29 214 Subsidiebeleid VWS

Nr. 64 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2012

Hierbij ontvangt u een aangepast beleidskader voor de subsidiering van patiënten- en gehandicaptenorganisaties (subsidiekader voor pg-organisaties) (bijlage 1)1.

Ingevolge dit aangepaste beleidskader krijgen de patiënten- en gehandicaptenorganisaties tot 2015 de ruimte om zelf te bepalen hoe zij een verdere krachtenbundeling willen realiseren. Daarnaast heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om de toezegging aan de Tweede Kamer naar aanleiding van vragen van het Kamerlid Klijnsma (PvdA) te verwerken betreffende de subsidiering van organisaties die tussen 2009 en 2011 al een slag hebben gemaakt in de gewenste richting van krachtenbundeling. Tot slot heb ik enkele (redactionele) verbeteringen doorgevoerd. Deze aanpassingen staan verderop in deze brief toegelicht.

In de visiebrief «Bundel je kracht, samen sterk»2 en in het daarop gebaseerde subsidiekader voor pg-organisaties3 werd het begrip aandoening of beperking als organisatieprincipe gebruikt om pg-organisaties tot nadere krachtenbundeling aan te sporen. Aangegeven werd dat in de toekomst nog maximaal één organisatie per aandoening of beperking voor subsidie in aanmerking zou komen. Verschillende organisaties hebben in brieven en mails hun zorgen geuit over de definitie van het begrip aandoening en beperking en de mogelijke consequenties van een te strikte hantering van deze begrippen. Daarbij hebben zowel koepels en platforms als een aantal afzonderlijke pg-organisaties aangegeven zichzelf verantwoordelijk te achten voor de ordening en de wijze van samenwerken binnen het veld van pg-organisaties. Ik heb de opmerkingen ter harte genomen en heb besloten om het voornemen om vanaf 1 januari 2014 nog maar maximaal één organisatie per aandoening of beperking te subsidiëren, te versoepelen. Ik wil het veld meer tijd en ruimte geven om zelf bundeling en samenwerking tot stand te brengen.

Op dit moment zie ik de ontwikkeling dat pg-organisaties – mede als gevolg van de vouchers (waardoor minimaal 7 pg-organisaties gezamenlijk projectsubsidies kunnen aanvragen voor de onderwerpen die zij zelf van belang achten) – samenwerkingsmogelijkheden onderzoeken. De geluiden die mij bereiken vanuit de sector stemmen mij hoopvol. De staatssecretaris en ik laten de wens om tot bundeling en samenwerking van pg-organisaties te komen niet los maar geven het veld daarvoor nu meer tijd en ruimte. Ik zie als toekomstperspectief diverse cliëntenorganisaties die hun krachten gebundeld hebben in samenwerkingsorganisaties. Deze samenwerkingsorganisaties hebben een brede achterban van mensen met aandoeningen en beperkingen en een zodanige grootte en expertise dat zij een interessante gesprekspartner zijn van verzekeraars, wetenschappelijke verenigingen, universiteiten, kennisinstituten, IPO, VNG en VWS (voor specifieke vraagstukken). Zo kunnen zij zorg en beleid effectief beïnvloeden om deze vanuit het cliëntperspectief te verbeteren4. Het hierboven omschreven principe heb ik neergelegd in dit aangepaste subsidiekader. Als in 2015 blijkt dat de samenwerking niet (of onvoldoende) tot stand is gekomen zal het subsidiekader zo worden aangepast dat de samenwerking alsnog meer directief wordt voorgeschreven. Hier gaat mijn voorkeur echter niet naar uit.

Organisaties die tussen 2009 en 2011 al een slag hebben gemaakt

Zoals aangekondigd in de beantwoording van de vragen van het Kamerlid Klijnsma (PvdA) van 16 februari 20125 en mijn brief over organisaties die meerdere aandoeningen vertegenwoordigen, wil ik organisaties belonen die al een slag in de gewenste richting van krachtenbundeling hebben gemaakt door te fuseren. Dit betekent dat tussen 2009 en 2011 gefuseerde pg-organisaties in aanmerking blijven komen voor instellingssubsidies en vouchers op basis van het oorspronkelijke aantal organisaties.

Vereenvoudigingen van aanvraag- en verantwoordingsprocedures

Met de overige aanpassingen geef ik gehoor aan de roep van het pg-veld om de aanvraag- en verantwoordingsprocedures te vereenvoudigen en zodoende de administratieve lasten te verlagen. Dit betreft onder meer een vereenvoudiging van de eisen aan het activiteitenplan en de begroting die bij de subsidieaanvraag moeten worden ingediend.

Redactionele wijzigingen

De redactionele wijzigingen zijn aangebracht ten behoeve van een consistent begrippenkader en de leesbaarheid naar verwachting zal verbeteren.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 29 214, nr. 59

X Noot
3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 29 214, nr. 60

X Noot
4

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 29 214 nr. 63

X Noot
5

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, Aanhangsel Handelingen nr. 1551

Naar boven