Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2011
In mijn brief van 2 november 2011 (Kamerstuk 29 247, nr. 152) heb ik aangekondigd dat ik de aanwijzing aan de NZa inzake de tariefkorting in de eerste lijn zou wijzigen. Reden voor deze
wijziging waren de actuele realisatiecijfers van het College voor zorgverzekeringen (CVZ) over de uitgaven in 2009 en 2010.
In deze brief heb ik u gemeld dat voor het jaar 2012 en verder, de tariefmaatregel met betrekking tot de huisartsenzorg verlaagd
zal worden naar € 112 miljoen. De afgelopen weken heb ik laten bekijken hoe de korting het beste vormgegeven kon worden. Ik
ben namelijk van mening dat hoewel de opbrengst van de maatregel voorop staat, deze zo evenwichtig mogelijk moet worden doorgevoerd.
Op basis van signalen van veldpartijen heb ik daarom besloten om de kortingen te spreiden. Een deel van de korting zal neerslaan
bij de zogenoemde variabilisering, door het bedrag dat hiervoor beschikbaar is (€ 60 miljoen) met de helft te verlagen. Het
overgebleven deel zal worden gekort op de maximum tarieven voor de inschrijving op naam en de consulten.
Voor 2012 is ook geld gereserveerd om de maximum tarieven voorcalculatorisch te indexeren voor de loon- en prijsbijstelling
in 2012. Op basis van de huidige inschatting van de NZa betreft dit een macrobedrag van circa € 24 miljoen. De definitieve
omvang van de indexering wordt gedurende het lopende jaar vastgesteld. De tariefskorting van € 112 miljoen voor 2012 en verder
blijft staan, maar ten opzichte van de tarieven zoals deze gelden in 2011 gaan de huisartsen er in 2012 dus € 88 miljoen (€ 112
miljoen minus € 24 miljoen) op achteruit.
Daarnaast bereikten mij signalen dat op verschillende plekken in het land goede initiatieven tot vergaande samenwerking tussen
huisartsenpost en SEH tot stilstand dreigen te komen. Dit vind ik zeer ongewenst. Ik ben daarom bereid om nieuwe initiatieven
op dit gebied financieel te stimuleren zodat deze ontwikkeling niet stagneert. De exacte invulling van deze stimulans zal
de komende periode nader worden uitgewerkt.
Over dit alles wil ik graag met onder andere de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) in gesprek. Daarbij moet de blik ook
verder vooruit, zoals ik al eerder toe heb opgeroepen. Op basis van concrete afspraken kunnen we ook de ontwikkeling van de
zorg in de buurt een grotere stimulans geven. Ik hoop en verwacht dat, getuige de uitspraken van de voorzitter van de LHV
afgelopen vrijdag, het gesprek snel hervat wordt.
Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers