29 502 Toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse postsector

Nr. 105 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2012

Bij brief van 15 december 20111 heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn voornemen om het aantal verplichte bezorgdagen binnen de Universele Postdienst (UPD) te verminderen van zes naar vijf. Naar aanleiding van het Voortgezet Algemeen Overleg Postmarkt op 3 april 2012 (Handelingen II 2011/12, nr. 71, item 22, blz. 36–42) heb ik uw Kamer toegezegd geen onomkeerbare stappen te zullen nemen, voordat de resultaten van de twee onderzoeken, die op verzoek van uw Kamer worden uitgevoerd, bekend zijn. Ik heb tijdens het debat van 3 oktober 2012 inzake de wijziging van artikel 8 en 89 van de Postwet (Handelingen II 2012/13, nr. 8, behandeling Wijziging van de artikelen 8 en 89 van de Postwet 2009 ) toegezegd uw Kamer hier zo spoedig mogelijk over te informeren. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de resultaten van de onderzoeken, die ik als bijlage bij deze brief heb gevoegd.

De resultaten van beide onderzoeken geven geen aanleiding tot een heroverweging van mijn voorstel tot vermindering van het aantal verplichte bezorgdagen van zes naar vijf. Zoals eerder aangekondigd, ben ik voornemens de voorgestelde vermindering van het aantal bezorgdagen via Nota van Wijziging toe te voegen aan het wetsvoorstel waarin een Aanmerkelijke Marktmacht instrument wordt ingevoerd. Dit wetsvoorstel zal dit najaar aan uw Kamer worden aangeboden.

Onderzoek naar mogelijke beïnvloeding cijfers maandagbezorging

Naar aanleiding van de motie-Koppejan2, waarin uw Kamer verzoekt om onafhankelijk gepresenteerde cijfers over de postbezorging op maandag en de mogelijke bewuste beïnvloeding van deze cijfers, heb ik de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) gevraagd onderzoek te doen.*)

OPTA constateert dat het maandagvolume met 2,6 procent van het totale brievenbuspostvolume iets hoger ligt dan het door PostNL gepresenteerde cijfer van 2 procent. PostNL had de postbuspost niet in het cijfer opgenomen, omdat het voornemens is deze post te blijven bezorgen op maandag. OPTA neemt deze post wel op in het cijfer van het maandagvolume.

Ten aanzien van zakelijke post wordt momenteel vaak met de klant afgesproken om de post nog slechts op twee of drie dagen in de week te bezorgen. De verplichting om in ten minste 95% van de gevallen de dag volgend op de dag van aanbieding te bezorgen (de overkomstduur) is alleen van toepassing op brieven die vallen onder de UPD-post. UPD-post is post die door burgers en kleine zakelijke gebruikers via brievenbussen en postvestigingen tegen enkelstukstarief wordt aangeboden. Het betreft ongeveer 15% van het totale postvolume. Voor deze en overige poststromen heeft OPTA geen aanleiding gevonden om te veronderstellen dat PostNL op maandag bewust poststukken achterhoudt. Bovendien heeft PostNL door de kleine hoeveelheid UPD-post en de norm voor de overkomstduur die daarvoor geldt geen mogelijkheid om de cijfers substantieel te beïnvloeden. Een mogelijke verklaring voor de klachten omtrent het achterhouden van brievenbuspost is de keuze om op maandag geen «herstel- en verzuippost» meer te bezorgen. Dit betreft post die als gevolg van onjuiste adressering, fouten of niet tijdige opname in het sorteerproces niet meteen de volgende dag kan worden bezorgd (0,5% van het totale brievenbuspostvolume). De keuze om deze poststroom op andere dagen dan de maandag te bezorgen is niet in strijd met de eisen omtrent de UPD.

Onderzoek naar werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden

Met de motie-Braakhuis3 heeft uw Kamer daarnaast verzocht om een onderzoek naar de gevolgen van de afschaffing van de maandagbezorging voor de werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden op de postmarkt. Ten aanzien van deze motie heb ik extern onderzoeksbureau ECORYS gevraagd onderzoek te doen.*)

ECORYS concludeert dat de afschaffing van de maandagbezorging slechts beperkte consequenties heeft voor de werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden van het zittende personeel. Het bezorgvolume op maandag is zeer beperkt ten opzichte van het totale bezorgvolume en het beroep postbezorger wordt gekenmerkt door een hoge mate van in- en uitstroom. Dit betekent dat de teruggang in de vraag naar arbeid wordt opgevangen door een natuurlijke uitstroom van werknemers. Door deze uitstroom bestaat tevens voldoende ruimte om de postbezorgers die momenteel op maandag bezorgen in te zetten op overige bezorgdagen. Een mogelijk knelpunt kan ontstaan voor werknemers die zelf niet op andere dagen kunnen werken. Dit zal naar verwachting hooguit zeer beperkt voorkomen. Er is er bij een verschuiving van werk geen sprake van een wijziging in functie, waardoor afschaffing van de maandagbezorging geen effect heeft op arbeidsvoorwaarden. Daarnaast heeft PostNL besloten een geplande reorganisatie stil te leggen tot ten minste 1 januari 2013. Mocht de reorganisatie nog niet zijn afgerond op het moment dat het wetsvoorstel in werking treedt leidt dit niet tot grote veranderingen in de resultaten van het onderzoek.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer


X Noot
1

Kamerstukken II 2011/12, 29 502, nr. 77

X Noot
2

Kamerstukken II 2011/12, 29 502, nr. 85

X Noot
3

Kammerstukken II, 2011/12, 29 502, nr. 86

Naar boven