29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 324 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2016

Tijdens het dertigledendebat over schuldenproblematiek bij huishoudens op 4 februari jl. (Handelingen II 2015/16, nr. 51, item 8) heeft de Staatssecretaris van SZW op vragen van het lid Schouten (CU) toegezegd per brief te bevestigen dat sinds 1 januari 2016 openstaande sancties in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) niet langer ten uitvoer worden gelegd na positieve afronding van een minnelijke schuldregeling. Daarbij heeft het lid Schouten ook gevraagd of het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) rekening houdt met boetes die vóór 1 januari 2016 zijn opgelegd. Aangezien dit onder mijn verantwoordelijkheid valt, neem ik deze toezegging graag over en doe ik deze toezegging met deze brief gestand.

Uitgangspunten bij de inning van financiële sancties

Graag stel ik voorop dat bij de inning van financiële sancties het uitgangspunt is en blijft dat deze geheel moeten worden voldaan. De sanctie is een reactie op gedrag dat de betrokkene had kunnen vermijden. Van de betrokkene wordt dan ook verwacht dat hij de volle verantwoordelijkheid draagt voor de gevolgen van diens handelen.

Uw Kamer is reeds enkele malen geïnformeerd over de maatregelen die worden genomen om tot een effectievere inning van financiële sancties te komen (o.a. Kamerstuk 29 279, nr. 202 en Kamerstuk 29 279, nr. 244). Daarin heb ik maatregelen aangekondigd voor zowel personen die een financiële sanctie niet willen betalen, als voor personen die deze niet kunnen betalen. In mijn jaarlijkse rapportage rond de zomer zal ik u over de getroffen maatregelen informeren. Daarin zal ik ook nader ingaan op handhavingsinstrumenten om gerichter te kunnen optreden tegen de personen die een sanctie wel kunnen betalen, maar dat niet doen. Een voorbeeld is de onlangs door de politie gestarte pilot in de eenheid Rotterdam en de gemeenten Amersfoort en Roermond waarbij – in plaats van buitengebruikstelling van het voertuig bij een lokaal sleepbedrijf of de politie – eerst een wielklem op de auto wordt gezet om betaling van openstaande boetes af te dwingen. Als de wielklem niet tot betaling leidt, wordt het voertuig weggesleept naar de Domeinen in Soesterberg. De resultaten van de pilot zal ik opnemen in mijn brief deze zomer.

Voor de personen die wel willen betalen, maar dat niet (in één keer) kunnen, zijn de afgelopen jaren diverse voorzieningen getroffen. Wahv-sancties vanaf € 225 kunnen sinds 1 juli 2015 in termijnen worden betaald. Het streven is dat ook Wahv-sancties die na verhoging € 225 of meer bedragen vanaf 1 juli 2016 in termijnen kunnen worden betaald. Indien dit geen uitkomst biedt, kan worden beoordeeld of iemand in aanmerking komt voor maatwerk. Bij al deze voorzieningen is volledige betaling het uitgangspunt.

Voor het overgrote deel van de personen zijn deze maatregelen voldoende om tot volledige betaling te komen. Uiteindelijk wordt ongeveer 98% van alle Wahv-sancties geïnd. Een beperkte groep personen kampt echter met zodanige problematische schulden dat zij hier zonder hulp van de (gemeentelijke) schuldhulpverlening niet uitkomen.

Als de (gemeentelijke) schuldhulpverlening1 een regeling tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers tot stand brengt, kunnen Wahv-sancties daarin worden meegenomen. Dat gebeurt op dit moment in minder dan 0,3% van de opgelegde Wahv-sancties. Dit percentage daalt mogelijk verder nu ook in samenwerking met gemeenten, OM en CJIB wordt gekeken naar alternatieven die zoveel mogelijk leiden tot volledige betaling van de sanctie.

Om personen in een problematische schuldensituatie meer perspectief te kunnen bieden en oneigenlijke druk op de wettelijke schuldregeling2 te voorkomen, heb ik in mijn brief van 14 januari 2016 (Kamerstuk 29 279, nr. 296) gemeld dat sinds 1 januari 2016 de verdere inning van openstaande Wahv-sancties wordt beëindigd na een succesvol afgeronde minnelijke schuldregeling.

Het beëindigen van de inning van bepaalde financiële sancties is niet nieuw. Dit gebeurt thans na een positief afgeronde wettelijke schuldregeling, maar ook indien het OM de verdere inning in een individuele (schrijnende) zaak niet meer opportuun acht of de termijn voor tenuitvoerlegging van een sancties is verjaard.

De (uitzonderlijke) gevallen waarin het stopzetten van de inning van financiële sancties aan de orde kan zijn, worden in de komende maanden verder ingekaderd en vastgelegd in nadere regelgeving. De inkadering van de mogelijkheid tot stopzetten van de inning na een positief afgeronde minnelijke schuldregeling is hierin een eerste stap. Met het in één hand beleggen van de coördinatie voor de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen bij het Administratie- en Informatiecentrum in de Executieketen (oftewel het AICE, onderdeel van het CJIB) wordt voorzien in de eenduidige uitvoering hiervan. Deze rol van het AICE vloeit voort uit het wetsvoorstel herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen dat thans bij uw Kamer aanhangig is (Kamerstuk 34 086).

Nadere invulling van de maatregel i.h.k.v. de minnelijke schuldregeling

De maatregel – het stopzetten van de inning na een positief afgeronde minnelijke schuldregeling – komt tegemoet aan de noden van personen die wel willen betalen, maar dit echt niet kunnen zonder tussenkomst van de (gemeentelijke) schuldhulpverlening. Vereiste is echter wel dat personen laten zien dat zij van goede wil zijn en zich langdurig optimaal inspannen om aan hun verplichtingen te voldoen.

Om in aanmerking te komen voor beëindiging van de inning moet betrokkene aan diverse voorwaarden voldoen. Zo wordt van hem verwacht dat hij tijdens de schuldregeling geen overtreding of misdrijf begaat waarvoor een strafrechtelijke sanctie of een Wahv-sanctie wordt opgelegd. Wanneer iemand zich niet houdt aan de voorwaarden wordt het reguliere inningstraject hervat. De maatregel moet dus niet worden opgevat als een recht voor betrokkene. Het CJIB werkt in principe per schuldenaar slechts één keer onder deze voorwaarden mee aan een minnelijke schuldenregeling. Deze inkadering zal in de nadere regels en beleidsregels bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften worden vastgelegd.

Indien een minnelijke schuldregeling positief is afgerond en iemand zich aan alle voorwaarden en afspraken heeft gehouden, beëindigt het CJIB het inningsproces. Ik zie er op toe dat het CJIB conform deze wijze handelt bij alle zaken die sinds 1 januari 2016 de minnelijke schuldregeling uitstromen. Hierbij bevestig ik dat het daarbij ook gaat om Wahv-sancties die voor 1 januari 2016 zijn opgelegd en waarbij aan de bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan.

De financiële gevolgen van deze maatregel zijn beperkt – ook in het licht van de besparingen in de keten die voortvloeien uit de maatregel – en zullen worden opgevangen binnen de begroting van Veiligheid en Justitie.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Het gaat hierbij zowel om de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, als om de instanties die op grond van artikel 48 van de Wet consumentenkrediet aan schuldbemiddeling kunnen doen.

X Noot
2

Bij de wettelijke schuldsanering vloeit reeds uit de wet voort dat na positieve afronding de inning van Wahv-sancties wordt beëindigd.

Naar boven