29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Nr. 209 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 september 2016

Op 27 maart 2015 werden delen van Noord-Holland en Flevoland getroffen door een grote stroomstoring die zijn oorsprong had op station Diemen van TenneT, de netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet. Ik heb uw Kamer eerder geïnformeerd over deze stroomstoring (Kamerstuk 29 023, nrs. 183, 185 en 200). In de laatste van deze brieven heb ik aangekondigd uw Kamer te informeren wanneer de onderzoeken naar de storing zouden zijn afgerond en het gevolg dat hieraan gegeven wordt duidelijk zou zijn. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft uw Kamer op 1 juli 2016 over diverse afgeronde onderzoeken geïnformeerd (Kamerstuk 29 023, nr. 207). De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft mij op 13 september 2016 op de hoogte gesteld van haar onderzoek naar de stroomstoring (zie bijlage)1.

Een belangrijk onderdeel van het onderzoek van de ACM betrof betrokkenheid bij het zogenaamde root cause analysis-onderzoek dat onderzoeksbureau DNV GL in opdracht van TenneT heeft uitgevoerd. De ACM was betrokken bij het formuleren van de onderzoeksopdracht en heeft toegezien op het bereiken van voldoende verdieping en opheldering. Met deze root cause analysis konden de oorzaken van de storing gereconstrueerd worden. Op basis van de bevindingen heeft onderzoeksbureau DNV GL aanbevelingen gedaan over hoe de kans op stroomstoringen in de toekomst te verkleinen. Deze aanbevelingen vormden de basis voor een plan van aanpak met verbeteracties dat TenneT heeft opgesteld. De ACM heeft dit plan van aanpak beoordeeld en heeft geconcludeerd dat de verbeteracties een passend gevolg geven aan het rapport. De ACM zal toezicht houden op de uitvoering van de verbeterpunten en het behalen van de beoogde effecten.

Ik concludeer dat TenneT en de ACM gedegen en professioneel hebben gereageerd op de stroomstoring. De aanpak verkleint de kans op herhaling, hoewel het risico op een stroomstoring niet geheel te elimineren is. Voor wat betreft de elektriciteitsvoorziening beschouw ik op basis van deze conclusie de nasleep van de storing als afgerond.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven