29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Nr. 122 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 april 2011

Tijdens het VAO van 24 maart jongstleden (Handelingen II 2010/11, nr. 65, item 7, blz. 25–31) is door mevrouw Voortman een motie ingediend die, onder verwijzing naar de motie Pechtold (TK 31 070, nr. 18), het kabinet vraagt om met een plan van aanpak te komen (inclusief tussendoelen) voor de werving van 12 000 werknemers in de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg (TK 29 282, 117). Deze motie is aangenomen. Naar aanleiding daarvan is mij op 29 maart jongstleden door de Tweede Kamer gevraagd om met een schriftelijke reactie te komen over de wijze waarop het kabinet deze motie gaat uitvoeren (2011Z06208). Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.

In de motie staan 4 elementen centraal. Dat zijn:

  • 1. maatregelen om 12 000 extra zorgpersoneel voor de ouderenzorg en gehandicaptenzorg in te kunnen zetten;

  • 2. plan van aanpak voor het werven van 12 000 extra zorgpersoneel;

  • 3. het formuleren van tussendoelen hieromtrent;

  • 4. het (jaarlijks) informeren van de TK over de voortgang.

1. Maatregelen gericht op het inzetten van extra zorgpersoneel

De uitdagingen waar de sector voor staat zijn divers, dit vraagt ook om een divers palet aan maatregelen. Ik vind het hierbij van belang dat de in het Regeer- en Gedoogakkoord afgesproken extra middelen voor de AWBZ-zorg zowel ten goede komen aan het extra opleiden van zorgpersoneel, als aan het extra aannemen van zorgpersoneel, waardoor er een echte kwaliteitsimpuls aan de sector wordt geboden. Ook hecht ik er waarde aan dat de middelen transparant en doelmatig worden ingezet. Momenteel ben ik in overleg met veldpartijen over de wijze waarop dit vorm gegeven kan worden en welke instrumenten daarbij ingezet worden. Over de voortgang daarvan zal ik uw Kamer zo mogelijk al in de brief over de toekomst van de langdurige zorg informeren.

2. Plan van aanpak werven 12.000 extra personeel

Voor het zorgveld ligt er een forse uitdaging op de arbeidsmarkt. Niet alleen dient in het kader van de intensivering uit het Regeer- en Gedoogakkoord extra personeel geworven te worden, ook de vervangingsvraag en de toenemende zorgvraag vragen om het werven van personeel. Het recente verleden heeft laten zien dat de zorginstellingen dit aankunnen. In de Arbeidsmarktbrief die ik samen met de minister van VWS onlangs naar de Tweede Kamer heb gestuurd, valt af te leiden dat de positie van de zorg op de arbeidsmarkt op dit moment goed te noemen is (TK 29 282, 111). Dat neemt niet weg dat de komende periode forse inspanningen gevraagd zullen worden.

Naast hetgeen het zorgveld zelf in dit kader allemaal oppakt, is op onderdelen ondersteuning van de overheid gewenst. Ik ben volop bezig om deze ondersteuning nader uit te werken. Daarvoor overleg ik met verschillende veldpartijen, zoals de koepels, regionale werkgeversverbanden in de zorg, maar ook met de zorgverzekeraars om te bezien op welke wijze zij een bijdrage kunnen leveren. Op dit moment is overigens al het nodige in gang gezet. Zo heb ik besloten om het stagefonds na 2011 voort te zetten en heb ik u samen met de minister van OCW onlangs geïnformeerd over het arrangement voor het onderwijs aan 30-plussers. Met dit arrangement kunnen jaarlijks bijna 20 000 mensen een zorgopleiding volgen. Ik ben van mening dat beide maatregelen er aan bijdragen dat zorginstellingen in staat worden gesteld extra personeel te werven en zorg te dragen voor een goede opleiding van het zorgpersoneel. Ook op andere terreinen is het een en ander op de rails gezet. Ik verwacht u kort na het zomerreces te kunnen informeren over een plan van aanpak voor de komende jaren. In dit plan zal onder andere ingegaan worden op het verbeteren van het opleidingsbeleid, het versterken van het regionaal arbeidsmarktbeleid, verhogen van de inzetbaarheid van het zorgpersoneel, beperken van agressie en geweld tegen zorgpersoneel en het beleid gericht op het meer ruimte geven aan de zorgprofessional. Het plan zal zich richten op de gehele uitdaging op het brede terrein van de arbeidsmarkt voor het zorgveld.

Uitgangspunt voor dit plan van aanpak is en blijft voor mij de door alle (veld)partijen onderschreven verantwoordelijkheidsverdeling. Die houdt in dat de zorginstellingen, ondersteund door hun koepels en het CAO-overleg tussen sociale partners, primair verantwoordelijk zijn voor het werven en behouden van (zorg)personeel. De rol van de overheid is goede randvoorwaarden creëren en op onderdelen expliciet ondersteunend zijn. Aan deze verdeling moeten we blijven vasthouden.

3. Formuleren van tussendoelen

Met ingang van 2012 zijn de extra middelen beschikbaar. Dat betekent echter niet dat direct op 1 januari 12 000 extra volledig gekwalificeerde zorgmedewerkers beschikbaar zijn voor de zorginstellingen. De intensivering per 2012 is onder andere noodzakelijk om het benodigde zorgpersoneel op te leiden. Op dit moment is niet zonder meer aan te geven op welk moment dit personeel volledig inzetbaar is. Gerealiseerd dient te worden dat een kwalificerende zorgopleiding al gauw 2 jaar in beslag neemt. Mede tegen deze achtergrond en de wijze waarop de intensivering uiteindelijk vorm gegeven wordt, zal ik de Tweede Kamer in het bovengenoemde plan van aanpak Arbeidsmarkt mijn tussendoelen voor de komende jaren mededelen.

4. Informeren over de voortgang

Bij de begrotingsbehandeling VWS 2011 is gesproken over een nulmeting ten behoeve van het werven van 12 000 extra personeel. Ik heb daarbij aangegeven dat ik de zorg hiermee niet extra wil belasten. Die mening ben ik nog steeds toegedaan. In het kader van het onderzoeksprogramma dat ik samen met sociale partners, UWV en Calibris laat uitvoeren wordt expliciet gekeken naar de personele ontwikkelingen in de zorg. Onder andere wordt in dat programma bekeken wat de personele omvang is, uitgesplitst naar branche en kwalificatieniveau. Aan de hand van deze bevindingen zal ik de Tweede Kamer binnen de reguliere cyclus jaarlijks informeren over de realisatie van de groei van het zorgpersoneel in de branches die zich richten op de AWBZ, zodat een ieder volledig op de hoogte is van de vorderingen die we maken.

Mede op basis van de gesprekken die ik thans met het zorgveld voer, heb ik de overtuiging dat de in het Regeer- en Gedoogakkoord opgenomen intensivering in de AWBZ-zorg leidt tot een duidelijk zichtbare verbetering van de kwaliteit van zorgverlening. Zorginstellingen worden gestimuleerd meer goed gekwalificeerd personeel aan te trekken. Ik ben ervan overtuigd dat dit ook gaat lukken. De huidige positie van en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt van de zorg zijn op dit moment zonder meer positief te noemen. Zorginstellingen hebben in het (recente) verleden, ondersteund door andere stakeholders, ook laten zien dat ze deze verantwoordelijkheid aan kunnen. Waar noodzakelijk ondersteunt het kabinet. Dat wordt nu al op meerdere fronten gedaan. Na verder overleg met veldpartijen, zal ik u na de zomer het bovengenoemde plan van aanpak toesturen.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Naar boven