29 477 Geneesmiddelenbeleid

Nr. 227 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2013

Bij brief van 20 december 2012 heeft de voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Eerste Kamer aangegeven niet inhoudelijk te zullen reageren op de bij brief van 13 december 2012 voorgehangen ontwerpregeling van de bijlage bij de Regeling maximumprijzen geneesmiddelen. Verder verzoekt de voorzitter mij om een nieuw en zo concreet mogelijk tijdstip te markeren waarop ik verwacht uitvoering te kunnen geven aan de eerdere toezegging inzake het schrappen van de voorhangprocedure in artikel 2, eerste lid, van de Wgp.

Wat de toezegging betreft, verwijst de voorzitter naar een brief van mijn ambtsvoorganger van 23 december 2008 (Kamerstuk 29 477, nr. A) en naar een brief van mij van 17 november 2010 (Kamerstuk 29 477, nr. B herdruk). In deze laatste brief heb ik aangegeven dat een andere wijziging van de Wgp gedegen onderzoek vergt en dat ik het schrappen van de desbetreffende voorhangbepalingen zou meenemen in een breder onderzoek naar de noodzaak van het al of niet wijzigen van de Wgp. Het onderzoek naar de werking en toekomstbestendigheid van de Wgp door het onderzoeksbureau Conquaestor is afgerond en op 5 juli 20121 aan de Tweede Kamer, en op verzoek, ook aan de Eerste Kamer gestuurd. In verband met het demissionaire karakter van het vorige kabinet heb ik toen aangegeven geen standpunt in te nemen op het onderzoek.

Het standpunt op het onderzoek over de werking en de toekomstbestendigheid van de Wgp zal ik in februari/maart 2013 uitbrengen.

Gezien de discussie met de vaste commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Eerste Kamer leg ik u nu apart de vraag voor of u kunt instemmen met het schrappen van de voorhangprocedure zoals opgenomen in artikel 2, eerste lid, van de Wgp. De voorhangprocedure is door middel van een door de regering overgenomen amendement in de Wgp opgenomen en is van toepassing op zowel de Tweede als de Eerste Kamer.

Volledigheidshalve merk ik op dat sinds het in werking treden van de Wgp in 1996, geen van beide Kamers der Staten Generaal inhoudelijk heeft gereageerd op de «voorgehangen» maximumprijzen. Ik verzoek u mij zo spoedig mogelijk te berichten of de Tweede Kamer zich aansluit bij het verzoek van de Eerste Kamer om de voorhangprocedure te schrappen, opdat ik de Eerste Kamer op de hoogte kan stellen van het standpunt van de Tweede Kamer en het schrappen van de voorhangbepalingen al dan niet voor beide Kamers der Staten-Generaal in gang kan zetten.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Kamerstuk 29 477, nr. 196.

Naar boven