een klacht indienen. In 2013 zijn er 290 aangifte-gerelateerde klachten ingediend bij de politie. De klachtenprocedure van de politie is gebaseerd op de Algemene wet bestuursrecht en de Politiewet . Klachten worden in de regel niet behandeld door de politiechef zelf, maar door klachtbehandelaars.

Deze klachtbehandelaars onderzoeken de klacht, bemiddelen tussen politiechef en klager en proberen gezamenlijk tot een oplossing te komen. Voor klachten bestaat er ook een tweede instantie (onafhankelijke commissie) of eventueel de gang naar de Nationale Ombudsman.

In de dienstverlening naar de burger gaat overigens ook al heel veel goed. Uit de Slachtoffermonitor, een instrument om de door slachtoffers ervaren kwaliteit van de justitiële slachtofferzorg te meten, blijkt dat 82% van de ondervraagde slachtoffers (zeer) positief is over de bejegening door de politie en dat 62% van de ondervraagde slachtoffers positieve ervaringen heeft met de door de politie ontvangen informatie over vervolgstappen.3 De Veiligheidsmonitor 2013 laat zien dat 58% van de burgers tevreden is over het over het laatste politiecontact.

Verbetering aangifteproces en verbetering prestaties strafrechtketen

Met uw Kamer heb ik al meerdere keren uitvoerig van gedachten gewisseld over de maatregelen die ik samen met de politie neem om het aangifteproces te verbeteren. De kern is de verhoging van de kwaliteit van de intake en de afhandeling van de aangifte. Het gehele pakket aan maatregelen zal voor 1 januari 2017 zijn gerealiseerd4:

  • Implementatie van de «multichannelaanpak». De burger moet overal, altijd en op verschillende manieren aangifte kunnen doen; afhankelijk van de ernst van het delict kan aangifte worden gedaan via internet, telefoon, 3D, bureau, op afspraak en op locatie. Ik werk aan een wetswijziging die de uitbreiding van internetaangifte naar andere delicten mogelijk maakt. Deze wetswijziging treedt naar verwachting op 1 januari 2015 in werking. De politie breidt het aantal locaties waar via een 3D-aangifte kan worden gedaan uit. Zo zijn er recent nieuwe 3D-locaties gerealiseerd in Noord-Holland en Zeeland West-Brabant. Ook gaat de politie voor steeds meer delicten naar de mensen toe om aangifte op te nemen.

  • Het verzorgen van een telefonische terugkoppeling binnen twee weken op aangiften high impact crimes. Sinds 1 januari 2013 worden aangevers van woninginbraak binnen twee weken telefonisch geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot hun aangifte. Inmiddels krijgt 97% van de aangevers van woninginbraken deze terugkoppeling op tijd. Dit heeft een positief effect op het vertrouwen van de burgers in de politie.5 Per 1 januari 2014 is de politie gestart met de telefonische terugkoppeling op aangiften van straatroof en overvallen. Dit jaar zal ook landelijk worden gestart met de terugkoppeling op aangiften geweld. In sommige eenheden (zoals Rotterdam en Den Haag) is dit reeds staande praktijk. Ook voor de andere delicten wordt ingezet op een landelijke en uniforme terugkoppeling van aangevers.

  • Het verhogen van het niveau van intakemedewerkers met een passend opleidingstraject waarmee 50% op MBO niveau 3/4 komt in 2017. Met de opleiding wordt dit jaar begonnen.

  • De weging, selectie en overdracht van de aangifte wordt eenduidig en uniform belegd binnen de robuuste basisteams. Dit zal gefaseerd worden ingevoerd en vormt een belangrijk onderdeel van het inrichtingsproces van de nationale politie.

  • Een duidelijke richtlijn binnen de politie voor het opnemen en afhandelen van aangiften. Deze is op 1 juli 2014 gereed.

Ik zet niet alleen in op de verbetering van het aangifteproces maar wil ook de prestaties van de strafrechtketen versterken. De strafrechtketen moet met behulp van innovatieve werkwijzen, vakmanschap en heterdaadkracht strafzaken sneller, slimmer, beter en transparanter afhandelen. Zo is in 2016 de norm dat processtukken in de strafrechtketen digitaal beschikbaar worden gesteld en moet 2/3 van alle standaardzaken in 2015 binnen 1 maand zijn afgehandeld.6

Afhandeling van de aangiften in de relevante registratiesystemen

Met de invoering van het nieuwe workflow-managementsysteem voor de opsporing (Betere Opsporing door Sturen op Zaken) zijn de werkprocessen inmiddels zo ingericht dat aangiften niet meer zoek kunnen raken. Ook de mogelijkheid die het programma constateerde, is onderkend en opgelost.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Sinds eind 2012 maken politie en OM gebruik van BOSZ (Beter Sturen op Zaken). In dit systeem worden (aangiften van) misdrijven en de bijbehorende beslissingen omtrent opsporing van de zaak en vervolging van de verdachte(n) vastgelegd. Op grond van die registratie is er ook zicht op de werkvoorraad, de doorlooptijden en de doorstroom in de verschillende fasen van de opsporing. Momenteel wordt bekeken hoe de registratie van de eenheden van de politie en de parketten van het OM nog beter op elkaar kunnen worden aangesloten.

X Noot
2

Dit blijkt uit een eerste kwaliteitsmeting uitgevoerd door de politie onder 1089 aangevers van woningbraken. Kamerstuk 29 628, nr. 404.

X Noot
3

Bron: slachtoffermonitor, bijlage bij Kamerstuk 33 552, nr. 7.

X Noot
4

Kamerstuk 29 628, nr. 404.

X Noot
5

Dit blijkt uit een eerste kwaliteitsmeting uitgevoerd door de politie onder 1089 aangevers van woningbraken. Kamerstuk 29 628, nr. 404.

X Noot
6

Kamerstuk 29 279, nr. 165.

Naar boven